abcdefgh
Aan
de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Binnenhof 4
2513 AA DEN HAAG
Contactpersoon Doorkiesnummer
- -
Datum Bijlage(n)
21 maart 2007 -
Ons kenmerk Uw kenmerk
DGP/WV/u.07.00247 2060708710
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door het lid De Krom
over de fileproblematiek.
1. Heeft u kennisgenomen van het artikel `Drie keer zoveel files in februari?'
1. Ja.
2. Is het waar, dat het aantal files dat in februari op de Nederlandse wegen stond in
vergelijking met dezelfde maand vorig jaar is verdrievoudigd? Zo neen, wat zijn dan
de correcte cijfers?
2. Volgens cijfers van Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer is het aantal
files in februari 2007 gestegen met 89% ten opzichte van februari 2006. Dat is dus
minder dan de factor 3 waaraan in het artikel wordt gerefereerd, maar het is wel bijna
een verdubbeling. Sinds de invoering van een nieuw registratiesysteem bij
Rijkswaterstaat op 1 juli 2005 is het aantal geregistreerde files met een duur van
slechts enkele minuten sterk toegenomen.
Een betere maat voor de filedruk is filezwaarte, dat is de gemiddelde lengte keer de
tijdsduur van een file. De filezwaarte in februari 2007 is 18% méér dan de filezwaarte
in februari 2006, in februari 2006 17% meer dan in februari 2005, maar in februari
2005 20% minder dan in februari 2004.
Postadres Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Telefoon 070 351 61 71
Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Fax 070 351 78 95
bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)
DGP/WV/u.07.00247
3. Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling? Kunt u aangeven wat de economische en
milieugevolgen zijn ten opzichte van een scenario waarbij er geen files zouden zijn
geweest in de maand februari 2007?
3. Natuurlijk constateer ik in navolging van mijn ambtsvoorganger in de Nota
Mobiliteit dat het wegverkeer toeneemt, dat de wegcapaciteit haar grenzen bereikt
en dat de vertraging door files sterk toeneemt, niet alleen in de spits, maar ook steeds
meer in de rustige uren. Zoals de ANWB al had gemeld, hebben er in februari 2007
extra files gestaan op enkele dagen met slecht weer en door ongevallen
Precieze berekening van de milieugevolgen van de filesituatie in februari 2007
vergeleken met een filevrij scenario in diezelfde maand is niet te geven. Eén van de
redenen hiervoor is dat de effecten op luchtkwaliteit in een bepaalde periode in grote
mate afhankelijk zijn van een complex aan veranderlijke factoren, waaronder
meteorologische omstandigheden. Duidelijk is wel dat files in het algemeen een
negatief effect hebben op luchtkwaliteit; en dat omgekeerd, verbetering van de
doorstroming een positief effect op de luchtkwaliteit kan hebben. Hoe groot dit effect
is, hangt af van de situatie ter plaatse.
Voor de berekening van de economische gevolgen van de files in februari 2007 heb ik
de voertuigverliesuren gewaardeerd op basis van een gemiddeld tarief van ongeveer
16,- per uur. Dit bedrag is een gewogen gemiddelde over de verschillende
reismotieven (vrachtvervoer, woon-werkverkeer, zakelijk en overig verkeer), waarbij
rekening is gehouden met het gemiddelde aandeel in de voertuigverliesuren en de
bezettingsgraad. De in geld gewaardeerde verliestijd bedraagt in februari 2007 68
mln en in februari 2006 57 mln. Hierbij is uitgegaan van alle verliesuren ten opzichte
van een referentiesnelheid van 100 km/uur.
4. Bent u van oordeel dat het probleem primair wordt veroorzaakt door een gebrek
aan capaciteit op de Nederlandse wegen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe denkt u
dit probleem op te lossen in het licht van de autonome groei van het wegverkeer met
40% tot 2020, terwijl het saldo van investeringen en ombuigingen in de infrastructuur
volgend uit het regeerakkoord nul is, zoals berekend door het CPB?
4. Files ontstaan doordat het aanbod van vervoer groter is dan de capaciteit van de
weg op dat moment. Het verkeersaanbod groeit jaarlijks. Verklarende factoren
hiervoor zijn de economische groei en de toename van het autobezit. De capaciteit
van de weg kan tijdelijk beperkt zijn door bijvoorbeeld weersomstandigheden,
incidenten en wegwerkzaamheden. Maar er zijn ook knelpunten waar de capaciteit
structureel tekort schiet. Daarom is met de Nota Mobiliteit - die als uitgangspunt heeft
dat het wegverkeer met ruim 40% toeneemt in 2020 - vastgesteld dat de
betrouwbaarheid van de reistijd en de bereikbaar moet verbeteren door een
maatregelenpakket van bouwen, benutten en beprijzen. Met dit volledige pakket kan
---
DGP/WV/u.07.00247
de filezwaarte worden teruggebracht. Om de ambities uit de Nota Mobiliteit te
realiseren, bestaat bet bouwpakket uit capaciteitsuitbreidingen op de zwaarste
knelpunten, met een totale investering van 14,5 miljard in aanvulling op het MIT
t/m 2010. Dit kabinet trekt bovendien nog extra financiële middelen uit voor de
verbetering van de weginfrastructuur. In het onderstaande antwoord ga ik daar nader
op in.
5. Kunt u de uitspraak van de fractievoorzitter van het CDA bevestigen dat bovenop
de al gereserveerde 80 miljard t/m 2020 `er de komende jaren sprake is van miljarden
euro's extra voor openbaar vervoer en wegen' en dat `er ruim drie miljard meer voor
infrastructuur en openbaar vervoer is'? Kunt u dat toelichten? Hoe verhoudt die
uitspraak zich tot de berekening van het CPB en tot de gegevens uit het
regeerakkoord, waaruit blijkt dat jaarlijks slechts 100 miljoen structureel extra
beschikbaar komt voor investeringen in infrastructuur?
5. In het Coalitieakkoord is aangegeven dat er voor infrastructuur en (vaar)wegen in
de kabinetsperiode 2007 2011 in totaal 250 miljoen beschikbaar is en daarna
structureel 100 miljoen per jaar. In de periode 2007 tot en met 2020 gaat dat dus in
totaal om 1.150 miljoen (= 250 mln plus 900 mln) extra ten opzichte van de op
dit moment in dezelfde periode gereserveerde middelen.
Voor Openbaar vervoer is in het coalitieakkoord eenzelfde bedrag als hierboven
beschikbaar ( 250 miljoen in de periode 2007 2011 en daarna 100 miljoen
structureel per jaar in totaal dus ook 1.150 mln extra). Daarnaast wordt bekeken in
hoeverre investeringen in infrastructuur een plek kunnen krijgen in andere enveloppen
uit het Coalitieakkoord, zoals Regionaal economisch beleid (waaronder
bereikbaarheid). In deze specifiek voor regio's bedoelde enveloppe gaat het tot en
met 2020 evenals bij de vorige twee enveloppes ook om een bedrag van 1.150
miljoen. Een deel daarvan gaat naar bereikbaarheid.
In totaal gaat het bij deze drie enveloppes dus om een bedrag van ruim drie miljard
extra ten opzichte van de reservering zonder coalitieakkoord.
In het CPB-rapport waarnaar in de vraag wordt verwezen, worden alleen de cijfers
gepresenteerd van het jaar 2011. Voor V&W betekent dat een intensivering van 300
miljoen in 2011 (waarvan 100 mln voor infrastructuur en vaarwegen). Structureel
(periode 2007 - 2020) gaat het echter om de hiervoor genoemde circa 3 miljard.
Tegenover de hierboven genoemde intensiveringen worden in het CPB rapport
ombuigingen gepresenteerd met een waarde van ook 300 miljoen per jaar. Dit cijfer
betekent echter niet automatisch een korting op de budgetten die we beschikbaar
hebben voor de realisatie van infrastructurele werken. De ombuiging van 300
miljoen per jaar is opgebouwd uit drie onderdelen:
---
DGP/WV/u.07.00247
· de taakstelling op bestuur- en uitvoeringskosten van structureel 50 miljoen,
worden zodanig ingevuld dat dit geen vermindering van beschikbare budgetten
voor infrastructurele werken betekent;
· over de door het CPB gemelde tegenvallers van 0,8 miljard uit de Voorjaarsnota,
vertaald naar een ombuiging van 150 miljoen voor infrastructuur, is nog geen
besluit genomen;
· de precieze invulling van de jaarlijkse korting op de groei van de BDU met 80
miljoen (0,1 miljard) moet nog plaatsvinden.
6. Hoeveel daarvan gaat naar extra investeringen in uitbreiding van de wegcapaciteit?
Welke knelpunten bent u voornemens daarmee op te lossen?
6. De departementen zijn nu bezig met invulling van de enveloppen. Omdat nog geen
besluitvorming heeft plaatsgevonden is een verdeling nu niet te geven. Deze
resultaten (en daarmee de verdeling) worden gepresenteerd in de begroting 2008.
Welke knelpunten met de beschikbare middelen worden opgelost is nog niet bepaald.
Dit jaar wordt de tweejaarlijkse herijking van de knelpuntenanalyse - de Landelijke
Mark- en Capaciteitsanalyse Weg - uitgevoerd, die was aangekondigd in de
Uitvoeringsagenda van de Nota Mobiliteit. Deze analyse maakt onderdeel uit van de
Netwerkaanpak. Doel is om bouwstenen te leveren voor de nadere invulling van het
MIT voor de periode 2014-2020.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Camiel Eurlings
---
Ministerie van Verkeer en Waterstaat