TNS NIPO


26 maart 2007

Meer actie nodig om veiligheid gezondheidsproducten te waarborgen

Europeanen willen niet dat de EU strategische R&D, innovatie en productie van voedsel/ farmaceutische middelen/ gezondheidsproducten verliest aan landen buiten de EU

De Europese publieke opinie toont bezorgdheid over voedselveiligheid en de veiligheid van research & development en productie van gezondheidsingrediënten en medicijnen. De groeiende afhankelijkheid van de Europese Unie (EU) van andere delen in de wereld voor 'strategische' geneesmiddelen, gezondheidsingrediënten en andere producten die essentieel zijn voor miljoenen Europeanen, vereist actie van beleidsmakers. Dit is de conclusie van een onderzoek van TNS NIPO dat, in opdracht van de Public Advice International Foundation en in overleg met patiëntenorganisaties, werd uitgevoerd in zes EU-lidstaten: Finland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Polen en het Verenigd Koninkrijk.

Uit het onderzoek blijkt dat 79 procent van de Nederlandse consumenten een verband ziet tussen de kwaliteit en de herkomst van gezondheidsingrediënten en medicijnen (EU: 82%). Slechts vijf procent van de Europeanen geeft de voorkeur aan gezondheidsingrediënten uit Azië, terwijl ingrediënten uit Latijns-Amerika en Afrika beide de voorkeur van drie procent van de Europeanen hebben. Hoewel 40 procent van de Nederlanders geen voorkeur heeft, geeft 50 procent de voorkeur aan gezondheidsingrediënten uit Europa (EU: 43% resp. 49%). Dit hangt samen met het feit dat een meerderheid van 65 procent de voorkeur geeft aan producten uit landen met hoge milieunormen (EU: 74%), terwijl 81 procent bereid is meer te betalen voor gezondheidsproducten van de beste kwaliteit (EU: 82%).

Aan de respondenten werden negen industriële sectoren getoond. Daarbij werd hen het volgende gevraagd: 'Van welke drie categorieën zou u het het ergst vinden dat deze van Europa naar andere delen van de wereld zouden worden verplaatst?'. Meerderheden van 70 procent en 58 procent gaven vervolgens aan dat de productie van medicijnen en gezondheidsingrediënten in Europa moet blijven (EU: 63% en 53%). Men is bezorgd dat een dergelijke verplaatsing zal leiden tot minder grip op de kwaliteit en daardoor de veiligheid van gezondheidsingrediënten en medicijnen negatief zal beïnvloeden.

Tegelijkertijd lijken Europese burgers zich niet bewust te zijn van het feit dat essentiële ('strategische') gezondheidsproducten en
-ingrediënten, zoals penicilline en vitamines, niet langer of nauwelijks nog in Europa worden geproduceerd. Bijna de helft (45%) van hen weet het niet en 41 procent is het hiermee oneens. Nadat men hierover is ingelicht, beschouwt een overgrote meerderheid van 63 procent dergelijke ontwikkelingen als negatief (EU: 70%).

Tweederde van de Europese respondenten (68%) denkt dat hun regering de invloed heeft om het verlies van onderzoek, productie en ontwikkeling van medicijnen en gezondheidsingrediënten aan landen buiten de EU te voorkomen (EU: 67%). De meest genoemde actie die men de EU en/of hun regering wil zien ondernemen is 'het ontwikkelen van strikte regels met betrekking tot de kwaliteit van geïmporteerde medicijnen en gezondheidsingrediënten'.

Een overgrote meerderheid van 88 procent van de Nederlandse respondenten vindt dat politici te weinig (62%) of niets (26%) doen om deze ontwikkeling te stoppen (EU: 55% resp. 34%). Zeventig procent is het ermee eens dat de Europese autoriteiten maatregelen moeten nemen die het verdwijnen van productie en ontwikkeling van medicijnen en gezondheidsingrediënten uit de Europese Unie (EU 73%) stoppen. Een meerderheid wil dat de overheden strikte regels opstellen met betrekking tot de kwaliteit van deze geïmporteerde goederen, om goederen die niet aan de kwaliteitseisen van de EU voldoen uit te sluiten. Ook wil men dat het land van herkomst van medicijnen en gezondheidsingrediënten op het etiket wordt vermeld.

E5368 | TNS NIPObase CAWI | Het veldwerk vond plaats van 29 augustus tot 4 september 2006 en van 25 januari tot 5 februari 2007. Hierbij werden 1501 EU-ingezetenen, waarvan 311 uit Nederland, ondervraagd (n=1.501).

Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Esther van der Storm (tel: 020 522 54 19) van TNS NIPO, of met de Public Advice International Foundation (tel: 06 1980 92 50).