UvA-hoogleraar Bob ten Cate Akademiehoogleraar
Gepubliceerd op 20 maart 2007
De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) heeft
prof. dr. J.M. ten Cate, hoogleraar Experimentele preventieve
tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA), benoemd tot
Akademiehoogleraar. Akademiehoogleraren worden door de universiteit
vrijgesteld van bestuurlijke verplichtingen en kunnen zich geheel
wijden aan innovatief onderzoek en de begeleiding van jonge
onderzoekers.
De KNAW selecteerde dit jaar in totaal vijf nieuwe
Akademiehoogleraren. De anderen zijn prof. dr. H.W. Lenstra (wiskunde,
Universiteit Leiden), prof. dr. P.C. Muysken (taalwetenschap, Radboud
Universiteit Nijmegen), prof. dr. J. Oerlemans (meteorologie,
Universiteit Utrecht) en mw. prof. dr. D.S. Postma (geneeskunde,
Rijksuniversiteit Groningen). Voor iedere Akademiehoogleraar stelt de
KNAW een miljoen euro beschikbaar. Het Akademiehoogleraarschap wordt
voor een periode van vijf jaar toegekend. Eerder werden al drie andere
UvA-hoogleraren benoemd tot Akademiehoogleraar: Mieke Bal, Paul
Emmelkamp en Maus Sabelis.
Prof. dr. J.M. ten Cate Klik voor foto
Uit het juryrapport:
Professor Bob ten Cate is benoemd tot Akademiehoogleraar vanwege zijn
bijdragen aan de preventieve tandheelkunde. Ten Cate, van huis uit
chemicus, bracht als een van de eersten in kaart hoe het gebruik van
fluoride werkt tegen tandbederf: via het vertragen van demineralisatie
en het versnellen van remineralisatie. Uitgaande van een
fysisch-chemisch perspectief kwam Ten Cate tot zijn bevindingen door
een in-vitromodel van de mondholte te bouwen en de daarin optredende
processen te reproduceren. Hierdoor werd ook het bestaande paradigma
voor fluoridebehandelingen doorbroken, wat verstrekkende gevolgen had
voor cariëspreventieprotocollen. Dit geldt als een van de
belangrijkste ontdekkingen in de preventieve tandheelkunde, omdat het
tandbederf onder de bevolking hierdoor sterk is afgenomen.'
'Ten Cate heeft ook een uitstekende staat van dienst als het gaat om
het aantrekken van jonge wetenschappers voor zijn team en het
binnenhalen van zowel publieke als private onderzoeksgelden. Hij heeft
een indrukwekkend aantal publicaties in toptijdschriften op zijn naam
staan en geniet internationaal veel aanzien onder zijn vakgenoten.
Zijn buitengewone gave om problemen vanuit allerlei invalshoeken te
bekijken, belooft veel voor zijn toekomstige onderzoeksprogramma.
Programma Akademiehoogleraren
De KNAW financiert het salaris van de Akademiehoogleraar en een
onderzoeksbudget (samen 200.000 euro per jaar). Excellente hoogleraren
tussen 55 en 60 jaar kunnen worden voorgedragen door de Colleges van
Bestuur van hun universiteit. De betrokken universiteit dient met de
vrijvallende middelen ten minste één jonge talentvolle
onderzoeksleider aan te trekken. Het Programma Akademiehoogleraren
draagt hiermee bij aan de doorstroming van jonge onderzoekers naar
leidinggevende posities.
De voordrachten worden beoordeeld door een internationaal
samengestelde commissie onder voorzitterschap van de president van de
KNAW, Frits van Oostrom. De juryleden zijn dit jaar de hoogleraren
Manfred Fischer (Wirtschaftsuniversität Wien, Oostenrijk), Yuri Manin
(Max-Planck-Institut für Mathematik, Duitsland), Stephen Mennell
(University College Dublin, Ierland), Joel Mokyr (Northwestern
University, Verenigde Staten), Barbara Partee (University of
Massachusetts, Verenigde Staten), George Sawatzky (University of
British Columbia, Canada) en Tony Trewavas (University of Edinburgh,
Verenigd Koninkrijk).
Op 8 oktober worden de Akademiehoogleraren 2007 in het Trippenhuis,
het gebouw van de Akademie, geïnstalleerd. Nadere informatie over het
programma vindt u te zijner tijd op www.knaw.nl. Meer informatie over
de vijf nieuwe en de eerder door de KNAW geselecteerde twintig
Akademiehoogleraren zijn te vinden op de website
http://www.knaw.nl/akademiehoogleraren.
Universiteit van Amsterdam