Nationaal plan diervoeders 2007
20 maart 2007 - nieuwsbericht
Op de website van de Voedsel en Waren Autoriteit is het Nationaal plan diervoeders 2007 gepubliceerd. Het is een overzicht van controles die in 2007 worden uitgevoerd.
Meer informatie:
*
*
Nationaal Plan diervoeders 2007
Onderzoek naar ongewenste stoffen en verboden materialen in
diervoeders
januari 2007, versie definitief
mr. drs. R.G. Herbes
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 2
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 3
1. INHOUDSOPGAVE
1 Inleiding 2
2 Nationaal Plan diervoeder 2007 3
2.1 Onderbouwing Nationaal Plan diervoeder 2007 3
2.2 Nationaal Plan diervoeder 2007 8
3. Bijlage: onderzoeksmethoden 11
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 4
2. INLEIDING
Het nationaal plan diervoeders is een nadere uitwerking van de Controleverordening (882/2004/EG). Deze
nieuwe verordening stelt regels voor de organisatie van de officiële controles op het gebied van de diervoeding in
de EU. In artikel 41 e.v. van de verordening is vastgelegd dat elke EU-lidstaat een meerjarig controleprogramma
opstelt voor het komende kalenderjaar. In het programma wordt aangegeven wat de aard van de controles is en
met welke frequentie de controles uitgevoerd gaan worden. Voor diervoeders is tot op heden gewerkt met een
apart programma voor het onderzoek op ongewenste stoffen en verboden materialen in diervoeders. Dit
onderzoek, voorheen het controleprogramma diervoeders genoemd, is in dit rapport voor 2007 nader uitgewerkt.
Vanaf 2007 heeft dit onderzoek, in lijn met de benaming bij andere thema's (bijv. diergeneesmiddelen), de naam
"Nationaal plan ongewenste stoffen en verboden materialen in diervoeders 2007"gekregen (afgekort tot NP
diervoeders).
De VWA heeft voor de controles op diervoeder een toezichtarrangement opgesteld, waar het onderzoek op
contaminanten cq. ongewenste stoffen onderdeel van uitmaakt.
In dit rapport wordt het NP diervoeder 2007 van Nederland weergegeven. Dit controleprogramma omvat het
onderzoek op ongewenste stoffen en op verboden materialen in diervoeders. Ofschoon dit soort controles door
verschillende controle- en inspectiediensten wordt uitgevoerd, bevat dit rapport alleen de door de VWA
uitgevoerde onderzoeken. Het is tot nu toe niet mogelijk gebleken om de gegevens van andere diensten tijdig te
ontvangen en in één gezamenlijk rapport te verwerken.
Hoofdstuk 2 gaat in op de onderbouwing van het NP diervoeder. Vervolgens wordt het NP diervoeder 2007
weergegeven. De aard en het aantal analyses, uitgesplitst per product(groep), worden hierin aangeduid.
In 2006 is voor de stoffen dioxine en aflatoxine B1 een trendanalyse uitgevoerd. Het rapport van deze
trendanalyse is binnenkort beschikbaar op de site van het Rikilt. Voor zover mogelijk is bij het opstellen van het
NP diervoeders 2007 gebruik gemaakt van de conclusies uit deze trendanalyse.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 5
2 Nationaal Plan diervoeder 2007
2.1 Overwegingen bij het nationaal plan diervoedercontaminanten 2007
Jaarlijks wordt een onderzoeksplan opgesteld voor het onderzoek op contaminanten (ongewenste stoffen) en
verboden materialen in diervoeders. Dit plan heeft als uitgangspunten:
· Onderzoek naar het voorkomen van overschrijdingen van normen, zoals vastgelegd in RL 2002/32;
· Onderzoek naar de aanwezigheid van verboden materialen, zoals vastgelegd in Vo. (EG) nr. 999/2001 en
Beschikking 2004/217/EG;
· Uitwerking van het gecoördineerd programma van de Europese Commissie (Aanbeveling van de Commissie
2005/925/EG, L 337 p. 51); NB. ofschoon dit programma alleen voor 2006 dienst deed, wordt een deel (in
bijzonder het diermeeldeel) ook in 2007 uitgevoerd.
· Uitwerking van de aanbeveling van de Commissie inzake de monitoring van achtergrondconcentraties van
dioxinen en dioxine-achtige PCB's in diervoeders (2004/704/EG); deze aanbeveling zou voor 2007
aangepast worden. Brusselse besluitvorming laat echter nog op zich wachten, waardoor voor 2006
· Uitwerking van de aanbeveling van de Commissie 2006/576/EG inzake deoxynivalenol, zearalenon,
ochratoxine A, T-2- en HT-2-toxine en fumonisinen (PB L 229 van 23.8.2006, blz. 7);
· Andere wettelijke bepalingen;
· Specifieke bevindingen die vragen om diepgaander onderzoek.
Bemonstering en onderzoek in het kader van de verordeningen 1829/2003 en 1830/2003 (GGO's) is niet in dit
NP diervoeders opgenomen.
In het algemeen is er een verschuiving in het plan doorgevoerd, om capaciteit vrij te maken voor onderzoek van
monsters die door de VWA in het kader van projecten cq. reguliere controles worden genomen. Voor dit
onderzoek is vanuit de Commissie van Toezicht van het WOT geen extra geld beschikbaar gesteld. Ook om
incidenten binnen het budget van het nationaal plan te kunnen afhandelen, is er met onderzoeken geschoven.
Hieronder worden in het kort de overwegingen weergegeven, die uiteindelijk geleid hebben tot de aantallen te
nemen monsters in 2007.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 6
DIERMEEL
Vanaf het totaalverbod op het gebruik van dierlijke eiwitten voor landbouwhuisdieren in 2001 (eind 2000), zijn het
aantal overschrijdingen in het onderzoek sterk teruggelopen. De overschrijdingen in 2004 zijn beperkt tot 8
bevindingen, waarbij geen enkele in voeder voor herkauwers. In het merendeel betrof het de aanwezigheid van
graatfragmenten, zonder declaratie van vismeel dan wel spierfragmenten in brijvoeders. In 2005 zijn 18
afwijkingen geconstateerd. Hiervan is er één met botfragmenten, gevonden in een pluimveevoeder. De overige
betreffen resten van vismeel. Er zijn geen afwijkingen gevonden in rundveevoeders. In onderstaande tabel is een
overzicht opgenomen van de bevindingen van voorgaande jaren.Controle op diermeel is opgenomen in de
aanbeveling van de Europese Commissie voor een gecoördineerd programma. Hierin zijn het aantal te nemen
monsters vastgelegd. In aanvulling daarop wordt ook de aandacht gevestigd op documentencontrole. In 2004
heeft het CIDC een risico-analyse uitgevoerd, om voor de Nederlandse situatie meer specifieke risico's aan te
geven. Deze risico-analyse is de basis voor de keuze van de aantallen en plaatsen van bemonstering.
Analyses dierlijke eiwitten
Jaar 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005
Totaal 1407 1093 2754 2679 2208 2166 2002
Afwijkingen 207 20 44 5 6 8 18
Herkauwervoeders ? ? 11 0 0 0 0
Voor 2007 zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd:
· het aantal onderzoeken in voedermiddelen, in verband met de mogelijke aanwezigheid van botfragmenten in
aanhangende grond, wordt teruggebracht.
· het onderzoek van mengvoeders komt nog meer te liggen op die voeders voor risicodiersoorten, i.c.
herkauwervoeders.
· de onderzoeken op brijvoeders vervallen in zijn geheel. Het zwaartepunt van die controles komt te liggen op
de verwerkende industrie, die toeleverancier is voor de zelfmengende veehouders. Bij deze verwerkende
industrie zullen met name visuele inspecties uitgevoerd worden, die in twijfelgevallen gecombineerd kunnen
worden met monsteronderzoek.
· In 2006 is een eerste voorzichtige stap gemaakt met aanvullend PCR-onderzoek van positieve monsters. De
eerste resultaten zullen binnenkort gerapporteerd worden. Voor 2007 zullen alle monsters met
botfragmenten en spierweefsel (zonder graatfragmenten) worden onderzocht met de PCR.
