20-03-2007
KNAW benoemt vijf nieuwe Akademiehoogleraren
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft dit
jaar vijf nieuwe Akademiehoogleraren geselecteerd. Het zijn prof. dr.
J.M. ten Cate (tandheelkunde, Universiteit van Amsterdam), prof. dr.
H.W. Lenstra (wiskunde, Universiteit Leiden), prof. dr. P.C. Muysken
(taalwetenschap, Radboud Universiteit Nijmegen), prof. dr. J.
Oerlemans (meteorologie, Universiteit Utrecht) en mw. prof. dr. D.S.
Postma (geneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen). Zij kunnen zich als
Akademiehoogleraar geheel wijden aan innovatief onderzoek en de
begeleiding van jonge onderzoekers. Akademiehoogleraren worden door de
universiteit vrijgesteld van bestuurlijke verplichtingen. Het
Akademiehoogleraarschap wordt voor een periode van vijf jaar
toegekend. Voor iedere Akademiehoogleraar stelt de KNAW één miljoen
euro beschikbaar.
Bob ten Cate (1949)
Universiteit van Amsterdam
hoogleraar Experimentele preventieve tandheelkunde
Uit het juryrapport:
'Professor Bob ten Cate is benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege zijn
bijdragen aan de preventieve tandheelkunde. Ten Cate, van huis uit
chemicus, bracht als een van de eersten in kaart hoe het gebruik van
fluoride werkt tegen tandbederf: via het vertragen van demineralisatie
en het versnellen van remineralisatie. Uitgaande van een
fysisch-chemisch perspectief kwam Ten Cate tot zijn bevindingen door
een in-vitromodel van de mondholte te bouwen en de daarin optredende
processen te reproduceren. Hierdoor werd ook het bestaande paradigma
voor fluoridebehandelingen doorbroken, wat verstrekkende gevolgen had
voor cariëspreventieprotocollen. Dit geldt als een van de
belangrijkste ontdekkingen in de preventieve tandheelkunde, omdat het
tandbederf onder de bevolking hierdoor sterk is afgenomen. Ten Cate
heeft ook een uitstekende staat van dienst als het gaat om het
aantrekken van jonge wetenschappers voor zijn team en het binnenhalen
van zowel publieke als private onderzoeksgelden. Hij heeft een
indrukwekkend aantal publicaties in toptijdschriften op zijn naam
staan en geniet internationaal veel aanzien onder zijn vakgenoten.
Zijn buitengewone gave om problemen vanuit allerlei invalshoeken te
bekijken, belooft veel voor zijn toekomstige onderzoeksprogramma.'
Hendrik Lenstra (1949)
Universiteit Leiden
hoogleraar Fundamentele en toepassingsgerichte wiskunde
Uit het juryrapport:
'Professor Hendrik Lenstra is benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege
zijn bijdragen op het snijvlak van de zuivere en toegepaste wiskunde.
Hij ontwierp effectieve algoritmen die op grote schaal worden gebruikt
in de gegevensbeveiliging en de cryptografie. Zijn eerste grote
doorbraak kwam in 1982, toen hij samen met zijn broer Arjen Lenstra en
Laszlo Lovasz een baanbrekend werk publiceerde over de
roosterbasisreductiemethode, die later algemeen bekend werd als het
"LLL-algoritme". Deze methode vond brede toepassing en heeft een
spectaculaire doorbraak teweeggebracht. Ook uniek is Lenstra's werk
uit 1985 over het ontbinden van willekeurig grote getallen in factoren
aan de hand van elliptische krommen over eindige lichamen. Zijn idee
om geavanceerde algebraïsche meetkunde te gebruiken over eindige
lichamen verwierf snel grote invloed. Tegelijkertijd gebruikte Lenstra
zijn grote algebraïsche en algoritmische inzicht om nieuwe
getaltheoretische verschijnselen te ontdekken. Men denke bijvoorbeeld
aan de bekende en uitdagende "Cohen-Lenstra-heuristiek" over het
gedrag van klassegetallen van imaginaire kwadratische lichamen.
