Eneco


ENECO Energie: Stabiele financiële resultaten in 2006

Rotterdam, 22 maart 2007 - Investeringen in duurzame energie en innovaties sterk toegenomen.

Verkocht volume elektriciteit gestegen met 7%
Gasafzet gedaald met 3,5% door warme winter
Verkoop warmte 2,7 % hoger
Investeringen 281 miljoen (2005: 180 miljoen)

ENECO Energie heeft in 2006 goed gedraaid. Het netto resultaat kwam uit op 311 miljoen. Exclusief eenmalige posten ligt het resultaat op een vergelijkbaar niveau als vorig jaar ( 302 miljoen). ENECO behaalde dit resultaat bij een sterk gestegen omzet van 4,3 miljard (+ 16,1%). In 2006 heeft ENECO veel geïnvesteerd in innovatie, duurzame energie en bedrijfsvoering. De bedrijfskosten zijn hierdoor toegenomen.

Energieomzet
De energieomzet bestaat uit de leveringsomzet van elektriciteit, gas en warmte, alsmede de omzet uit het transport en de distributie van deze producten. De omzetstijging in 2006 wordt voor alle producten grotendeels verklaard uit gestegen prijzen, alhoewel ook het totale geleverde volume elektriciteit gestegen is met ongeveer 7%. In de zakelijke markt verkocht ENECO 12% meer elektriciteit en er was een daling van 1% in de consumentenmarkt. Deze laatste daling is vrijwel gelijk aan het verloop van het aantal klanten.
Het afzetvolume gas daalde voor geheel ENECO met 3,5%. Door de relatief warme winter 2006/2007 lag het gemiddelde gasverbruik van consumenten 5% lager dan een jaar eerder.
De verkoop van warmte steeg met 2,7%. Deze stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een toegenomen afzet in de zakelijke markt en uitbreiding van het aantal aangesloten woningen in Vinex locaties. Het weer heeft op de afzet van warmte een vergelijkbaar effect als op de afzet van gas.

Brutomarge energie
De brutomarge energie is met 91 miljoen toegenomen (+ 8,5%). De brutomarge energie bedraagt over 2006 1.161 miljoen. De stijging komt voor een groot deel uit additionele marge op de zakelijke elektriciteitsmarkt, mede als gevolg van een gunstig resultaat op de inkoop uit de Rijnmond Energie Centrale.

Overige bedrijfsopbrengsten
De overige bedrijfsopbrengsten zijn toegenomen van 331 miljoen naar 366 miljoen. Dit wordt o.a. veroorzaakt door een tweetal acquisities door de groep installatiebedrijven die voor bijna 20 miljoen bijdroegen aan de omzetstijging en het benutten van een verhaalsmogelijkheid ter grootte van 30 miljoen. In 2006 heeft ENECO besloten geen verhuiskostenvergoeding meer bij klanten in rekening te brengen. Tevens wordt niet meer actief geacquireerd om andere bedrijven of dienstverleners op de energienota te laten meeliften, waardoor de omzet uit deze activiteit ook afneemt.

Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat is over 2006 uitgekomen op 549 miljoen, een stijging van bijna 7% ten opzichte van 2005. Exclusief de hierboven bedoelde verhaalsmogelijkheid is het bedrijfsresultaat stabiel gebleven. De stijging van de brutomarge energie en overige bedrijfsopbrengsten is vrijwel geheel teniet gedaan door een stijging van de operationele kosten, die verband houdt met een aantal oorzaken In 2006 is de ENECO groep uitgebreid met een tweetal installatiebedrijven en er is sterk geïnvesteerd in procesverbeteringen en IT-systemen. De toename van de kosten in 2006 is voorts veroorzaakt door de consolidatie van joint ventures, minder vrijval van voorzieningen en hogere afschrijvingslasten.

Belastingen
De effectieve belastingdruk (vennootschapsbelastinglast als percentage van de commerciële winst voor belastingen) bedraagt over 2006 35,9%. Dit is ruim meer dan het over 2006 geldende tarief voor de vennootschapsbelasting van 29,6%. De oorzaak hiervan is vrijwel geheel gelegen in de verlaging van het belastingtarief per 1 januari 2007 naar 25,5%. Dit resulteerde in een eenmalige kostenpost van 31 miljoen in verband met de afboeking van de op de balans aanwezige actieve belastinglatentie.

Investeringen
Door extra investeringen in duurzame energie bedroegen de investeringen in materiële vaste activa in 2006 ruim 100 miljoen meer dan in 2005 (2006: 281 miljoen, 2005: 180 miljoen). Hierin is 84 miljoen begrepen met betrekking tot het offshore windmolenpark Q7 dat voor 50% in de consolidatie van ENECO is begrepen. In 2007 zal een verdere sterke toename van de investering in het offshore windmolenpark Q7 plaatsvinden omdat de bouw dan wordt afgerond. Tevens zal een begin worden gemaakt met de installatie van de slimme meter, een project dat nog een fors aantal jaren zal voortduren en flinke investeringen vraagt. De reguliere infrastructuur investeringen liggen op een vergelijkbaar niveau als in 2005. Wel is er een verschuiving opgetreden tussen de investeringen in de infrastructuur van elektriciteit en gas, waarbij een toename bij gas te zien is als gevolg van specifieke (preventieve) vervangingsinvesteringen.

Duurzame investeringen
De komende jaren wil ENECO haar positie op het gebied van duurzame energie krachtig uitbouwen. ENECO heeft daarvoor grote ambities en wil zich onderscheiden met onder andere kleine en middelgrote decentrale duurzame energievormen. Het gaat daarbij om de opwekking van energie uit zon, wind en biomassa, maar ook om het stimuleren van en investeren in schone en besparende energie-innovaties, zoals geothermie en micro-WKKs voor huishoudelijk gebruik. Hierbij werkt ENECO nauw samen met uiteenlopende partners voor de ontwikkeling en exploitatie van deze innovaties. Zo is ENECO in 2006 een joint-venture aangegaan met Greenchoice in de vorm van het Greenlab. Greenlab richt zich op de snel groeiende markt voor kleinschalige en decentrale duurzame energietoepassingen, waaronder mini-windturbines, biogas uit waterzuiveringsinstallaties, micro-WKKs, zonne-energie en andere nieuwe energietechnologieën.

Financiering
De netto kasstroom uit operationele activiteiten bedroeg in 2006 464 miljoen (2005: 498 miljoen). In percentage van de rentedragende schuld bedraagt deze kasstroom 31,4% (2005: 43,7%), ruimschoots boven de intern gestelde norm.
De solvabiliteitsratio (eigen vermogen/totaal vermogen) is van 47,5% gedaald naar 41,8%. Deze daling wordt grotendeels veroorzaakt door de balansverlenging als gevolg van de proportionele consolidatie van joint ventures en de toename van de op balansdatum niet afgewikkelde energiehandelstransacties. Deze ontwikkeling is een logisch gevolg van het actieve beleid van ENECO en geeft tevens aan dat een sterk vermogen vereist is om in de energiemarkt concurrerend te kunnen opereren. De rentedekking ligt nog steeds op het hoge niveau van 8,4.

Op 31 december 2006 beschikt ENECO over financieringsprogrammas van 4,6 miljard, waarvan ultimo 2006 ruim 1,4 miljard is gebruikt. Eind oktober 2006 is het grootste deel van de uitstaande obligatielening met een tijdelijke overbruggingsfinanciering afgelost. Deze aflossing past in het beleid om het herfinancieringsrisico te beperken en gebruik te maken van de lage rentestand. In het eerste kwartaal 2007 wordt permanente langetermijnfinanciering aangetrokken bestaande uit verschillende leningen met uiteenlopende looptijden.

Credit rating
Als gevolg van de beslissing in de Tweede Kamer over de splitsing van energiebedrijven heeft Standard & Poors de corporate credit rating op A met credit watch with negative implications gezet. Na stemming in de Eerste Kamer over dit wetsvoorstel heeft Standard & Poors deze credit watch weer ongedaan gemaakt en voor de gehele energiesector het vooruitzicht van de rating op negative geplaatst. Deze negative outlook heeft vooral te maken met de nog aanwezige onzekerheid over de effecten van de implementatie van de Wet Onafhankelijk Netbeheer. ENECO heeft vertrouwen in een goede implementatie en verwacht dat deze onzekerheid voor de sector kan worden weggenomen.

Leveringszekerheid
De gemiddelde storingsduur van elektriciteit in 2006 is door een tweetal incidenten fors toegenomen. Deze incidenten betreffen een storing in een hoogspanningstransformator in juni in Vinkenveen en kortsluiting in een voedingsstation in Middelharnis in augustus. In totaal hadden deze twee incidenten een effect van ruim 10 minuten op de gemiddelde storingsduur per klant. Tevens heeft zich in de warme zomerperiode van 2006 een hoger aantal storingen in de kabelnetten voorgedaan dan in andere jaren. Ook andere energiebedrijven hebben dit geconstateerd. KEMA onderzoekt de relatie. ENECO neemt waar nodig maatregelen.

De uitvalduur kwam door deze incidenten flink hoger uit dan gebruikelijk. Het aantal storingsminuten gemiddeld per aangesloten klant over de afgelopen drie jaar bedraagt:

ENECO Energie-netten

2006

2005

2004

Laagspanning

4,5

4,2

3,6

Middenspanning

27,6

14,7

18,4

Hoogspanning

4,8

2,2

0,1

Totaal ENECO

36,9

21,1

22,1

Totaal Landelijk

36

27

24

Verwachtingen
Het jaar 2007 zal voor ENECO in het teken staan van de implementatie van de Wet Onafhankelijk Netbeheer. Deze implementatie betekent een aantal interne verschuivingen en reorganisaties die uiteindelijk de transparantie en de verslaggeving ten goede zullen komen. Behoudens onvoorziene gebeurtenissen is de verwachting voor 2007 dat de operationele resultaten op hetzelfde niveau als in 2006 zullen uitkomen.

Jaarresultaten
Als bijlage bij dit persbericht zijn overzichten gegeven van de kengetallen, resultatenrekening en balans.

De in dit persbericht gepresenteerde verkorte financiële overzichten zijn gebaseerd op de opgemaakte jaarrekening per 31 december 2006, die op de website van ENECO beschikbaar is. Ingevolge artikel 2: 395 BW melden wij dat onze accountant, Deloitte Accountants B.V. bij de opgemaakte jaarrekening een goedkeurende accountantsverklaring heeft verstrekt. Voor het inzicht dat is vereist voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van ENECO Holding N.V. en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van de controle van Deloitte Accountants B.V. dient dit persbericht te worden gelezen in samenhang met de jaarrekening waaraan dit is ontleend, alsmede met de door Deloitte Accountants B.V. daarbij op 21 maart 2007 verstrekte accountantsverklaring. De jaarrekening is nog niet vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders.

Persbericht inclusief cijfers (pdf 56kB)