Het verhaal van de professionele schrijvers achter de bijbel
Karel van der Toorn publiceert boek over de totstandkoming van de
Hebreeuwse bijbel
Gepubliceerd op 16 maart 2007
Komende maand verschijnt bij Harvard University Press een boek van de
hand van dr. Karel van der Toorn, voorzitter van het College van
Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool van
Amsterdam. Onder de titel Scribal Culture and the Making of the Hebrew
Bible beschrijft Van der Toorn de positie van professionele schrijvers
in de orale cultuur van het vroege Midden-Oosten en hun rol in de
totstandkoming van de bijbel. Op dinsdag 20 maart overhandigt de
auteur een eerste exemplaar aan mr. Job Cohen, burgemeester van
Amsterdam, en prof. dr. Frits van Oostrom, president van de
Koninklijke Akademie van Wetenschappen (KNAW).
Om inzicht te krijgen in de totstandkoming van de Hebreeuwse bijbel
(in het Christendom aangeduid als het oude testament) is kennis nodig
van de schrijfcultuur waarin hij is gemaakt. De Hebreeuwse bijbel kwam
tot stand in een grotendeels ongeletterde cultuur, waarin alleen een
professionele elite zich bezighield met schrijven, redigeren,
dupliceren, interpreteren en publieke voordrachten. In Scribal Culture
and the Making of the Hebrew Bible vertelt dr. Karel van der Toorn als
eerste het verhaal van deze professionele schrijvers van het oude
Israël als de centrale figuren achter de Hebreeuwse bijbel. In zijn
historische beschouwing laat hij zien dat de bijbel het product was
van de schrijfwerkplaats van de tweede tempel van Jeruzalem, actief in
de periode tussen 500 en 200 voor Christus. Van der Toorn vergelijkt
de schrijfgebruiken met die van het oude Egypte en Mesopotamië en
geeft een gedetailleerde beschrijving van de methoden,
veronderstellingen en productiemiddelen die aan de bijbelteksten ten
grondslag lagen. Vervolgens past hij zijn waarnemingen toe op twee
belangrijke teksten: Deuteronomium en Jeremia.
In Van der Toorns studie komen de professionele schrijvers naar voren
als de geletterde elite die verantwoordelijk was voor zowel de
productie als de overdracht van teksten. Als product van de
schrijfwerkplaats dankt de bijbel zijn bestaan aan generaties van
schrijvers, waarbij iedere nieuwe schrijver het werk van de vorige
voortzette. Door te laten zien hoe de individuele bijbelboeken en de
hiermee geassocieerde auteurs het product waren van de sociale en
intellectuele wereld van de professionele schrijvers, zorgt Van der
Toorn voor een nieuw perspectief op de oorsprong van de Hebreeuwse
bijbel.
Foto: Eduard Lampe
Tijd en locatie
De (besloten) bijeenkomst vindt plaats op dinsdag 20 maart, vanaf
17.00 tot 18.30 uur, in de Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231,
Amsterdam.
Over de auteur
Karel van der Toorn (1956) is vanaf 1998 verbonden aan de UvA als
hoogleraar Godsdiensten van de Oudheid. Tussen 1998 en 2003 was hij
tevens decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA. In
september 2006 volgde Van der Toorn Sijbolt Noorda op als voorzitter
van het College van Bestuur van de Universiteit van Amsterdam en de
Hogeschool van Amsterdam.
Universiteit van Amsterdam