Directoraat-Generaal Wonen
Inburgering & Integratie
TPII
p/a Juliana van Stolberglaan 10
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal www.vrom.nl
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Vragen van het lid Van Dijk (SP) over inburgering en het nieuwe leren
Datum Kenmerk
20 maart 2007 5470468/07
Hierbij doe ik u, mede namens de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van
Bijsterveldt-Vliegenthart, toekomen de beantwoording van de vragen van het lid Van Dijk (SP) over
inburgering en de invoering van het nieuwe leren.
De minister voor Wonen, Wijken en Integratie
Drs. Ella Vogelaar
2060706930
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister voor Integratie, Jeugdbescherming,
Preventie en Reclassering en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over
inburgering en het nieuwe leren. (Ingezonden 1 februari 2007)
1
Wat is uw oordeel over het artikel van een docent Nederlands als tweede taal en inburgering die aandacht
vraagt voor de beperkingen van het Nieuwe Leren bij inburgeringcursussen? 1)
In het bewuste artikel is door de auteur een verband gelegd tussen de invoering van het nieuwe leren en
inburgeringsonderwijs. Uit de tekst valt op te maken dat de auteur de opvatting heeft dat het nieuwe leren
als algemeen beginsel voor inburgeringsonderwijs is gaan gelden. Dat nu is niet het geval. Immers leveren
onderwijsaanbieders maatwerk: klassikaal onderwijs in homogeen samengestelde groepen voor wie die
benadering het beste past of juist een accent op zelfstudie.
2
Deelt u de mening dat het ongewenst is dat MBO-studenten schoolgeld betalen voor een voltijds opleiding,
maar niettemin: "welgeteld drie ochtenden les krijgen van een docent"?
Ja. Een voltijdse mbo-opleiding is een opleiding die tenminste 850 klokuren begeleide onderwijstijd
bevat. Bij aanvang van een opleiding sluit elke student een onderwijsovereenkomst af met de
onderwijsinstelling. Hierin wordt onder andere in vastgelegd of het gaat om een deeltijd- of voltijdopleiding.
Elke meerderjarige voltijdstudent in het mbo is lesgeld verschuldigd. Daar tegenover staat een opleiding
die elk studiejaar tenminste 850 klokuren bevat. Zoals u weet, is in 2006 gebleken dat de naleving van de
850-urennorm in het mbo bij een deel van de opleidingen onder de maat is. In september 2006 zijn
maatregelen aangekondigd om de naleving op korte termijn overal op orde te krijgen (kamerstuk 27 451
nr. 60). In het voorjaar van 2007 vindt een extra onderzoek plaats naar de naleving van de
urennorm. Wanneer tekortkomingen worden geconstateerd, dan volgen sancties voor de desbetreffende
instelling. Studenten kunnen overigens ook hun eigen instelling direct aanspreken op
tekortkomingen. Voltijdstudenten in het mbo hebben namelijk recht op tenminste 850 uur. Zij kunnen hun
eigen instelling wijzen op de aangegane overeenkomst en de daaruitvolgende plichten voor de
instelling. Tot slot bestaat voor de mbo-studenten ook de mogelijkheid juridische stappen te ondernemen.
3
Hoe oordeelt u over de uitspraak: "Als ik toch zelf verder moet studeren, doe ik dat liever thuis, dan kan
mijn man me helpen", in verband met het Nieuwe Leren, waarbij de nadruk ligt op zelfstandig leren?
Zoals ik in antwoord op de eerste vraag heb aangegeven, is het onderwijsaanbod afgestemd op de
capaciteiten en de leervermogens van de onderwijsdeelnemer. Dat kan betekenen dat zelfstandig leren
beter past, of een combinatie van zelfstudie en klassikaal onderwijs. Overigens mag van de deelnemer
zelfstandigheid en zelfstudie worden verwacht, bijvoorbeeld in de vorm van het maken van
huiswerkopgaven of het oefenen in de praktijk. Dat kan de thuisomgeving zijn, waarbij juist de hulp van
mensen in de omgeving waardevol zijn.
4
Op welke wijze komt u tegemoet aan inburgeraars die zakken voor het examen als gevolg van het Nieuwe
Leren? Is de plicht om te slagen goed te combineren met het Nieuwe Leren?
In de Wet inburgering (WI) zijn de eindtermen van het inburgeringsexamen vastgelegd. Deze eindtermen
omschrijven nauwkeurig wat iemand moet kennen en kunnen om het inburgeringsexamen met goed
gevolg af te leggen. De eindtermen zijn aldus sturend op de inhoud van het onderwijsaanbod. De
gemeente is, indien er sprake is van een aanbod, verantwoordelijk voor de keuze van de
onderwijsaanbieder. Daarbij zal de gemeente bezien welk type onderwijs het beste past bij de deelnemer.
Het gaat daarbij om maatwerk: welke lesmethode is het meest geschikt om de deelnemer goed op het
inburgeringsexamen voor te bereiden?
5
Wat is uw oordeel over de uitspraak: "Gemeenten en cursisten mogen zelf gaan bepalen bij wie ze lessen
inkopen, dus de aanbieders moeten concurrerend gaan werken. Direct gevolg hiervan is dat het werk
gedaan moet worden met minder docenten"? Kunt u met cijfers onderbouwen hoe het budget en het aantal
docenten voor inburgering zich de laatste jaren heeft ontwikkeld?
Het budget voor inburgering is de afgelopen jaren stabiel geweest, jaarlijks is 260 mln. beschikbaar.
Er is geen informatie over personeel beschikbaar, die kan worden uitgesplitst naar educatie/inburgering en
beroepsonderwijs. Reden is dat alle docenten een aanstelling hebben bij het bevoegd gezag en niet bij
een onderwijssoort. Aantallen docenten voor inburgering zijn daarom niet bekend. Dat geldt ook voor
aanbieders op de particuliere markt, die de zogenaamde oudkomerscursussen aanboden.
Voor wat betreft de stelling van de auteur dat het werk met minder docenten gedaan moet worden, het
volgende. Met de invoering van de WI is marktwerking ingevoerd voor NT2-onderwijs voor nieuwkomers.
Dit onderwijs was van oudsher een monopolie van roc's. Voor oudkomers gold al marktwerking. Roc's
hebben zich op de nieuwe situatie goed voorbereid, waarbij onnodig banenverlies is voorkomen. Voor hun
nadelige concurrentiepositie is de bve-sector financieel gecompenseerd. Er is een bedrag van 122 mln
beschikbaar om de overgang van publieke naar private dienstverlening te faciliteren.
6
Bent u bereid om te stimuleren dat "de schaarse lestijd met de docent" efficiënter wordt gebruikt? Zo ja,
hoe gaat u dat doen? Zo neen, op welke manier kunnen studenten en docenten voorkomen dat het
Nieuwe Leren integraal wordt ingevoerd op hun instelling voor volwasseneneducatie?
De middelen voor de volwasseneneducatie worden als specifieke uitkering aan gemeenten verstrekt voor
de inkoop van educatieve activiteiten bij de roc's. Gemeenten maken afspraken met het roc over een
passend aanbod voor de doelgroepen voor de volwasseneneducatie binnen de gemeente. Gemeenten en
roc's zullen in onderling overleg afspraken maken over de wijze waarop het educatieaanbod vorm wordt
gegeven. Het is aan de gemeente als opdrachtgever om een oordeel te hebben over de kwaliteit van de
diensten die marktpartijen aanbieden.
Daarnaast zijn de rechten en plichten van de student geregeld in het onderwijscontract dat hij/zij met de
instelling aangaat. Dat maakt het mogelijk om eventuele wanprestaties van de instelling ter discussie te
stellen bij de instelling zelf (bv. Examencommissie).
1) de Volkskrant, 30 januari 2007
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer