abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
26 maart 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
IVW/TER/07/11.008.001 2060709020
Onderwerp
Antwoorden op de Kamervragen inzake de veiligheid op de Maaslijn
Geachte voorzitter,
In antwoord op de vragen van het lid Van der Ham over de veiligheid op de Maaslijn
bericht ik u als volgt.
1. Bent u bekend met problemen op de zogenoemde Maaslijn, waar treinvervoer
geëxploiteerd wordt door Veolia op de route Roermond-Venlo-Nijmegen?
1. Veolia is in december 2006 gestart met de exploitatie van het reizigersvervoer op deze
lijn. Gedurende de eerste twee weken na de start zijn er problemen geweest die
werden veroorzaakt door tekort aan materieel. Dit leidde tot erg volle treinen. Ook
heeft zich een aantal rood sein passages (STS) voorgedaan.
2. Klopt het dat Veolia gebruik maakt van zeer verouderd treinmateriaal (zogenaamde
Wadlopers), waarbij er geen conducteur op de trein aanwezig is en de machinist geen
verbinding heeft met de achtergelegen rijtuigen? Klopt het dat de treinen
onvoldoende beveiligd zijn, waardoor de deur niet automatisch openspringt, zoals bij
andere voertuigen gebruikelijk is wanneer een passagier klem zit? Klopt het dat door
overvolle treinen, waar de machinist geen zicht op heeft, onverantwoorde situaties
ontstaan? Hoe beoordeelt u dit?
2. Voor het vervoer maakt Veolia gebruik van zogeheten DH materieel, ook wel
Wadlopers genoemd. Dit materiaal dateert uit de jaren `80 en is toegelaten op de
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
IVW/TER/07/11.008.001
Maaslijn. Veolia kon niet tijdig over moderner materieel beschikken. Het huidige
materieel wordt naar verwachting in oktober/november van dit jaar vervangen.
Deze treinen zijn ontworpen voor eenmansbediening; er is geen conducteur aanwezig.
De deuren hebben geen inklembeveiliging. Daarom zijn specifieke eisen gesteld aan
de vertrekprocedure. Die bestaan onder meer uit voorschriften voor de machinist om
zich ervan te verzekeren dat geen reizigers tussen de deuren bekneld zitten. Daarnaast
geeft een lichtsignaal in de cabine aan of de deuren goed gesloten zijn. De procedure
is bekend en beproefd en levert geen extra veiligheidsrisico op.
3. Zijn er meerdere problemen inzake de veiligheid van het treinverkeer op deze lijn waar
u van op de hoogte bent? Zo ja, welke?
3. Bij de start van de exploitatie heeft zich een aantal STS'en voorgedaan. STS'en vormen
een belangrijk veiligheidsprobleem. De Inspectie Verkeer en Waterstaat heeft daarover
direct Veolia aangesproken. De Inspectie en Veolia zijn beiden onderzoeken gestart
naar de oorzaken, gericht op het voorkomen van STS'en.
4. Zijn er andere trajecten in Nederland waar met hetzelfde materieel (de zogenaamde
Wadlopers) wordt gereden? Zo ja, waar? Zijn daar soortgelijke problemen? Hoe wordt
daar mee omgegaan?
4. In Groningen en Friesland wordt met hetzelfde materieel gereden. Er zijn mij daar
geen problemen bekend met de eenmansbediening.
5. Kent de Inspectie voor Verkeer en Waterstaat (IVW) de situatie? Heeft de IVW
ingegrepen? Ziet u aanleiding om in te grijpen in deze situatie?
5. Het gebruik van de eenmansbediening met bijbehorende procedures is bekend en
beproefd. De uitvoering van de exploitatie door Veolia is door de Inspectie
geïnspecteerd. Er zijn geen relevante afwijkingen geconstateerd van de regelgeving,
noch is een verhoogd veiligheidsrisico gesignaleerd buiten de bij vraag 3 genoemde
STS'en. De Inspectie ziet buiten de gesignaleerde STS'en geen redenen om in te
grijpen.
---
IVW/TER/07/11.008.001
6. Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor de eventueel onveilige situatie? Wie zou de
verantwoordelijke partij moeten aanspreken wanneer de onveilige situatie niet
aanvaardbaar blijkt? Bent u bereid naar de fysieke en sociale veiligheid op de Maaslijn
een onderzoek in te stellen? Zo ja, hoe? Zo neen, waarom niet, welke actie zult u dan
ondernemen?
6. De vervoerder is verantwoordelijk voor een veilig vervoer. De Inspectie ziet toe of dit
inderdaad het geval is en spreekt de vervoerder hier zonodig op aan. Uit de inspectie
van de IVW naar de wijze van exploitatie van de Maaslijn blijkt geen sprake van een
onveilige situatie. Ik zie dan ook geen noodzaak actie te ondernemen.
Ik vertrouw er op u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
mw. J.C. Huizinga-Heringa
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat