Ministerie van Financiën

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofin 26 en 27 maart 2007

Economische situatie in het eurogebied en voorbereiding G7 / voorjaarsvergadering IMF en Wereldbank
De economische groei in het eurogebied versnelde van 0,6% kwartaal op kwartaal (k-o-k) in het derde kwartaal van 2006 naar 0,9% k-o-k in het laatste kwartaal van 2006. De groeispurt werd met name veroorzaakt door een sterke groei van de export (van +1,8% k-o-k naar +3,7% k-o-k) en de bedrijfsinvesteringen (van +0,6% k-o-k naar +1,2% k-o-k). De groei van de particuliere consumptie vertraagde echter van +0,7% k-o-k naar +0,6% k-o-k. Over 2006 als geheel is de economische groei in het eurogebied uitgekomen op 2,7%, vergeleken met 1,4% in het voorgaande jaar. De Commissie voorziet in de Interim Forecasts (gepubliceerd op 16 februari) een lichte vertraging van de economische groei naar 2,4% in 2007. Ondanks de lichte afzwakking zal de basis van de economische groei in 2007 verbreed worden doordat de groei van de particuliere consumptie zal versnellen als gevolg van een verwachte stijging van het reëel beschikbaar gezinsinkomen en lagere werkloosheidsniveaus.

Recent verschenen economische indicatoren onderschrijven de verwachting van een robuuste groei van de economie in het eurogebied in het lopende jaar. Het consumentenvertrouwen, zoals gemeten door de Commissie, steeg in februari ten opzichte van de voorgaande maand met 2 punten naar -5 en bevindt zich hiermee ruim boven het historisch gemiddelde (HG) van -12. Het producentenvertrouwen stabiliseerde in februari op een niveau +5 in februari (HG = -7), terwijl de indicator voor het `algehele economisch sentiment' toenam van 110,7 in januari naar 112,0 in februari (HG = 100,0).De Ifo-index, die het vertrouwen onder Duitse ondernemers meet, daalde echter van 107,9 in januari naar 107,0 in februari. Dit is zeer waarschijnlijk het gevolg van het (tijdelijke) negatieve effect van de verhoging van het BTW-tarief in januari op de Duitse economie. Ook `harde' economische indicatoren tonen aan dat de Duitse economie inderdaad een tik heeft gekregen in januari. De detailhandelverkopen zijn - ondanks forse kortingen van winkeliers en het relatief milde weer - in januari volgens cijfers van het federale bureau voor de statistiek met 5,1% maand op maan (m-o-m) gedaald (en -1,4% jaar-op-jaar (j-o-j)) Dit is meer dan door de meeste analisten werd verwacht. De verwachting is daarentegen dat de groei van de Duitse particuliere consumptie in het verdere verloop van 2007 weer aan kracht zal winnen als gevolg van de aantrekkende arbeidsmarkt. Het werkloosheidspercentage - dat zich sinds begin 2005 in een dalende trend bevindt - is verder gedaald van 9,5% in januari naar 9,3% in februari. Uit de Duitse inflatiecijfers (van 1,4% j-o-j in december 2006 naar 1,8% j-o-j in januari) blijkt dat de Duitse winkeliers tot dusverre de BTW-verhoging slechts ten dele hebben doorberekend.

In het eurogebied stabiliseerde de inflatie op 1,8% j-o-j in februari. Ook de stabilisatie van de olieprijs in de afgelopen maanden lijkt het opwaartse effect van de Duitse BTW-verhoging op de inflatie in het eurogebied enigszins gedempt te hebben. In februari noteerde de prijs van een vat olie (Brent) namelijk 5% j-o-j lager. De Commissie verwacht in de Interim Forecasts dat de inflatie in het eurogebied uitkomt op 1,8% in 2007 als gevolg van een stabilisatie van de olieprijs en beperkte
---

stijging van de arbeidskosten per productie. In 2006 bedroeg de inflatie nog 2,1%. De ECB heeft op 8

maart de rente met 25 basispunten verhoogd naar 3,75%. Dit is de zevende renteverhoging sinds december 2005. De Amerikaanse dollar deprecieerde in februari met een 1% vis-à-vis de euro in februari en noteert momenteel op 1,32 (15 maart). Dit is ongeveer 10% lager dan vorig jaar.

