Studenten moeten nadenken over hun eigen rol tijdens het leren
Om studieprestaties te verbeteren, is het belangrijk te kijken naar de
opvattingen van de student over zijn eigen rol tijdens het leren. Bij
het streven naar betere prestaties ligt de nadruk van oudsher op de
rol van de docenten, de instructiemethoden, het leermateriaal en de
studieactiviteiten. Dat is niet voldoende, volgens Sofie Loyens.
Studenten kunnen en moeten zelf een meer controlerende rol uitoefenen.
Loyens promoveert vrijdag 23 maart 2007 aan de Erasmus Universiteit
Rotterdam op haar proefschrift Concepties van studenten van
constructivistisch leren. Zij pleit voor speciale instructie- en
trainingsprogramma's voor eerstejaarsstudenten.
Loyens onderzocht constructivistisch leren vanuit het perspectief van
de student. Constructivisme is een invloedrijke visie op het leren,
met specifieke aanbevelingen voor instructie. Hierbij worden studenten
als actieve lerenden gezien die hun eigen kennis en begrip opbouwen.
Eerder geleerde kennis vormt het referentiekader voor de interpretatie
van nieuwe informatie en er is interactie met anderen zoals
medestudenten of docenten; ook wel samenwerkend leren genoemd.
Studenten stellen hun eigen leerdoelen (wat wil ik bereiken?) en
observeren hun eigen voortgang bij het bereiken van deze doelen (hoe
doe ik het en moet ik eventueel wat harder werken?). Dit wordt ook wel
'zelfregulatie' genoemd.
Loyens concludeert in haar onderzoek dat studenten het belang van
eerder opgedane kennis voor de verwerking van nieuwe informatie en het
nut van samenwerkend leren onderschrijven. Studenten blijken echter
liever te willen dat de docenten de leerdoelen stellen en de leerstof
selecteren. Loyens vond dat studenten die probleem-gestuurd onderwijs
(PGO) volgen het vaker eens zijn met een aantal constructivistische
leerfactoren dan studenten uit een traditionele leeromgeving.
Studenten die overtuigd zijn van het belang van eerder geleerde
kennis, bereiden zich beter voor en nemen actiever deel aan
werkgroepen, aldus Loyens, en dit heeft positieve effecten op hun
tentamencijfers. Onzekerheid ten aanzien van de studie en het
leerproces leidt tot meer studeren (in termen van studietijd), maar
niet tot effectiever studeren, aangezien deze onzekerheid leidt tot
stuurloos studeergedrag.
Om studieprestaties te verbeteren, moet men niet alleen de concrete
studeeractiviteiten van studenten veranderen. Studenten moeten
bewuster gemaakt worden van hun opvattingen over leren, omdat deze ook
van invloed zijn op het studeergedrag en daarmee op de
studieprestaties, stelt Loyens. Traditioneel werden docenten,
instructiemethoden, leermateriaal en studieactiviteiten beschouwd als
de elementen in het onderwijs die veranderd dienden te worden om
prestaties te kunnen bevorderen. Dit onderzoek laat zien dat
verandering nog een stap eerder dient plaats te vinden, namelijk bij
de opvattingen die de student over leren heeft.
Promotor: prof.dr. H.G. Schmidt, Psychologie
Erasmus Universiteit Rotterdam