Vergroening van het fiscale stelsel
toespraak | 20-03-2007 | Brussels Tax Forum, Staatssecretaris
Speech van de staatssecretaris van Financiën op het `Brussels Tax
Forum', 20 maart 2007
Mijnheer de commissaris, dames en heren,
Het is mij een genoegen om u hier vanochtend te mogen toespreken over
een onderwerp dat mij na aan het hart ligt: het gebruik van
belastingen om duurzame ontwikkeling te bevorderen.
Commissaris Kovacs heeft het juiste moment gekozen om dit onderwerp te
gebruiken voor zijn eerste EU Tax Forum. Klimaatbeleid staat
wereldwijd bovenaan de politieke agenda. De conclusies van de recente
Europese Raad onderstrepen dit. En ook het nieuwe Nederlandse kabinet
ziet het klimaatbeleid als een van de pijlers onder zijn beleid voor
de komende vier jaar. We hebben ons ten doel gesteld om in 2020 in
Nederland één van de duurzaamste en efficiëntste energievoorzieningen
van Europa te hebben. Hiervoor zal er per jaar een energiebesparing
van 2% moeten worden gehaald. Het aandeel duurzame energie moet in
2020 zijn gestegen tot 20% en de uistoot van broeikasgassen moet in
2020 met 30% dalen ten opzichte van 1990. De ambitieuze doelstellingen
van het nieuwe Nederlandse kabinet komen uitstekend overeen met de
conclusies van de Europese Raad.
De toegenomen aandacht voor het klimaatbeleid is niet zonder reden.
Het wordt steeds duidelijker dat de mens het klimaat op aarde in
negatieve zin beïnvloed. De temperatuur op aarde stijgt. De zeespiegel
stijgt. Voor Nederland zou dat kunnen betekenen dat in de toekomst
bijna 50% onder water komt te liggen. Actie is nodig. Belastingen
kunnen daarbij een belangrijke rol spelen.
Nederland heeft ruime ervaring met het instrument milieubelasting.
Nederland liep in Europa voorop met de introductie van een
energiebelasting en kent verschillende andere milieubelastingen.
Ondertussen kan elf procent van de belastinginkomsten als groen worden
aangemerkt. Een groot deel van deze inkomsten komt uit de accijnzen op
brandstoffen, de autobelastingen en de reeds genoemde
energiebelasting. Ook kent Nederland nog een aantal specifieke kleine
milieubelastingen, zoals de belastingen op grondwater, leidingwater en
het storten van afval. Het nieuwe kabinet wil verder gaan. Zo zal er
een belasting op het luchtverkeer en op verpakkingen worden
geïntroduceerd. Daarnaast zullen de accijnzen worden verhoogd en de
autobelastingen verder worden gedifferentieerd op milieukenmerken. Ik
zal later op deze concrete plannen terugkomen. Meer in zijn
algemeenheid wil het nieuwe kabinet milieuvervuiling in marktprijzen
terug laten komen. Dit kan via de belastingen.
Op basis van de ervaringen in Nederland met milieubelastingen wil ik
eerst met u de Do's en Don'ts van milieubelastingen delen. Hieruit
zijn zes lessen te leren. Lessen die behulpzaam zijn in het vormgeven
en introduceren van milieubelastingen.
De eerste les is dat twee ogenschijnlijke tegengestelde doelen heel
goed samen kunnen gaan. Bij milieubelastingen lijkt er namelijk sprake
te zijn van een dilemma. Aan de ene kant vraagt het belastingbeleid om
een stabiele belastingopbrengst. Aan de andere kant wil het
milieubeleid gedrag beïnvloeden en uiteindelijk misschien voorkomen.
Dit zou betekenen dat de belastingopbrengst langzaam daalt en zelfs
opdroogt. Naar mijn mening zijn het belastingdoel en het milieudoel
echter heel goed met elkaar te vereenzelvigen. Er hoeft geen sprake te
zijn van een tegenstelling. Er zijn voldoende milieugrondslagen te
vinden die niet zomaar opdrogen. Denk aan energie of vliegen. Door
deze te belasten worden milieukosten die niet tot uitdrukking komen in
de prijs toch meegenomen. Mensen nemen de milieukosten vervolgens mee
in hun gedragskeuzes. Milieuvriendelijk gedrag wordt beloond doordat
er minder belasting hoeft te worden betaald. Zo heeft in Nederland de
energiebelasting er volgens ramingen voor gezorgd dat het
energieverbruik 3,5% lager is geworden dan zonder energiebelasting.
Tegelijkertijd zorgt de energiebelasting voor een stabiele
belastingopbrengst van ongeveer 4 miljard euro. Het is mogelijk dat
het uiteindelijke milieueffect van een milieubelasting beperkt is.
Maar zelfs dan belast ik liever vervuilend gedrag dan schoon gedrag of
in andere woorden `Tax our vices, not our virtues'. De opbrengsten van
milieubelastingen kunnen vervolgens gebruikt worden om andere
belastingen te verlagen.
Dat is een tweede les die ik met u wil delen. In Nederland was het van
groot belang dat de milieubelastingen zijn gebruikt om andere
belastingen te verlagen. In andere woorden, er is sprake geweest van
een verschuiving in belastinggrondslagen. De totale belastingopbrengst
is daarbij hetzelfde gebleven. In plaats van inkomen en winst wordt
milieuvervuilend gedrag belast. Hierdoor konden de loonkosten in
Nederland dalen. Deze verschuiving van belastingen zorgde voor
draagvlak, de derde les.
Draagvlak is essentieel bij de introductie van elke nieuwe belasting.
Om die reden heeft de Nederlandse regering in samenwerking met
vertegenwoordigers van de milieubeweging, vertegenwoordigers van
werkgevers en werknemers en onafhankelijke deskundigen bekeken hoe het
instrument milieubelasting kan worden gebruikt voor een beter milieu.
Dit vergt veel overleg maar alle stemmen worden daardoor gehoord.
Vervolgens kan met alle belangen rekening worden gehouden, waardoor
het draagvlak wordt gemaximaliseerd. Daarbij hielp het dat in
Nederland bij de vormgeving van nieuw beleid gebruik kan worden
gemaakt van onafhankelijke onderzoeksinstituten, de zogenoemde
planbureau's. Deze planbureau's rekenen de economische en
milieueffecten door van nieuwe voornemens van het kabinet. Hierdoor
kan de politieke besluitvorming plaatsvinden op basis van
onafhankelijke cijfers.
Het creëren van draagvlak kan wel leiden tot een nadeel. Namelijk dat
de verschillende betrokken partijen te veel in een keer willen
regelen. De vierde les is dit niet te doen. Het groener maken van het
belastingstelsel heeft de meeste kans op succes als het in kleine
stappen wordt gedaan. Anders zou de maatschappelijke tegenstand te
groot kunnen worden. Begin daarom met eenvoudige maatregelen en
probeer niet meteen al veel belastingopbrengst te realiseren. In
latere jaren kunnen de maatregelen worden verfijnd door bijvoorbeeld
de tarieven meer te differentiëren op milieukenmerken. Ook kan de
opbrengst elk jaar stapsgewijs worden verhoogd. Binnen enkele jaren
zal er een verschuiving komen van belasting op arbeid en winst naar
milieu.
De vijfde les ziet op de uitvoerbaarheid en administratieve lasten van
milieubelastingen. Het gaat dan om vragen als: is de belasting
uitvoerbaar, welke maatregelen moet de belastingdienst nemen om de
belasting uit te voeren en met wat voor uitvoeringskosten gaat de
maatregel gepaard? Bij de vormgeving van nieuwe belastingen proberen
wij om het aantal belastingplichtigen zo klein mogelijk te houden. Zo
wordt de energiebelasting in Nederland niet geheven bij de
eindgebruiker, maar bij de energiedistributiebedrijven. Hierdoor
worden administratieve lasten beperkt en de uitvoeringskosten minimaal
gehouden. Deze les moet trouwens niet worden onderschat. Het zou niet
de eerste keer zijn dat vanuit het milieubeleid een belastingmaatregel
wordt voorgesteld die niet is uit te voeren of voor grote
administratieve lasten zorgt. Het belang dat Nederland hecht aan lage
administratieve lasten en uitvoeringskosten wordt benadrukt door het
in een vroeg stadium betrekken van de Belastingdienst bij de
uitwerking van beleidsvoornemens. Zij mogen vanaf het begin meedenken
over de vormgeving van een maatregel in nauw overleg met de wetgevers.
Ik kom tot de laatste les. Bij milieubelastingen denken mensen vaak
aan het introduceren van nieuwe belastingen. Milieuvervuilend gedrag
moet duurder worden gemaakt. Dit is echter niet de enige manier om het
belastinginstrument te gebruiken voor milieubeleid. In plaats van het
duurder maken van vervuilend gedrag kan milieuvriendelijk gedrag
worden gestimuleerd. Gedacht kan worden aan de introductie van
positieve prikkels, belastingvoordelen. Zo kent Nederland
belastingvoordelen voor het investeren in milieuvriendelijke
technieken en voor investeringen die leiden tot energiebesparingen.
Deze positieve prikkels zijn erg populair. Mensen krijgen nu eenmaal
liever geld van de Belastingdienst dan dat ze moeten betalen.
(Plannen van het nieuwe kabinet)
Na met u een aantal lessen te hebben gedeeld op basis van de
Nederlandse ervaring met milieubelastingen, wil ik stilstaan bij de
plannen van het nieuwe Nederlandse kabinet. Ik heb u erop gewezen dat
wij willen dat de Nederlandse energievoorziening in 2020 tot de
duurzaamste en efficiëntste van Europa moet behoren. Een van de
instrumenten om dit te bereiken is het verder vergroenen van het
belastingstelsel. Hiervoor is een bedrag ingeboekt van 1,1 miljard
euro, te beginnen in 2008. Deze vergroening zal worden ingevuld door
bestaande milieubelastingen te verhogen en twee nieuwe
milieubelastingen te introduceren. Ook na 2008 wil ik verder gaan met
de vergroening van het fiscale stelsel. Tegenover deze
vergroeningsmaatregelen en enkele andere lastenverzwaringen staan
lastenverlichtingen ten behoeve van arbeidsparticipatie, versterking
van de economische structuur, kinderen, jeugd en gezin.
