Nieuws - Persbericht
Milieusatelliet Envisat succesvol gelanceerd
Nieuwe generatie instrumenten voor klimaat- en milieubewaking
20 maart 2007 - Een Ariane-5 raket met milieusatelliet Envisat aan
boord is op 1 maart 2002 om 2u07 volgens de planning en met succes
gelanceerd vanaf de basis Kourou in Frans Guyana. Met de lancering van
het Nederlands-Duits-Belgische meetinstrument Sciamachy zijn de
mogelijkheden om het klimaat en milieu op mondiale schaal te bewaken
sterk uitgebreid.
Sciamachy geeft een veel uitgebreider en nauwkeuriger beeld van
milieuverontreiniging en ozonconcentraties in de onderste lagen van de
aardatmosfeer dan tot nu toe mogelijk was. Eerder is de lancering van
een eenvoudiger Amerikaans ozonmeetinstrument mislukt waardoor
Sciamachy de belangrijkste bron van ozonmetingen wereldwijd zal
worden. Sciamachy is vijf tot tien jaar operationeel.
Sciamachy meet nauwkeurig de hoeveelheid zonlicht die door de aarde
wordt weerkaatst. Door analyse van dat licht zijn wetenschappers in
staat de samenstelling van de atmosfeer vast te stellen. Niet alleen
de dikte van de laag broeikasgassen en andere stoffen wordt gemeten,
maar ook de verdeling over de hoogte in de aardatmosfeer wordt beter
vastgelegd dan voorheen. Unieke eigenschap is dat dit ook in het
infrarood gebeurt, waardoor veel meer gassen kunnen worden
gedetecteerd dan voorheen.
Het revolutionaire ontwerp is door de Nederlands industrie- en
kennisinstituten Fokker Space, TNO TPD en SRON gebouwd. Het KNMI zal
de meetgegevens, afkomstig van het meetinstrument, gedurende de
levensduur verifiëren. Deze gegevens worden wereldwijd gebruikt. KNMI
en SRON hebben speciaal een satelliet datacentrum ontwikkeld voor
bewerking en verspreiding van deze Sciamachy-data. De
wetenschappelijke leiding van het Sciamachy project is in handen van
het Duitse IFE, het Nederlandse KNMI en het Belgische BIRA. Het
management van het Nederlandse deel is in handen van het Nederlands
Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart (NIVR).
Wetenschappers kunnen wereldwijd met de meetgegevens van Sciamachy hun
kennis van de aardatmosfeer vergroten en daarmee onder andere de
effectiviteit van beleidsmaatregelen vaststellen. De meetgegevens zijn
ook essentieel voor het controleren van het klimaatverdrag van Kyoto
en het Montreal Protocol.
Sciamachy wordt gefinancierd door de ministeries van OC&W, EZ en V&W
en omvat een bedrag van 50 mln euro.
Nederlandse technologie en kennis is ook in de toekomst essentieel
voor de wereldwijde bewaking van de aardatmosfeer. Het
Nederlands/Finse ozonmeetinstrument OMI zal vanaf 2004 de rol van
Sciamachy aanvullen. NASA erkent de vooraanstaande rol van Nederland
in de ruimtevaart en stelt voor OMI ruimte beschikbaar op een
Amerikaanse satelliet.
Geschiedenis ozonmeetinstrumenten
Sciamachy is de opvolger van het Europese GOME instrument die sinds
1995 actief is. Hoewel nog steeds actief, is GOME is aan het eind van
zijn beoogde levensduur. Sciamachy gaat de metingen van GOME
continueren. Essentieel verschil is dat door de infrarooddetectoren op
SCIAMACHY het voor het eerst mogelijk is vanuit de ruimte de gassen
methaan en koolmonoxide te meten. Andere belangrijke gassen die
SCIAMACHY meet zijn: ozon, stikstofoxiden, broomoxide, chlooroxiden,
waterdamp, kooldioxide, lachgas en formaldehyde. SCIAMACHY meet ook
stofdeeltjes en wolken en heeft een groter golflengtebereik. SCIAMACHY
meet in limb (horizonmeting) en nadir terwijl GOME alleen nadir meet.
Nederlandse technologie en kennis is ook in de toekomst essentieel
voor de wereldwijde bewaking van de aardatmosfeer. Het
Nederlands/Finse ozonmeetinstrument OMI zal vanaf 2004 de rol van
Sciamachy aanvullen. NASA erkent de vooraanstaande rol van Nederland
in de ruimtevaart en stelt voor OMI ruimte beschikbaar op een
Amerikaanse satelliet. Belangrijkste verschil tussen SCIAMACHY en OMI
is dat OMI een mondiale bedekking bereikt in 1 dag met kleinere
grondpixels terwijl SCIAMACHY de aarde bestrijkt in 3 tot 6 dagen met
een hogere spectrale resolutie en een groter golflengte bereik. De
ontwikkeling van OMI gebeurt bij TNO TPD en Fokker Space en is in een
afrondende fase. OMI wordt medio 2002 naar Amerika verscheept.