Voorafgaand aan de voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank op 14 en 15 april, zal er een G7 bijeenkomst van ministers van Financiën plaatsvinden op 13 april. In de Eurogroep wordt het mandaat voor de voorzitter voorbereid. Het mandaat betreft de boodschap van de Eurogroep op het terrein van wisselkoersen, economische ontwikkelingen en mondiale betalingsbalansonevenwichtigheden.

Stabiliteitsprogramma's en Convergentieprogramma's De Ecofin Raad zal in het kader van de handhaving van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) Raadsopinies aannemen over een aantal stabiliteits- en convergentieprogramma's. Het SGP heeft tot doel gezonde overheidsfinanciën te garanderen. Ten behoeve hiervan is in het SGP vastgelegd dat de EU-landen die tot het eurogebied behoren jaarlijks een stabiliteitsprogramma aan de Commissie dienen voor te leggen. De lidstaten die (nog) niet tot het eurogebied behoren, dienen een convergentieprogramma bij de Commissie in. Deze programma's beschrijven welke acties ondernomen moeten worden door de lidstaten om te kunnen voldoen aan de doelstellingen zoals vastgelegd in het SGP: begrotingsevenwicht op de middellange termijn en overheidsschuld onder de 60%. De Commissie beoordeelt vervolgens de programma's en de Raad neemt Raadsopinies aan op basis van Council Regulation 1466/97.

Onderstaand treft u een samenvatting van de programma's en van de concept-Raadsopinies. Tevens zal naar verwachting een horizontale discussie plaatsvinden over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn en over de nationale begrotingsregels.

Houdbaarheid op de lange termijn
Document: The sustainability of public finances: the 2006/07 updates of stability and convergence programmes (doc. ECIN/2007/51268). Document is nog niet openbaar. Aard bespreking: Discussie
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Op het gebied van de houdbaarheid op de lange termijn van de overheidsfinanciën heeft de Commissie een nota geschreven aan de hand van de ingediende Stabiliteits- en Convergentieprogramma's. Het document bevat een analyse over de risicoclassificatie (laag/midden/hoog) van de verschillende lidstaten voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn. Deze risicoclassificatie is relatief. Nederland is bestempeld als een land met een relatief laag risico op dit vlak. Desondanks moet Nederland verdere budgettaire consolidatie en/of hervormingen van vergrijzing gerelateerde instituties doorvoeren om de overheidsfinanciën houdbaar te maken op de lange termijn.

---

De Commissie maakt onder andere een vergelijking met het Sustainability Report van oktober

jongstleden (waarover u geïnformeerd bent via het fiche Mededeling Demografie, TK vergaderjaar 2006­2007, 22 112, nr. 471). Het belangrijkste verschil in de kwantitatieve uitkomsten wordt veroorzaakt doordat in de huidige analyse wordt gerekend met een structureel primair saldo over 2006, terwijl dat in het Sustainability Report nog 2005 was. In enkele landen (o.a. Duitsland, Cyprus en Portugal) verbeterde het structureel saldo significant, waardoor het risico voor de houdbaarheid op de lange termijn van de overheidsfinanciën in de hele Unie iets afnam.

Budgettaire kaders en regels
Document: Overview of national fiscal frameworks: 2006 updates of the stability and convergence programmes. Document is nog niet openbaar.
Aard bespreking: Discussie
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Ook op het terrein van budgettaire kaders en regels heeft de Commissie een analyse gemaakt naar aanleiding van de ingediende Stabiliteits- en Convergentieprogramma's. Algemene trend is dat nationale begrotingsregels steeds belangrijker worden bij het behalen van begrotingsdoelstellingen. Het is volgens de Commissie van belang dat Lidstaten meer informatie geven over de daadwerkelijke handhaving en implementatie van begrotingsregels en kaders. Uiteraard blijven dergelijke regels en kaders een nationale aangelegenheid, maar een betere informatie-uitwisseling vergemakkelijkt het identificeren van best practices.

Stabiliteitsprogramma's en Convergentierapporten
Document: Concept Raadsopinie over het Stabiliteitsprogramma België, Bulgarije, Letland, Roemenië en Spanje.
Aard bespreking: Aanname van Raadsopinies
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid

België
Kerncijfers België 2006 2007 2008 2009 2010 Reële BBP-groei (SP) 2.7 2.2 2.1 2.2 2.2 Werkloosheid (Herfstvoorspelling) 8.6 8.5 8.4 -- -- Inflatie (HICP) (Herfstvoorspelling) 2.4 1.8 1.7 -- -- EMU-saldo (SP) 0.0 0.3 0.5 0.7 0.9 EMU-saldo (Herfstvoorspelling) -0.2 -0.5 -0.5 -- -- EMU-schuldquote (SP) 87.7 83.9 80.4 76.6 72.6 EMU-schuldquote (door Cie bijgesteld SP)* 89.4 85.6 82.1 78.3 74.3 Bron: (als niet anders vermeld) convergentieprogramma 2006-2010. Getallen in %BBP, behalve inflatie.
* aangepast door de Commissie conform de Eurostat beslissing met betrekking tot de behandeling van de schuld van de SNCB (Belgische spoorwegen); bijstelling EMU saldo 2005 van 0.0 naar -2.3%. Deze aanpassing is onder de aanname van een gelijkblijvend schuldvolume.


---

Het Belgische stabiliteitsprogramma raamt een economische groei die zich vanaf dit jaar voor de

komende periode stabiliseert op een niveau net boven de 2%, waarbij de inflatie daalt tot 1,7 à 1,8%. Het voorspelde EMU saldo is daarbij licht positief en voorzichtig stijgend. Het zwaartepunt in de verhouding tussen het budgettaire beleid en de bepalingen van het Pact ligt bij de nog altijd te hoge schuldquote en het tempo waarin België aan de hierop geënte middellange termijn doelstelling weet te voldoen. In het licht van dit feit en de hoge vergrijzingslast streeft België al sinds enige jaren naar begrotingsoverschotten. De Commissie schat de risico's voor de lange termijn houdbaarheid van de publieke financiën in als gemiddeld.

Bulgarije
Kerncijfers Bulgarije 2005 2006 2007 2008 2009 Reële BBP-groei 5,5 5,9 5,9 6,2 6,1 Werkloosheid 13,4 9,0 8,6 8,3 8,0 Inflatie (HICP) 5,0 7,4 4,0 3,0 3,0 EMU-saldo 2,3 3,2 0,8 1,5 1,5 EMU-saldo (Herfstvoorspellingen) 2,4 3,3 1,8 1,7 n.b. EMU-schuldquote 29,8 25,3 22,7 22,3 21,1 Bron: (als niet anders vermeld) convergentieprogramma 2006-2009. Getallen in %BBP, behalve inflatie. De Commissie beoordeelt het macro-economisch scenario dat wordt geschetst in het Bulgaarse convergentieprogramma als plausibel. De economische groei blijft hoog en neemt tijdens de programmaperiode toe. Een strikt budgettair beleid blijft noodzakelijk om de groei van de binnenlandse vraag in de hand te houden. Het budgettair beeld op middellange termijn is volgens de Commissie gezond. Het programma is in grote lijnen conform het Stabiliteits- en Groeipact, maar wordt voor 2007 wel als pro-cyclisch gekenmerkt. Voor 2007 acht de Commissie een hoger surplus dan in het programma voorzien wenselijk én realistisch. De schuldquote zal de komende jaren verder afnemen. Een lange termijn voorspelling van vergrijzingsgerelateerde uitgaven die vergelijkbaar is met die van EU-25 ontbreekt. Het convergentieprogramma zelf geeft aan dat deze uitgaven licht stijgen (0,4% tussen 2005 en 2050), met name in de gezondheidszorg.