ZWARE METALEN
De laatste jaren zijn er in Nederland t.a.v. de metalen geen grote problemen gesignaleerd. In Europa zijn er
echter grote problemen geweest met cadmium in zinksulfaat (o.a. Noorwegen en Frankrijk). Van het incident in
Frankrijk heeft een kleine spin-off naar Nederland plaatsgevonden.
De overschrijdingen die in Nederland werden aangetroffen, betroffen o.a. arseen in palmpitschilfers en lood in
een mineralenmengsel. Door verhoging van de norm voor arseen in o.a. palmpitschilfers zullen overschrijding
minder frequent voorkomen. Hierdoor kon het aantal monsters op plantaardige voedermiddelen uit 3e landen
bijgesteld worden.
Momenteel vindt een discussie over wijziging van de normstelling voor lood in groenvoeder plaats. Er blijken
onvoldoende gegevens te zijn over de huidige gehalten lood in groenvoeders. In 2007 zullen derhalve meer
monsters gras en kuilvoer onderzocht worden. Voor zover mogelijk zullen daarbij een aantal monsters uit risico-
gebieden, zoals uiterwaarden en wegbermen, meegenomen worden.
In het plan is ruimte gecreëerd voor onderzoek in vismeel en kalvermelk. Dit is ten koste gegaan van onderzoek
in mengvoeders en brijvoeders.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 7
Van de verminderde onderzoeken worden 50 monsters toegevoegd aan de vrije ruimte voor nader onderzoek.
Op verzoek van het Rikilt zullen de monsters met hoge gehalten mineralen in actieweken worden verzameld.
Hierdoor zal het Rikilt minder problemen ondervinden met contaminatie van de onderzoekslijn.
PESTICIDEN
Vanaf de start van het Controleprogramma Diervoeder worden de apolaire pesticiden gemeten via GC-ECD. Dit
betrof vooral de organochloorverbindingen (waarvoor maxima in 2002/32 zijn vastgesteld) en indicator PCB's.
Vanaf 2006 worden een aanzienlijk groter aantal apolaire pesticiden gemeten via de GC-TOF-MS (ong. 360
pesticiden). Bovendien wordt deze analyse gecombineerd met een LC-MS analyse waarbij de polaire pesticiden
(ong. 120 pesticiden) gemeten worden
De regeling residuen van bestrijdingsmiddelen is onverminderd van toepassing op diervoeders, waardoor deze
nieuwe methode een waardevolle aanvulling is. Bij positieve bevindingen van pesticiden, die niet in RL2002/32
worden genoemd, zal een oriënterend onderzoek naar de bron van de contaminatie plaatsvinden.
Het onderzoek op pesticiden zit nog in een verkennende fase. Voor 2007 wordt de focus gericht op
mengvoeders, incl. kalvermelk.
DIOXINES EN DIOXINE-ACHTIGE PCB'S
Onderzoek naar dioxines en dioxine-achtige PCB's blijft een belangrijk onderwerp. De recente incidenten met
dioxines in broodmeel, aardappelbijproducten en varkensvet liggen nog vers in het geheugen.
Het Nationaal Plan is een mix van de specifieke EU-aanbeveling en overig onderzoek. Voor de EU-aanbeveling
(2004/704/EG)worden de voorgestelde monsters binnen een beperkte tijdslimiet verzameld, omdat deze
monsters direct met de GCMS worden onderzocht. Door deze beperking en het feit dat monsters in de haven niet
altijd genomen kunnen worden, worden voor de aanbeveling geen monsters in de haven genomen. De
aanbeveling van de Commissie uit 2004 zal binnenkort worden aangepast (NB. de nieuwe aanbeveling zal niet in
het plan 2007 worden opgenomen door vertraagde discussie in Brussel). Dit zal in het totaal aantal monsters
geen grote verschuivingen geven.
In het plan is ruimte gecreëerd voor onderzoek in reststromen en het ALOM-project dierlijke vetten. Dit is ten
koste gegaan van het onderzoek in mengvoeders, brijvoeders en voedermiddelen. In het onderzoek van het
ALOM in 2005 is een monster varkensvet met een hoog dioxinegehalte gevonden. Dit heeft geleid tot het dioxine-
incident in begin 2006.