Lenstra heeft in vele wiskundige toptijdschriften gepubliceerd. Hij
trekt begaafde studenten aan, omdat hij bekend staat als enthousiaste
docent die zijn studenten op een degelijke en boeiende manier
begeleidt. Daarnaast vindt Lenstra het zeer belangrijk om naar buiten
te treden en een breder publiek over wiskunde te informeren. Zijn
vakgenoten hebben hoge verwachtingen van zijn toekomstige werk. De
voortdurende omzetting van fundamentele wiskunde in toepassingen, met
name in de informatieverwerking, vormt de essentie van Lenstra's visie
op de toekomst van zijn vakgebied.'
Pieter Muysken (1950)
Radboud Universiteit Nijmegen
Hoogleraar Algemene taalwetenschap
Uit het juryrapport:
'Professor Pieter Muysken is benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege
zijn bijdragen aan de linguïstiek, vooral met betrekking tot
taalcontact, tweetaligheid, creolistiek en het documenteren van
bedreigde talen. Hieruit blijkt zijn bijzondere gave om de inzichten
van een theoretisch linguïst toe te passen op concrete verschijnselen
die van centraal belang zijn voor de toegepaste linguïstiek. Door een
brug te slaan tussen beide benaderingen heeft hij Nederland tot
centrum van het theoretisch onderzoek naar taalcontact gemaakt. Met
een invloedrijk formeel model van de wijze waarop de hersenen omgaan
met codewisseling, heeft Muysken de psycholinguïstische aspecten van
tweetaligheid op de onderzoeksagenda gezet. Hij zorgde voor grote
doorbraken in de creolistiek door theoretische syntaxis toe te passen
op de structuur van de creoolse grammatica. Hij beschreef het eerste
bekende geval van een taal waarin sprake is van "relexificatie"; dat
wil zeggen dat een groep mensen met twee talen een "derde" taal heeft
gecreëerd, waarin hun dubbele identiteit tot uitdrukking komt. Hij
heeft enorme bijdragen geleverd aan het documenteren van de talen van
Bolivia en heeft grotendeels zelf een nieuwe generatie onderzoekers
van die talen opgeleid. Zijn wetenschappelijke productiviteit was van
meet af aan indrukwekkend. Hij publiceert in toonaangevende
tijdschriften en wordt veel gevraagd voor bijdragen aan
encyclopedieën, handboeken en internationale congressen. Hij blinkt
uit in het verwerven van financiering en het aantrekken en inspireren
van jonge onderzoekers, waarbij hij zich speciaal inzet voor
wetenschappers uit Suriname, de Antillen en de rest van het
Caraïbisch gebied. Zijn nieuwe onderzoeksrichting in de
psycholinguïstiek van tweetaligheid biedt een interessant en
vernieuwend perspectief.'
Hans Oerlemans (1950)
Universiteit Utrecht
Hoogleraar Meteorologie
Uit het juryrapport:
'Professor Hans Oerlemans is benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege
zijn bijdragen aan de klimaatwetenschap, met name op het gebied van de
wisselwerking tussen ijs en het klimaat. Hij heeft zich onderscheiden
door zijn unieke benadering waarin hij gletsjermodellen koppelde aan
gegevens uit glacio-metereologische experimenten om de complexe
processen van de massa- en energie-uitwisseling tussen gletsjer en
atmosfeer nauwkeuriger te kunnen beschrijven. Oerlemans heeft laten
zien hoe de reactie van gletsjers op de klimaatverandering kan worden
gebruikt om via inverse modellering een mondiaal temperatuursignaal af
te leiden uit gletsjerlengtemetingen. Hij behoort tot de meest
productieve wetenschappers op zijn vakgebied en zijn artikelen
illustreren de veelzijdigheid en de relevantie van zijn werk, dat
zowel origineel als creatief is. Op dit internationaal steeds
belangrijkere vakgebied heeft hij de status van het Nederlandse
onderzoek aanzienlijk verhoogd. Hij is zeer succesvol in het
aantrekken van zowel Nederlandse als Europese financiering. Met zijn
energieke begeleiding van promovendi heeft hij ook de toekomst van het
vakgebied een belangrijke dienst bewezen: een aantal van zijn
promovendi werd al vrij snel zelf hoogleraar.'