Letland
Kerncijfers Letland 2006 2007 2008 2009 Reële BBP-groei 11,5 9,0 7,5 7,5 Werkloosheid 6,9 6,6 6,3 6,0 Inflatie (HICP) 6,6 6,4 5,2 4,2 EMU-saldo -0,4 -1,3 -0,9 -0,4 EMU-saldo (Herfstvoorspellingen) -1,0 -1,2 -1,2 - EMU-schuldquote 10,7 10,5 10,6 9,4 Bron: (als niet anders vermeld) convergentieprogramma, update 2006/2007. Getallen in %BBP, behalve output gap, werkloosheid en inflatie. Output gap in % potentieel BBP.

Begin maart heeft de Letse regering een plan aangekondigd om inflatie te bestrijden. Het Letse
---

convergentieprogramma is daarom niet meer geheel actueel. In het plan worden de budgettaire

doelen bijgesteld naar een begrotingsevenwicht in 2007 en 2008 en een overschot vanaf 2009. De Ecofin Raad zal echter op basis van het convergentieprogramma een opinie vaststellen.

Het Letse stabiliteitsprogramma laat in 2006 een BBP groei van 11,5% zien, het hoogste van de EU. Letland verwacht een hoge BBP-groei gedurende de hele programmaperiode. Dit is volgens de Commissie een realistisch scenario. Het EMU-tekort groeit in 2007 naar 1,3% (van 0,4% in 2006). Er vindt dus budgettaire verruiming plaats in 2007, ondanks dat er sprake is van economisch goede tijden. Letland heeft een lage schuld en voldoende speelruimte om een buitensporig tekort tegen te gaan. Letland kent volgens de Commissie een laag risico ten aanzien van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn.

Roemenië
Kerncijfers Roemenië 2006 2007 2008 2009 Reële BBP-groei 8,0 6,5 6,3 5,9 Werkloosheid 6,8 6,7 6,6 6,5 Inflatie (HICP) 6,6 4,5 4,3 3,2 EMU-saldo -2,3 -2,7 -2,6 -2,0 EMU-saldo (Herfstvoorspellingen) -1,4 -2,6 -2,6 - EMU-schuldquote 12,8 13,5 12,6 11,7 Bron: convergentieprogramma, update 2006/2007. Getallen in %BBP, behalve werkloosheid en inflatie. De BBP-groei is met 8,0% in 2006 hoog, maar zal volgens het programma dalen tot 5,9% in 2009. Dit is volgens de Commissie een realistisch scenario. Het EMU-tekort zal aanvankelijk toenemen. De budgettaire consolidatie zal dus pas aan het eind van het programma plaatsvinden. De middellange termijndoelstelling is een structureel tekort van 0,9% BBP. Echter deze doelstelling wordt volgens het programma niet gehaald gedurende de programmaperiode, ondanks dat er sprake is van economisch goede tijden. De Commissie concludeert dan ook dat er onvoldoende speelruimte is om een buitensporig tekort te voorkomen. Er is nog te weinig informatie om de toekomstige vergrijzinggerelateerde uitgaven voor Roemenië te kunnen vergelijken met andere EU-landen. De Commissie doet dan ook geen uitspraken over het risico voor de houdbaarheid van de Roemeense overheidsfinanciën op de lange termijn.

Spanje
Kerncijfers Spanje 2005 2006 2007 2008 2009 Reële BBP-groei 3.5 3.8 3.4 3.3 3.3 Werkloosheid (Herfstvoorspelling Commissie) 9.2 8.1 7.9 7.4 .. Inflatie HICP (Herfstvoorspelling Commissie) 3.4 3.6 2.8 2.7 .. EMU-saldo 1.1 1.4 1.0 0.9 0.9 EMU-saldo (Herfstvoorspelling Commissie) 1.1 1.5 1.1 0.9 .. EMU-schuldquote 43.1 39.7 36.6 34.3 32.2 Bron: (als niet anders vermeld) stabiliteitsprogramma, update 2006/2007. Getallen in %BBP, behalve werkloosheid en inflatie.
---

Het Spaanse stabiliteitsprogramma laat een verwachte economische groei zien van 3.4% in 2007 en 3.3% in 2008 en 2009. Dit is volgens de Commissie een realistisch scenario. Spanje heeft gedurende de programmaperiode een positief EMU- saldo, maar dit daalt wel: naar verwachting in de programmaperiode van 1.4% in 2006 naar 0.9% in 2009. De schuldquote daalt naar verwachting verder naar 32.2 % in 2009. Spanje voldoet met deze vooruitzichten goed aan het Stabiliteitspact. Spanje heeft volgens de Commissie een gemiddeld risico met betrekking tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op de lange termijn.

Begrotingsrichtsnoeren voor 2008
Document: Concept Raadsconclusies ten aanzien van de Begrotingsrichtsnoeren 2008. Na publicatie openbaar.
Aard bespreking: Discussie met oog op vaststelling raadsconclusies. Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid. Toelichting:
De begrotingsrichtsnoeren zijn bedoeld om de prioriteiten van de Raad gedurende de begrotingsprocedure 2008 kenbaar te maken aan de Europese Commissie, die het voorontwerp van de begroting opstelt, en aan het Europees Parlement, dat samen met de Raad de begrotingsautoriteit vormt.
De ontwerpconclusies benoemen de belangrijkste Nederlandse uitgangspunten, waaronder een realistische vaststelling van de betalingskredieten en strikte begrotingsdiscipline, waarbij voor de begroting van de Unie dezelfde mate van begrotingsdiscipline moet gelden als voor de lidstaten. Tevens wordt opgeroepen om met een beter overzicht te komen van de administratieve uitgaven, inclusief die voor agentschappen.
Voor de Raad staat het respecteren van de Financiële Perspectieven en het Inter-Institutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline voorop, evenals het bewerkstelligen van een goed financieel beheer. Daarnaast onderstrepen de ontwerpconclusies het belang van het beginsel van bestemmingsgerichte budgettering (activity based budgeting)1.

Financiële diensten: grensoverschrijdende overnames in de financiële sector Document: Proposal for a directive amending Council Directive 92/49/EEC and Directives 2002/83/EC, 2004/39/EC, 2005/68/EC and 2006/48/EC as regards procedural rules and evaluation criteria for the prudential assessment of acquisitions and increase of shareholdings in the financial sector
Aard bespreking: Aannemen Raadsconclusies.
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid. Toelichting:


1 Bij bestemmingsgerichte budgettering, ook wel activity based budgeting genoemd, wordt niet alleen gekeken naar traditionele indicatoren als kosten en opbrengsten, maar ook bijvoorbeeld naar "welk doel wordt nagestreefd" en "zijn die doelen ook bereikt".

---

De Europese Commissie heeft geconstateerd dat in de financiële sector minder vaak

grensoverschrijdende overnames (verwervingen van deelnemingen) plaatsvinden dan in andere sectoren. Uit onderzoek naar de mogelijke oorzaken hiervoor blijkt ondermeer dat de sector de noodzakelijke goedkeuring voor een overname door de betrokken toezichthouders (van zowel het land van de overnemende als de te overnemen instelling), als obstakel kan ervaren. Besluitvorming is namelijk niet altijd transparant en consistent. De huidige open norm van `gezonde en prudente bedrijfsvoering' waaraan toezichthouders in Europa toetsen, laat veel ruimte voor een eigen invulling door verschillende toezichthouders. Ook is de beoordelingsprocedure in de richtlijnen niet duidelijk genoeg omschreven en kan deze in de praktijk lang duren.

Om de bezwaren weg te nemen stelt de Commissie voor om de richtlijnen voor banken, verzekeraars en beleggingsondernemingen (MiFID) met betrekking tot de goedkeuring voor een overname te verbeteren. Het compromisvoorstel, dat is opgesteld in samenspraak tussen EP en Raad, zal onder meer de toetsingsgronden voor een overname specificeren door middel van een gesloten lijst met prudentiële criteria voor de beoordeling. Ook zal het de beoordelingsprocedure verduidelijken en heldere deadlines op te nemen. Zodoende zal het voorstel meer transparantie, consistentie en voorspelbaarheid voor de markt brengen ten opzichte van de huidige situatie.

Richtlijn voor betaaldiensten in de interne markt
Document: Richtlijnvoorstel van de Commissie inzake betaaldiensten in de interne markt. Document is nog niet beschikbaar.
Aard bespreking: Politieke oriëntatie
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid Toelichting:

In het kader van de totstandbrenging van een interne markt voor het girale betalingsverkeer, heeft de Commissie een voorstel gedaan voor een richtlijn met het oog op verminderen van juridische belemmeringen voor girale betalingen (2005/0245 (COD)). Het Commissievoorstel beoogt een gemeenschappelijk kader voor de communautaire betaalmarkt vast te stellen, dat de voorwaarden biedt voor integratie en stroomlijning van de nationale betalingssystemen. Rechtsbasis wordt gevormd door artikelen 47, lid 2, en 95, lid 1, van het EG-Verdrag.

Momenteel bestaan er grote verschillen tussen de wetgeving van lidstaten met betrekking tot het betalingsverkeer, waardoor betalingen binnen Europa niet op een eenduidige wijze kunnen worden verricht. Teneinde de juridische barrières voor de totstandkoming van de interne markt voor girale betalingen weg te nemen, is het volgens de Europese Commissie zaak de nationale wetgeving van de lidstaten meer op elkaar af te stemmen en de bestaande EU-wetgeving verder te stroomlijnen. Hiertoe heeft de Commissie in december 2005 het richtlijnvoorstel betreffende betaaldiensten in de interne markt gepubliceerd. Dit jaar zijn de onderhandelingen tussen de lidstaten van start gegaan.


---

Er bestaat vooralsnog verdeeldheid tussen de lidstaten over de inhoud van het voorstel. Nederland,

gesteund door enkele andere lidstaten, is van mening dat de vereisten uit de richtlijn er niet toe mogen leiden dat er onnodige barrières voor toetreding en concurrentie worden opgeworpen. Daarnaast is Nederland van mening dat de voorgestelde regels niet dermate strikt mogen zijn dat innovatie wordt belemmerd. Ook dient het voorstel te voorzien in een adequaat niveau van consumentenbescherming.

Momenteel wordt door de Lidstaten nog gesproken over de richtlijnteksten. De tekst die behandeld zal worden op de EcoFin van 27 maart is derhalve nog niet bekend. Of Nederland kan instemmen met de door het Voorzitterschap nog voor te stellen politieke oriëntatie zal afhankelijk zijn van de vraag of de hierboven genoemde doelstellingen voldoende worden gewaarborgd.

Voortgangsrapportage Commissie Actieplan naar een geïntegreerd controlekader Document: Voortgangsrapportage Europese Commissie Actieplan naar een geïntegreerd controlekader (openbaar)
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/site/en/com/2007/com2007_0086en01.pdf Aard bespreking: Commissie informeert de Raad
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Commissaris Kallas is door het voorzitterschap uitgenodigd tijdens de Ecofin van 27 maart aanstaande de voortgangsrapportage over het Actieplan naar een geïntegreerd controlekader te presenteren. De Raad heeft tijdens de Ecofin van november 2005 aan de Commissie gevraagd dit actieplan op te stellen. Uiteindelijk doel is om op termijn tot een positieve betrouwbaarheidsverklaring te kunnen komen over de EU-begroting.

De Commissie is positief over de vooruitgang. Opvallend is dat de Commissie niet meer spreekt over het belang van verantwoording van EU-fondsen in gedeeld beheer op nationaal niveau, bijvoorbeeld door middel van nationale verklaringen of andere initiatieven om op termijn tot een positieve betrouwbaarheidsverklaring te kunnen komen. Voor Nederland is het dan ook teleurstellend dat de initiatieven van Nederland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk om nationale verklaringen in te voeren in het geheel niet worden genoemd, terwijl de interesse voor een nationale verklaring als instrument om het financieel beheer te verbeteren toeneemt.

De Commissie hanteert een voorzichtige lijn als het gaat om verantwoording op lidstaatniveau, terwijl het aantal lidstaten dat een nationale verklaring of vergelijkbaar initiatief invoert, groeit. Nederland blijft van mening dat de lidstaten hun verantwoordelijkheid dienen te nemen voor verbetering van het financieel beheer en dat een nationale verklaring of daarop gelijkende initiatieven hiertoe een van de geëigende instrumenten vormen.


---


---- --