Rapport redactiestatuut bij dagbladen verschenen
Onlangs is het rapport 'Het redactiestatuut bij dagbladen' verschenen,
waarin wordt ingegaan op de betekenis, status en inhoud van het
redactiestatuut bij dagbladen. De studie is verricht in opdracht van
het Bedrijfsfonds voor de Pers. De onderzoekers, prof. mr E.J.
Dommering, prof. dr N.A.N.M. van Eijk, mevr. mr A. Franken van
Bloemendaal en mr L.F. Asscher, concluderen dat het bestaan van het
redactiestatuut nog steeds grote waarde heeft, maar dat het op
bepaalde punten mogelijk zou kunnen worden geactualiseerd. Zij komen
tot een tiental aanbevelingen voor aanpassing. Zo worden de
bescherming van de identiteit van de krant en de bescherming tegen
commerciële invloed als belangrijkste functies van het redactiestatuut
gezien en wordt handhaving van het redactiestatuut in het rapport
daarom aanbevolen. De identiteitsomschrijving van het dagblad moet
vastgelegd blijven in het redactiestatuut. Dit is volgens de
onderzoekers ook van belang bij overnames. Het redactiestatuut zou
volgens de onderzoekers niet alleen de horizontale relatie tussen
hoofdredacteur en directeur van een werkmaatschappij moeten regelen,
maar ook de verticale relatie tussen holdingbestuur, de directie en de
hoofdredacteur. Ook moet er duidelijkheid zijn over de benoeming- en
ontslagprocedure van de hoofdredacteur. Het redactiestatuut zou verder
onderscheid moeten maken tussen commerciële en redactionele
verantwoordelijkheid. Volgens de onderzoekers is het gewenst om de
werking van het redactiestatuut ook tot de internetactiviteiten van de
krant uit te breiden. Verder wordt aangegeven dat de hoofdredacteur de
brug tussen directie en redactie moet zijn. Een andere aanbeveling is
dat het redactiestatuut de verhoudingen tussen ondernemingsraad en
redactieraad helder moet maken. Tot slot zien de onderzoekers het
redactiestatuut als de plek bij uitstek voor een
kwaliteitsomschrijving van het journalistieke beroep.
Nederlands Uitgeversverbond