Tevens is het onderzoek op citruspulp geschrapt. Dit onderzoek was nog een voortvloeisel uit het incident in
1999. De afgelopen jaren zijn geen positieve bevindingen geconstateerd en wordt door de Braziliaanse overheid
een certificaat bij elke partij bijgeleverd. December 2006 zijn de extra maatregelen voor citruspulp afgeschaft.
Ten opzichte van 2006 zullen er geen grote verschuivingen optreden. Met het oog op de mogelijk hoge
"natuurlijke" gehalten dioxinen en dioxineachtige PCB's in visproducten zullen meer van deze producten
onderzocht worden.
Alle monsters zullen behalve op dioxines ook op dioxine-achtige PCB's worden onderzocht.
KOPER EN ZINK
Onderzoek naar koper en zink zal de komende jaren van belang blijven, doordat deze elementen mogelijk meer
ingezet gaan worden (in normoverschrijdende hoeveelheden), als vervangers van de antimicrobiële
groeibevorderaars. Aangezien de inzet van koper en zink vooral in mestvarkens plaatsvindt, zal het onderzoek
beperkt worden tot voeders voor mestvarkens vanaf 12 weken. Tevens is dit onderzoek opgenomen in het
gecoördineerd programma van de Europese Commissie.
In 2005 en 2006 zijn regelmatig overschrijdingen van koper dan wel zink gevonden. Een reden om dit onderzoek
te continueren.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 8
MYCOTOXINEN
De regelgeving voor mycotoxinen is aangepast. Ook de andere mycotoxinen zijn nu in de regelgeving
opgenomen. Ofschoon het een aanbeveling betreft voor actielimieten, is de verwachting dat in de praktijk deze
actielimieten als norm gehanteerd gaan worden.
In de trendanalyse is gebleken dat als alleen naar aflatoxine B1 gekeken zou worden, het aantal monsters van
specifieke grondstoffen of mengvoeders verminderd zou kunnen worden. Echter een trendanalyse voor de
overige mycotoxinen ontbreekt nog voldoende gegeven. Derhalve wordt het onderzoek breed uitgevoerd, en
waar mogelijk (bijv. waar alleen aflatoxine van belang is) alleen met specifieke "single-compound" HPLC
methoden.
Het Rikilt ondervindt sinds halverwege 2005 problemen met de LC-MS-multimethode. Sinds die tijd moet
Aflatoxine apart met een specifieke HPLC methode bepaald worden. In 2007 zal aan verbetering van de multi-
methode op dit punt gewerkt worden.
SALMONELLA
Voor Salmonella zijn er geen normen in diervoeders opgesteld. Het bedrijfsleven voert in het kader van controle
van de diverse plannen van aanpak (pluimee, varkens) uitgebreid onderzoek uit op Salmonella. Jaarlijks wordt
door het Productschap diervoeders een overzicht gepubliceerd van de resultaten Salmonella uit de databank van
het PDV. Aangezien dit overzicht ter beschikking wordt gesteld aan de Overheid, is een eigen onderzoek op
Salmonella niet noodzakelijk.
HORMONEN
Het onderzoek op hormonen in diervoeder vindt plaats in aanvulling op het Nationaal Plan `Hormonen en overige
stoffen'. Het onderzoek in het diervoederplan wordt specifiek verricht met een oestrogenen-essay. Tot op heden
is er niets bijzonders in dit onderzoek naar voren gekomen. In 2007 zal voor de laatste keer dit onderzoek worden
opgenomen, met de focus op de kalversector.
ANTIBIOTICA EN COCCIDIOSTATICA
Deze producten/stoffen vragen de laatste jaren steeds meer aandacht, o.a. door herhaald aantreffen van
residuen van deze producten in niet-doeldieren. Het onderzoek kan verdeeld worden in de volgende categorieën:
1) verboden anti-microbiële groeibevorderaars (amgb's)
2) versleping van veterinaire antibiotica (diergeneesmiddelen)
3) verboden coccidiostatica
4) verboden groeibevorderaars
5) versleping van coccidiostatica (inclusief ionoforen)
6) verboden stoffen: chooramphenicol (CAP).
Vanaf de start van het controleprogramma Diervoeder wordt microbiologisch gescreend op de aanwezigheid van
(verboden) amgb's en veterinaire antibiotica (zie tabel 2). Vanaf 2006 zijn de laatste 4 amgb's (avilamycine,
flavofosfolipol, salinomycine en monensin) verboden. Avilamycine en flavofofolipol werden al met de methode
gedetecteerd. In 2006 is de methode sterk verbeterd waardoor nu ook ionoforen (inclusief salinomycine en
monensin), quinolonen en sulfonamiden op verslepingsniveau detecteerbaar.
Bij de bemonstering zal het onderzoek naar verboden amgb's meer toegespitst worden op de relevante
diersoorten.
De methode voor (verboden) coccidiostatica en verboden groeibevorderaars/stoffen is sinds 2005 gewijzigd,
waardoor meer producten onderzocht kunnen worden (zie tabel 3).
Het onderzoek op CAP in kalvermelkvoeders wordt meer toegespitst op die voeders, die met melkpoeder uit
risicolanden zijn samengesteld.
Dit onderzoek maakt ook deel uit van de aanbeveling voor het gecoördineerd programma van de EU.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 9
In 2006 is in één monster een verboden amgb aangetroffen. Verder zijn er enkele constateringen met gehalten
van additieven op verslepingsniveau in niet-doeldiervoeders aangetroffen.
Voor 2007 is besloten om geen monsters meer bij voormengselbedrijven te nemen. De kans dat hier verboden
additieven worden aangetroffen is minimaal. Onderzoek in gemedicineerde diervoeders in 2005/6 heeft
aangetoond dat de kwaliteit van dit soort voeders nogal te wensen overlaat. In 2007 zal daarom van bemonsterde
gemedicineerde diervoeders (met oxytetracycline als toegediend diergeneesmiddel) kwantitatief het gehalte
worden vastgesteld. Bij bemonsterde charges zal altijd het etiket beoordeeld worden.
ZUIVERHEIDSEIS
Deze eis volgt uit Verordening 1774/2002. Het bedrijfsleven is verantwoordelijk voor de zuiverheidseis en dient dit
ook te onderzoeken. Daarnaast zijn er in de afgelopen jaren geen afwijkingen vastgesteld. Vanaf 2007 wordt dit
onderzoek niet langer uitgevoerd.
WAARDEGEVENDE BESTANDDELEN
In dit kader wordt in 2007 geen onderzoek gedaan naar waardegevende bestanddelen.
VERPAKKINGSMATERIAAL
In 2005 is een eerste start gemaakt met de controle op het verbod op de aanwezigheid van verpakkingsmateriaal
in diervoeders. Door het Rikilt is een microscopische methode ontwikkeld, die in 2007 nader zal worden ingezet
voor dit onderzoek.
ALKALOÏDEN
In Europa vindt er steeds meer discussie plaats over het belang van alkaloïden voor volks- en of diergezondheid.
· Ergot-alkaloïden
Voor ergot-alkaloïden is een norm opgenomen in de RL 2002/32/EG. Deze norm is echter gebaseerd op de
aanwezigheid van visueel zichtbare ergotverontreinigde graankorrels. Voor verwerkte producten is echter geen
norm aanwezig. Een aanbeveling voor nader onderzoek voor ergot is in de maak. In deze aanbeveling is
opgenomen producten te onderzoeken op de verschillende alkaloïden. Voor 2007 zal, nadat een methode
operationeel is gemaakt, 50 monsters graan (met name rogge) aselect worden bemonsterd. Tevens zal voor
zover mogelijk 10 monsters van ergot-verdachte partijen genomen te worden. Deze laatste monsters zijn met
name van belang om de verdeling van de verschillende alkaloiden te bepalen. Om aan deze monsters te komen,
kan het noodzakelijk zijn om monsters van het bedrijfsleven te gebruiken.
· Pyrolizdine-alkaloïden van Jacobskruiskruid
De alkaloïden uit het Jacobskruiskruid zijn berucht als dodelijke toxine voor diverse landbouwhuisdieren (o.a.
paarden). In 2006 is een nader onderzoek gestart naar de overdracht van deze alkaloïden naar producten van
dierlijke oorsprong. In dit onderzoek is ook een methode ontwikkeld voor diervoeders en zijn een aantal reguliere
monsters onderzocht. Gegevens hiervoor zullen pas in de loop van 2007 beschikbaar worden. Eventueel nader
onderzoek is in de tabel al als PM-post opgenomen.
ONDERZOEKEN OP HET VERLANGLIJSTJE
Bij de bespreking van het NP diervoeders 2007 zijn een aantal stoffen genoemd, waar nader onderzoek
geïndiceerd zou zijn. Voorlopig is besloten om, gelet op het budget van het Nationaal Plan, deze onderzoeken
nog niet op te starten. Hieronder worden deze stoffen genoemd met een korte samenvatting van de discussie en
conclusie:
· Onderzoek naar PAK's: PAK's hebben jaren in het Controleprogramma gezeten, zonder dat er normstelling
was, cq. in ontwikkeling was. In de onderzoeken kwam naar voren dat met name in de gedroogde
grasproducten PAK's gevonden werden. Onduidelijk was of dit een gevolg was wan gecontamineerd
uitgangsmateriaal of dat de verontreiniging tijdens het droogproces had plaatsgevonden. PAK's zijn uit het
programma gehaald, omdat er geen volks- en/of diergezondheidsproblemen mee gerelateerd zouden zijn.
Een inmiddels uitgevoerde risicobeoordeling geeft redenen om dit laatste standpunt te heroverwegen. In
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 10
eerste instantie zal nu in WOT-thema contaminanten naar de overdracht van (metabolieten van) PAK's
worden gekeken. Hieruit voortvloeiend kan een onderzoeksopdracht voor PAK's in diervoeders worden
geformuleerd. Omdat er in het bestaande NP diervoeders geen ruimte is, zal dit onderzoek uit de vrije ruimte
WOT4 gefinancierd moeten worden.
· Broomhoudende vlamvertragers: deze producten zouden zich kunnen ophopen in het milieu en het dierlijk
product. De EFSA is bezig een advies over deze stoffen op korte termijn af te ronden. Tot dit advies zal er
nog geen onderzoek naar deze producten plaatsvinden.
· Organische tinverbindingen. Over deze verbindingen is nog weinig bekend. Hierdoor lijkt een
risicobeoordeling als eerste geïndiceerd voordat nader onderzoek op diervoeders gaat plaatsvinden.
· Botanische onzuiverheden: in de RL 2002/32/EG zijn een groot aantal botanische onzuiverheden
opgenomen. In het NP diervoeders is slechts een zeer klein deel opgenomen (de alkaloïden). Door de
EFSA is een advies over deze botanische onzuiverheden in de maak. Dit advies wordt afgewacht, voordat
nader onderzoek wordt uitgevoerd.
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 11
2.2 Nationaal Plan diervoeders 2007
Onderzoek op Te bemonsteren diervoeders per Plaats van bemonsteren Type Aantal
productgroep
Verboden dierlijke Vismeel (alle partijen uit 3e landen) Zeehaven Rotterdam
Aselect 10
eiwitten(botfragmenten Vismeel (oorsprong 3e landen, niet Op- en overslagbedrijven Aselect 30
en indien van toepassing binnengekomen via zeehaven Rotterdam) (10) en mengvoeder-
graatfragmenten) fabrikanten (20)
Vismeel (oorsprong EU-lidstaten) Op- en overslagbedrijven Aselect 40
(10) en mengvoeder-
fabrikanten (30)
Voedermiddelen (plantaardig), Op- en overslagbedrijven en Aselect 50
waarvan;bietenpulp gerelateerd aan mengvoederfabrikanten
suikerbietenoogst 2007 (20), maisglutenmeel
(oorsprong derde landen; zeehaven Amsterdam
en Rotterdam) (20)
Mengvoeders voor herkauwers (500), varkens Mengvoederfabrikanten Aselect 900
(250) en pluimvee (150)
Mengvoeders voor herkauwers (400), varkens (Pluim)veehouderijen Aselect 600
(100) en pluimvee (100)
Reststromen levensmiddelenindustrie Verwerkende bedrijven (50) Aselect 50
TOTAAL 1680
Extra onderzoek:
Postieve bevindingen worden experimenteel Positieve resultaten Gericht 10
onderzocht op diersoort middels PCR microscopie Rikilt
Zware metalen (As, Pb, Plantaardige voedermiddelen uit 3e landen Zeehavens Aselect 25
Hg en Cd) (waaronder palmpitschilfers)
Voedermiddelen (oorsprong EU) Mengvoederfabrikanten Aselect 25
Mineralenmengsels, spoorelementen Premix- en Aselect 75
mengvoederfabrikanten
Voormengsels voor landbouwhuisdieren Premixfabrikanten Aselect 25
Groenvoeders waarvan: Grasdrogerijen, Aselect 100
· gras- en lucernebrok, veehouderijen, overige
· aangesneden graskuilen plaatsen
· berm- en uiterwaardegras
kalvermelk kalvermelkproducenten Aselect 50
Project reststromen zie projectomschrijving Gericht 50
---
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 12
TOTAAL 350
Pesticiden (apolaire via Kalvermelk Veehouderijbedrijf Aselect 50
GC-TOF-MS en polaire Mengvoeders Mengvoederbedrijven Aselect 50
via LC-MS-MS) zie tabel 1 Soja (schroot) Mengvoederbedrijven Aselect 50
LOM-project dierlijke vetten: Vetten en oliën zie projectomschrijving Gericht 50
Reststromen AGF-levensmiddelenind. Gericht 50
TOTAAL 250
Dioxine + dioxine-achtige Aanbeveling Commissie 2004/704/EG direct via Divers volgens aanbeveling Aselect 111
PCB's (Calux-methode) de GC-MS-methode
Kleimineralen Premix- en Aselect 50
mengvoederfabrikanten
vismeel/olie Waar mogelijk Aselect 40
Mineralenmengsels / spoorelementen / Premix- en Aselect 50
Cholinechloride mengvoederfabrikanten
Gedroogde producten:gras / lucernebrok / drogerijen / mengvoederfabr. Aselect 25
broodmeel
Project reststromen zie projectomschrijving Gericht 50
ALOM-project dierlijke vetten Gericht 50
TOTAAL 376
Koper en Zink Mengvoeders voor mestvarkens (>12 weken) Mengvoederfabrikanten Aselect 100
Mengvoeders voor schapen Mengvoederfabrikanten Aselect 50
TOTAAL 150
Mycotoxinen:aflatoxine Voedermiddelen uit 3e landen (schroten en Zeehavens Aselect 100
B1, ochratoxine, schilfers van grondnoten, palmpitten, palmnoot,
zearalenone, kopra, katoen. alsmede maïs-afvallen en
deoxynivalenol, citruspulp)
fumonisine (B1 en B2), Voedermiddelen (plantaardig) uit EU(focus op Mengvoederfabrikanten Aselect 100
HT2-toxin en T2-toxin koolzaadschroot. Raapzaadschroot,
maisprodukten)
Aangesneden maïs- en graskuilen (gereed Rundveehouderijen Aselect 50
kuilvoer)
Mengvoeders voor melkvee (alleen met HPLC) Mengvoederfabrikanten Aselect 100
Mengvoeders voor varkens 50
TOTAAL 400
Verboden antimicrobiële Mengvoeders voor voor mestrunderen (25), Mengvoederfabrikanten Aselect 200
groei-bevorderaars mestkuikens (25) en leghennen (45) en
(AMGB's) + ionoforen + mestvarkens (85) en zeugen (20)
12
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 13
versleping veterinaire Mengvoeders voor pluimvee (30) en (Pluim)veehouderijen Aselect 100
antibiotica (zie tabel 2) mestvarkens (70)
TOTAAL 300
(Verboden) Mengvoeders voor pluimvee Pluimveehouderijen Aselect 150
coccidiostatica en TOTAAL 150
verboden stoffen cq
groei-bevorderaars(zie
tabel 3)
CAP (chlooramphenicol) Kunstmelkvoeders voor (mest)kalveren Kunstmelkvoeder-fabrikanten Aselect 50
samengesteld uit melkpoeder uit Oostbloklanden
TOTAAL 50
Hormonen Screening met kalvermelk Kunstmelkvoeder-fabrikanten Aselect 50
een oestrogenenessay kalvermelk kalverhouderijen Aselect 50
TOTAAL 100
Vetzuurpatroon ALOM-project dierlijke vetten zie projectomschrijving Gericht 50
TOTAAL 50
Verpakkingsmat. Project Reststromen zie projectomschrijving Gericht 50
TOTAAL 50
Alkaloiden Pyrolizidine-alkaloiden - Jacobskruiskruid graskuilen PM
Ergot-akaloiden: select 10
aselect 50
TOTAAL 60
Onvoorzien Monsterneming bij calamiteiten, onvoorzien en dioxine 50
ter verdere kennisvergaring (thema-onderzoek zware metalen 50
en/of actieweken). 100
Totaal aantal analyses 4076
13
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 14
Bijlage 1. Onderzoeksmethoden
Tabel 1: Overzicht pesticiden-onderzoek
Tijdpad Goep subgroepen Methodiek Relevante produkten
(diervoedergrondstoffen)
Vanaf Apolaire Organochloorpesticiden (HCb, GC-ECD Mengvoeders, Oliën en vetten
Start pesticiden HCH, DDT, Endosulfaan)
Programma (n= 20?)
Zeven Indicator PCB's
(28,52,101,118,138,153,180)
Toevoeging Apolaire Naast bovenstaande lijst GC-TOF- Mengvoeders, plantaardige
vanaf 2006 pesticiden uitbreiding met circa 350 MS grondstoffen, oliën en vetten
(n= 360) middelen (voornamelijk
insecticiden)
Polaire Met name herbiciden en LC-MS-MS Mengvoeders en plantaardige
pesticiden fungiciden grondstoffen
(n= 120)
Tabel 2: Overzicht amgb's, antibiotica en ionoforen onderzoek
Tijdpad Goep Subgroepen/stoffen Methodiek
Vanaf Verboden amgb's Tylosine, spiramycine, virginiamycine, Microbiologische screening
start zinkbacitracine, avoparcine, flavofosfolipol,
Programma avilamycine
Veterinaire antibiotica Macroliden (lincomycine, tiamuline, tilmicosine,
(verslepingsniveau) valnemulin, erythromycine)
ß-lactams (amoxicilline, penicilline, ampicilline)
Tetracyclines (OTC, TC, CTC, doxycycline)
Toevoeging Veterinaire antibiotica Quinolonen (enrofloxacine, flumequine,
vanaf 2006 (verslepingsniveau) oxolinezuur)
Sulfonamiden (sulfadiazine, sulfamethoxazole,
sulfadoxine, sulfadimethoxine, sulfamethazine) +
trimethoprim
Toegelaten ionofore Salinomycine, monensin, narasin, lasalocide,
coccidiostatica maduramycine, semduramycine
Verboden amgb's Salinomycine, monensin
Tabel 3: Overzicht verboden groeibevorderaars en (verboden) coccidiostatica/stoffen
Tijdpad Goep stoffen Methodiek
Vanaf Verboden Carbadox, olaquindox LC-MS
2005 groeibevorderaars
14
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 15
Tijdpad Goep stoffen Methodiek
Verboden Meticlorpindol, dimetridazol, etho-pabaat, nifursol,
coccidiostatica amprolium, ronidazol, nicarbazin
Verboden stoffen Furazolidon
Toegelaten lasalocide, nicarbazin (gecombineerd met narasin),
coccidiostatica robenidine
(verslepingsniveau)
15
Nationaal Plan diervoeders 2007 definitief Pagina 16
.
16
---- --
Voedsel en Waren Autoriteit