Maatwerk reïntegratiebeleid Lelystad boekt succes
Tijdens het Opinieplein van 15 maart hebben de directeur van de
Amsterdamse Rekenkamer dr V.L. Eiff en prof. Dr. R. Blonk
(Universiteit Utrecht / TNO-arbeid) gesproken over de effectiviteit
van het reïntegratiebeleid. Wethouder Willem de Jager ging in op de
Lelystadse situatie: meer maatwerk verhoogt de uitstroom van
Lelystadse cliënten naar werk.
Rapport Amsterdamse Rekenkamer: kwaliteit aan het begin van het proces
De systematische aanpak van het reïntegratiebeleid stond in de
lezingen en de discussie centraal. De Amsterdamse Rekenkamer heeft in
een rapport voor de gemeente Amsterdam geconcludeerd dat de
effectiviteit van het reïntegratiebeleid van de gemeente Amsterdam
laag is (de inzet van reïntegratietrajecten leidt in Amsterdam maar
beperkt tot uitstroom naar regulier werk). Daarbij is de doelmatigheid
van het ingezette budget op onderdelen beperkt gebleken.
De directeur van de Amsterdamse Rekenkamer, dr. Eiff concludeerde
onder meer dat klantmanagers onvoldoende zicht hebben op de
mogelijkheden van de cliënt en de vraag op de arbeidsmarkt. Daarbij
bestaat onvoldoende zicht in de succes- en faalfactoren van
reïntegratietrajecten. Er moet meer worden ingezet op kwaliteit aan
het begin van het proces. Het rapport van de Amsterdamse Rekenkamer
heeft landelijk veel aandacht gekregen. Er zijn kamervragen over
gesteld door CDA en SP.
Aanbevelingen
Eén van de aanbevelingen in het rapport luidt dan ook dat het
noodzakelijk is te investeren in cliënten en in het klantmanagement.
Ook de heer Blonk van TNO benadrukte dat geïnvesteerd moet worden in
professionals die weten wat werkt en niet werkt bij welk type klant.
Hij onderschrijft de conclusies van de Amsterdamse Rekenkamer. Er is
veel te weinig onderzoek gedaan naar de effecten van de aangeboden
reïntegratietrajecten. Klantmanagers gebruiken allerlei trajecten
waarvan het effect voor de individuele cliënten niet is onderzocht.
In Lelystad wordt sinds ruim een half jaar gewerkt met de aanpak,
die ook prof. Van Blonk van TNO voorstaat. Het is nog te vroeg voor
harde cijfers, maar er kan van een voorzichtig succes gesproken
worden.
Lelystadse aanpak
Lelystad zet bij de uitvoering van het reïntegratiebeleid in op
maatwerk. Maatwerk zowel voor wat betreft beperking van de instroom
als de systematische maatwerkaanpak aan het begin van het proces.
Wethouder Willem de Jager: In intensieve samenwerking met TNO zijn
alle jongere WWB-ers doorgelicht op basis van de methode DMA (Diagnose
Methode Activeringspotentieel).
Door deze methode, die ingaat op wat een specifieke cliënt nodig
heeft, kunnen we de voor die cliënt juiste reïntegratietrajecten
inzetten. Dat betekent maatwerk per cliënt, daardoor een beter
aansluitend reïntegratietraject en uiteindelijk meer kans op het
veroveren van een duurzame plek op de arbeidsmarkt.
Kwaliteiten en mogelijkheden
Het is niet de eerste keer dat de gemeente Lelystad samenwerkt met
TNO-arbeid. Eerder heeft TNO Lelystad begeleid bij de afbouw van de
gesubsidieerde arbeid. Met behulp van een speciale methode is
systematisch gekeken naar de kwaliteiten en mogelijkheden van de
voormalige IDers. Uiteindelijk zijn van de 276 ex-IDers 144 personen
uitgestroomd naar regulier werk of een WSW-plaats. Een
uitstroomresultaat van 52% in twee jaar tijd.
Lelystad top 3 gemeente daling bijstandcliënten
Dat de maatwerkaanpak van Lelystad voorzichtig een succes mag worden
genoemd wordt ondersteund door gegevens van het CBS. Uit deze gegevens
blijkt dat Lelystad met 15% daling van cliënten in de bijstand in 2006
op een (gedeelde) derde plaats staat van gemeenten groter dan 60.000
inwoners. De gemiddelde daling van cliënten in de bijstand voor deze
gemeenten is 8%.
---
Gemeente Lelystad