Welke maatregelen hebben we in gedachten? Het uitgangspunt is daar in
te grijpen waar de milieuvervuiling en milieubevordering onvoldoende
in de marktprijzen tot uitdrukking komt. Vanuit die optiek valt het
luchtverkeer op. Op grond van internationale verdragen is deze
vervoerswijze vrijwel vrijgesteld van belastingen. Tegelijkertijd
zorgt de luchtvaart voor substantiële vervuiling. Wij zijn dan ook van
plan om al begin 2008 een belasting te introduceren op vliegen. Hoewel
een paar landen ons daarin al zijn voorgegaan, belasten de meeste
EU-lidstaten het luchtverkeer nog niet. Dit kan tot gevolg hebben dat
Nederlanders vanuit andere landen gaan vliegen, bijvoorbeeld onze
buurlanden Duitsland en België. Om dit soort grenseffecten te
voorkomen zou idealiter een belasting op het luchtverkeer in
EU-verband moeten worden geïntroduceerd. Aangezien er in de EU over
belastingen met unanimiteit wordt besloten, zou zo'n proces jaren
kunnen kosten. Ik hoef maar te wijzen op de tijd die het heeft gekost
om de Richtlijn over energiebelastingen tot stand te brengen.
Nederland wil daar niet op wachten en wil zelf het goede voorbeeld
geven. Ik zou juist de overige EU-landen zonder belasting op het
luchtverkeer willen oproepen om dit voorbeeld te volgen en gezamenlijk
verder te gaan. Overigens is de Europese Commissie recent met het
voorstel gekomen om de luchtvaart onder de emissiehandel te brengen.
Een voorstel dat Nederland toejuicht. Sceptici zouden kunnen stellen
dat een belasting op het luchtverkeer niet nodig is, gezien de
mogelijke uitbreiding van de emissiehandel. Ik ben het hier niet mee
eens. Emissierechtenhandel en een belasting op het luchtverkeer gaan
prima samen en kunnen elkaar juist versterken.
Een ander onderwerp waar nog milieuwinst is te halen is de wereld van
de verpakkingen. Nederland wil een nieuwe belasting op verpakkingen
introduceren. Een verpakkingenbelasting moet producenten stimuleren om
verpakkingen te ontwikkelen die minder materiaal gebruiken en gemaakt
zijn van het materiaal met de laagste milieudruk.
Naast deze twee nieuwe belastingen zullen bestaande belastingen worden
aangepast om het milieueffect te vergroten. Nederland kent een
registratiebelasting van personenauto's. De hoogte van deze belasting
is afhankelijk van de zuinigheid van de auto. Op aankoop van auto's
met een hoog energieverbruik drukt een hogere belasting. Op dit moment
is het verschil in registratiebelasting tussen de zuinigste en de
minst zuinige auto EUR 1.500. Ik zet erop in om dit verschil tenminste
te verdubbelen. De consument zal daardoor eerder voor de meest zuinige
auto kiezen.
Ten slotte zal de belasting op milieuonvriendelijke brandstoffen,
zoals diesel, worden verhoogd en wordt er gekeken naar een mogelijke
verhoging van de energiebelasting. Twee instrumenten die hun
milieuwaarde in het verleden hebben bewezen en door een verhoging van
de tarieven een nog groter milieueffect zullen hebben.
(Afsluitend)
Ik heb u deze ochtend willen laten zien welke lessen er zijn te leren
uit de Nederlandse ervaring met milieubelastingen. Tegelijkertijd heb
ik u aangegeven wat de plannen zijn van het nieuwe Nederlandse
kabinet. Tot mijn genoegen zie ik vandaag dat belastingheffing als
instrument om duurzame ontwikkeling te bevorderen duidelijk op de
Europese agenda staat. Dit Tax Forum benadrukt dat. Gezien de
toenemende verwevenheid van de Europese economieën is het van belang
dat wij op dit dossier gezamenlijk optrekken. Door de schaal van
belastingen op milieugrondslag te vergroten, ontstaat ruimte voor
verdergaande lastenverschuiving. In simpele taal: Hoe meer landen er
meedoen, hoe meer slagkracht wij kunnen ontwikkelen. Nederland wil
zich daar graag voor inzetten maar wil ook niet wachten. Nederland is
van plan de vergroening van het belastingstelsel al begin volgend jaar
een stap verder te brengen. Ik hoop dat andere EU-landen dit voorbeeld
volgen.
Dank u voor uw aandacht
* Laatst aangepast: 20-03-2007
Ministerie van Financiën