Waarom satellieten
Eén van de geestelijk vaders van Sciamachy is Nobelprijswinnaar
Professor Crutzen. Midden jaren 80 liep een aantal wetenschappers,
waaronder Crutzen, aan tegen het probleem dat er te weinig
grondstations waren om wereldwijd metingen te doen naar de hoeveelheid
ozon en broeikasgassen in de atmosfeer. Ze hadden die informatie wél
hard nodig voor hun onderzoek. In eerste instantie dachten ze aan het
uitbreiden van het aantal grondmetingen door over de gehele wereld
overeenkomsten met instituten e.d. af te sluiten. Ze hadden met name
behoefte aan metingen in de tropische zone. Maar juist daar bleek het
moeilijk om partners te vinden die over langere termijn meetgegevens
kunnen garanderen en financiering te vinden. Een goedkopere en
simpelere oplossing, doordat er minder partijen zijn om overeenkomsten
mee af te sluiten, was een instrument op een satelliet te plaatsen.
Bovendien levert een meting van de gehele aardatmosfeer meer gegevens
op dan alleen puntmetingen. Vanuit die achtergrond is destijds op de
Envisat "call for ideas" voor Envisat gereageerd door Sciamachy voor
te stellen.
Envisat en ESA
Envisat staat voor Environmental Satellite, milieusatelliet. Deze
milieusatelliet is een geheel Europees project onder leiding van de
Europese ruimtevaartorganisatie ESA. Envisat is uitgerust met 10
meetinstrumenten om uitspraken te kunnen doen over wijzigingen in het
milieu op aarde. Vier aandachtsgebieden worden daarbij onderscheiden:
water, lucht, land en ijs.
NIVR
Het Nederlands Instituut voor Vliegtuigontwikkeling en Ruimtevaart
(NIVR) heeft ten doel het in een internationale context bevorderen van
wetenschappelijke, industriële en dienstverlenende activiteiten in
Nederland op het gebied van vliegtuigbouw, vliegtuiggebruik en
ruimtevaart. Het instituut Het NIVR is beleidsadviseur van de overheid
en intermediair voor kennisinstituten, bedrijfsleven, gebruikers en
overheidsorganen. Het NIVR voert daarnaast projectmanagement over
omvangrijke projecten en voert subsidieregelingen uit.
SRON
Stichting Ruimteonderzoek Nederland (SRON) bevordert en coördineert
het wetenschappelijk onderzoek in en vanuit de ruimte. SRON ontwikkelt
innovatieve instrumenten die worden gebruikt aan boord van
internationale satellieten voor grensverleggend astrofysisch en
aardgericht onderzoek. Bij SRON zijn de daarvoor noodzakelijke kennis
en vaardigheden geconcentreerd, zowel in technisch als
wetenschappelijk opzicht. Hiermee speelt SRON een hoofdrol in het
internationale ruimteonderzoek. Daarnaast adviseert SRON de
Nederlandse overheid met betrekking tot deelname aan internationale
ruimtevaartprogramma's.
KNMI
Het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) is in
Nederland vooral bekend van de weersverwachtingen, maar het instituut
doet veel meer. Het KNMI is hét nationale data- en kenniscentrum voor
weer, klimaat en seismologie. Een belangrijke kerntaak van het KNMI is
doen van vooraanstaand wetenschappelijk klimaatonderzoek. Het meten
van veranderingen in het klimaat is een belangrijk onderdeel daarvan.
Satellietmetingen van broeikasgassen, ozonlaag, wolken en
luchtvervuiling zijn hiervoor onontbeerlijk. Het KNMI participeert
daarom in de belangrijkste satellietmissies van ESA en NASA op het
gebied van klimaat- en milieuonderzoek.
TNO Space
TNO Space bundelt kennis, technologie en ervaring van de
TNO-organisatie op het gebied van ruimtevaart. Producten en diensten
worden aangeboden aan nationale en internationale
ruimtevaartindustrieën -instituten en -organisaties. In TNO Space
participeren TNO TPD, TNO FEL, TNO Prins Mauritslaboratorium, TNO
Technische Menskunde en TNO Milieu, Energie en Procesinnovatie.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Harry Geurts of
Monique Somers, persvoorlichting KNMI, telefoon 030 2206317 of 030
2206386. E-mail: Persvoorlichting.
Persbericht: NIVR/KNMI 040204
Eerste uitgave: 04-01-02
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut