Gemeente Hilversum

Vragen van de VVD inzake cyberpesten in de Hilversumse situatie


19 maart 2007
Geacht college,

Pesten onder (school)kinderen is van alle tijden. De uitingsvormen van pesten veranderen de laatste jaren snel. Dit hangt samen met de opkomst van de moderne communicatiemiddelen. Vrijwel alle kinderen gebruiken internet om te communiceren. Hoewel internet een medium is met vele mogelijkheden, zijn er ook gevaren. Pesten via internet is doorgaans nog harder dan pesten in het gewone leven, omdat daders makkelijker anoniem kunnen blijven en er geen rechtstreeks contact is tussen slachtoffer en dader.
Landelijk wordt er op dit moment en met name ook in de media veel gesproken over cyberpesten. Cijfers van diverse onderzoeken geven ondermeer het volgende beeld:

98% van de kinderen in Nederland 'zit' op internet. 70% van de kinderen vanaf tien jaar heeft een mobieltje. Bijna elke tiener heeft een eigen gsm. 81% van hen msn't. Vier van de tien kinderen zegt dat cyberpesten in de eigen klas voorkomt. Schelden, roddelen, negeren, beschuldigen en hacken zijn vormen van cyberpesten. In de Gooi en Eemlander en de Gooi en Eembode van de afgelopen weken is ook aandacht voor deze opkomende vorm van pesten.


1. Ook jongeren in het Gooi 'zitten' op internet. Hebben we zicht op aantallen? Hoe vertalen bovengenoemde landelijke cijfers zich naar de Hilversumse situatie? Zijn er gegevens over de Hilversumse situatie? Is in Hilversum sprake van een opkomend danwel groeiend probleem als het gaat om deze vorm van pesten?
2. In de concept kadernota jeugdbeleid wordt met geen woord gerept over deze vorm van pesten. Desalniettemin wordt er wel geconcludeerd dat er geen grote problemen zijn met de Hilversumse jeugd. Maar weten wij dat zeker? Kunnen we er zeker van zijn dat er geen problemen zijn en en dat ook cijfermatig onderbouwen?
3. Contact met de Kinderconsument levert op dat er in Hilversum op scholen (nog) geen lespakketten worden ingezet ten aanzien van deze vorm van pesten. Scholen werken wel met lespakketten specifiek voor pesten maar deze zijn verouderd ten aanzien van deze vorm van pesten.
Ziet de gemeente hier een taak voor zich in de preventieve sfeer?
4. Contact met de politie Hilversum levert het beeld op dat er al wel over cyberpesten wordt gepraat, met name ook in regionaal verband, maar dat dit fenomeen nog heel erg in de kinderschoenen staat. Zijn er klachten over cyberpesten bij de politie binnengekomen, cq. zijn er meldingen gedaan? Om welke aantallen gaat het? Op welke wijze wordt er door de politie geregistreerd? Wat doet de politie ermee?

5. Krijgt de GGD signalen binnen van scholen, ouders en/of jongeren over cyberpesten? Zo ja, wat doet de GGD hiermee?
6. Mocht het zo zijn dat er n.a.v. bovenstaande vragen geen (cijfermatige) onderbouwing kan worden gegeven, is de gemeente bereid hiernaar onderzoek te laten uitvoeren?

Ik vertrouw erop dat u deze vragen spoedig zult beantwoorden en zie uw reactie tegemoet.

Met vriendelijke groet,

Ellis Zeeuw van der Laan
Annemarie Zielstra
VVD Hilversum

[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/19/S084-antwoord-op-vragen-inzake-cyberpesten-in-de-hilver.html" title="Antwoord op vragen inzake cyberpesten in de Hilversumse situatie"]