Dirkje Postma (1951)
Rijksuniversiteit Groningen
Hoogleraar Pathofysiologie van de ademhaling
Uit het juryrapport:
'Professor Dirkje Postma is benoemd tot Akademiehoogleraar wegens haar
bijdragen op het gebied van luchtwegaandoeningen. Postma heeft zich
beziggehouden met astma, chronische obstructieve longziekten (COPD) en
allergieën. Als gevolg van haar vroege werk werd het gebruik van
steroïden bij astmapatiënten een standaardbehandeling waar miljoenen
mensen in de hele wereld baat bij hebben. Haar onderzoek strekt zich
uit over een zeer breed gebied, waarbij ze allerlei terreinen stuk
voor stuk op een originele en uiterst gedetailleerde wijze heeft
onderzocht. Zowel haar klinische werk als haar fundamentele onderzoek
is van een uitzonderlijk niveau. Ze heeft indruk gemaakt met de manier
waarop ze de erfelijkheid van astma in haar onderzoek heeft betrokken
en behoort op dit gebied thans tot de wereldtop. Postma bezit een
uitzonderlijk talent om verbanden te leggen tussen de klinische
afwijkingen die gevonden worden bij patiënten met astma en COPD, en
de vermoedelijke genetische modificaties, evenals tussen pathologie en
genetica. Zij behoort tot een selecte groep van genetische
toponderzoekers. Internationaal geniet ze een uitstekende reputatie op
het hele gebied van luchtwegallergie en astma en ze wordt veelvuldig
uitgenodigd om te spreken op grote internationale congressen en
bijdragen te leveren aan kleine specialistische workshops. Voor haar
astma- en COPD-onderzoek heeft ze een zeer aanzienlijke hoeveelheid
financiering weten te verwerven en ze heeft een opvallend groot aantal
studenten opgeleid om het onderzoek naar de oorzaken en de behandeling
van deze slopende ziekten voort te zetten.'
Programma Akademiehoogleraren
De KNAW financiert het salaris van de Akademiehoogleraar en een
onderzoeksbudget (samen 200.000 euro per jaar). De betrokken
universiteit dient met de vrijvallende middelen ten minste één jonge
talentvolle onderzoeksleider aan te trekken. Het Programma
Akademiehoogleraren draagt hiermee bij aan de doorstroming van jonge
onderzoekers naar leidinggevende posities. Het Akademiehoogleraarschap
wordt voor vijf jaar toegekend.
Het Programma Akademiehoogleraren is in 2002 ingesteld. Excellente
hoogleraren tussen 55 en 60 jaar kunnen worden voorgedragen door de
Colleges van Bestuur van hun universiteit. De voordrachten worden
beoordeeld door een internationaal samengestelde commissie onder
voorzitterschap van de president van de KNAW, Frits van Oostrom. De
juryleden zijn dit jaar de hoogleraren Manfred Fischer
(Wirtschaftsuniversität Wien, Oostenrijk), Yuri Manin
(Max-Planck-Institut für Mathematik, Duitsland), Stephen Mennell
(University College Dublin, Ierland), Joel Mokyr (Northwestern
University, Verenigde Staten), Barbara Partee (University of
Massachusetts, Verenigde Staten), George Sawatzky (University of
British Columbia, Canada) en Tony Trewavas (University of Edinburgh,
Verenigd Koninkrijk).
Felicitatieronde president KNAW, 21 maart 2007
Morgen zal Frits van Oostrom, president van de KNAW, de
Akademiehoogleraren persoonlijk met hun benoeming feliciteren. Van
Oostrom is om 9.10 uur in Leiden, bestuurskamer, Rapenburg 70, om
11.40 uur op de Uithof in Utrecht, bestuurskamer, Heidelberglaan 8, en
om 14.25 uur in Groningen in de senaatszaal van het Academiegebouw,
Broerstraat 5.
Foto's van en meer informatie over deze vijf nieuwe en de eerder door
de KNAW geselecteerde twintig Akademiehoogleraren zijn te vinden op de
website: http://www.knaw.nl/
Installatie Akademiehoogleraren
Op maandag 8 oktober a.s. zullen de Akademiehoogleraren 2007 in het
Trippenhuis, het gebouw van de Akademie worden geïnstalleerd. Nadere
informatie over het programma vindt u te zijner tijd op onze website.
KNAW, Het Trippenhuis, Kloveniersburgwal 29, Amsterdam.
Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam.
Afdeling Voorlichting tel. 020-5510733, fax 020-6204941.
voorlichting@bureau.knaw.nl
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen