Vragen van de PvdA inzake hoger opgeleide vluchtelingen in de bijstand
in Hilversum
19 maart 2007
Geacht college van burgemeester en wethouders,
Hierbij wil ik u namens de gemeenteraadsfractie van de Partij van de
Arbeid in Hilversum in het kader van artikel 41 van het Reglement van
Orde enige vragen stellen.
Het betreft de specifieke groep van hoger opgeleide vluchtelingen in
de bijstand in Hilversum. Doordat veel buitenlandse diploma's niet in
Nederland worden erkend of een lagere waardering krijgen, is het vaak
niet mogelijk voor deze mensen om werk te vinden. Veel hoger opgeleide
vluchtelingen zijn daarom in hun beginperiode in Nederland op de
bijstand aangewezen. Ze hebben zoals alle uitkeringsgerechtigden de
plicht om algemeen geaccepteerd werk te aanvaarden.
Maar de Wet werk en bijstand geeft gemeenten ook de vrijheid om
vluchtelingen met potentie een (verkorte) hogere opleiding te laten
volgen met behoud van hun uitkering, zodat zij de kans krijgen door te
groeien naar een duurzame baan die bij hun capaciteiten past.
In veel gemeenten, waaronder Hilversum, is dit echter nog niet
mogelijk. Hierdoor kan het gebeuren dat iemand die in het land van
herkomst als arts is opgeleid, in Nederland verplicht wordt om
schoonmaakwerk te doen. De PvdA Hilversum vindt dit niet alleen een
verspilling van kansen voor het individu, maar kapitaalvernietiging
voor de maatschappij. Daarom wil ik de volgende vragen aan het college
stellen:
1. Momenteel is 29% van de hoger opgeleide vluchtelingen in Nederland
werkloos, ten opzichte van 7% van de hoger opgeleide Turkse of
Marokkaanse Nederlanders en 3% van de hoger opgeleide autochtone
Nederlanders. Zijn er cijfers bekend van het aantal werkloze hoger
opgeleide vluchtelingen in Hilversum? Zo ja, om hoeveel mensen
gaat het?
2. Uit het onderzoek 'De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide
vluchtelingen' (Regioplan, maart '06) is het volgende citaat
overgenomen: "Om hoger opgeleide vluchtelingen duurzaam te laten
uitstromen uit een uitkering, verdient het aanbeveling dat
gemeenten het volgen van een (verkorte) hbo- of wo-opleiding met
behoud van uitkering mogelijk maken."
Is het college het eens met deze stelling? Zo nee, waarom niet?
3. De Stichting Vluchteling-Studenten UAF biedt vluchtelingen met een
hogere opleiding omscholingstrajecten aan van twee á drie jaar,
waarbij de stichting zorg draagt voor de studiekosten. In
Hilversum heeft het UAF momenteel al meerdere cliënten. Is het
college bereid gebruik te maken van de diensten en expertise van
de Stichting UAF in het kader van de reïntegratie van hoger
opgeleide vluchtelingen?
4. Momenteel biedt het reïntegratiebeleid van Hilversum geen ruimte
om hoger opgeleide vluchtelingen een reïntegratietraject aan te
bieden dat past bij hun niveau. Bent u bereid uw beleid ten
aanzien van hoogopgeleide vluchtelingen te herzien, zodat hoger
opgeleide vluchtelingen in de bijstand een (verkorte) hogere
opleiding kunnen volgen met behoud van hun uitkering?
5. Zo ja, wanneer verwacht het college dat de raad geïnformeerd zal
worden over de manier waarop het college het reïntegratiebeleid
ten aanzien van deze doelgroep gaat aanpassen?
In afwachting van uw antwoord teken ik met vriendelijke groet,
Femke van Drooge
Namens de Partij van de Arbeid Hilversum
Antwoorden van burgemeester en wethouders
1. Ja, medio 2006 is onderzoek gedaan naar het aantal werkloze hoger
opgeleide vluchtelingen in Hilversum. Op dat moment was het aantal
bepaald op 15 met een Wwb uitkering.
2. Ja, het college is het eens met genoemde stelling. Gemeenten
hebben inmiddels de bevoegdheid om toestemming te geven met behoud
van bijstandsuitkering te studeren. Vluchtelingen die door een
aanvullende studie wel aansluiting vinden met de arbeidsmarkt,
vinden niet alleen sneller een baan op hun eigen niveau, maar
zullen ook veel minder terugkeren in de bijstand. Gemeenten hebben
er daarom ook zelf belang bij meer van deze bevoegdheid gebruik te
maken. Overigens kan er ook gekeken worden naar een combinatie van
deeltijd leren en deeltijd werken, waar dit elkaar aanvult.
3. Ja, de gemeente heeft reeds sinds het najaar van 2006 contact met
de Stichting Vluchtingenstudenten UAF en maakt al gebruik van haar
expertise. Daarnaast maakt de gemeente ook gebruik van de
expertise van andere instellingen, zoals Emplooi en
Banenoffensief.
4. Ja, de gemeente heeft reeds sinds het najaar van 2006 contact met
de Stichting Vluchtingenstudenten UAF en maakt al gebruik van haar
expertise. Daarnaast maakt de gemeente ook gebruik van de
expertise van andere instellingen, zoals Emplooi en
Banenoffensief.
5. Ja, de gemeente is bereid het reïntegratiebeleid ten aanzien van
hoger opgeleide vluchtelingen aan te passen. Medio 2006 is naar
aanleiding van een onderzoek van Regioplan naar de
arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide vluchtelingen, onderzoek
gedaan in Hilversum naar het volume hoger opgeleide vluchtelingen,
het aanbod in begeleiding voor deze specifieke doelgroep en de
aanpassing van het Hilversums reïntegratiebeleid.
6. Het college neemt deze aanpassing mee in de de reïntegratievisie
die eind maart met de Commissie Welzijn besproken wordt. Indien
nodig worden daarna de Reïntegratieverordening en de beleidsregels
aangepast, samen met evt. andere wijzigingen op grond van de
reïntegratievisie.
Vaak zijn vluchtelingen te hoog opgeleid voor het werk dat zij doen.
Een probleem is dat de gevolgde opleiding in het land van herkomst
niet aansluit op de arbeidsmarkt in Nederland. Met een aanvullende
opleiding van een of twee jaar sluit de gevolgde opleiding vaak wel.
De Wet werk en bijstand geeft gemeenten de bevoegdheid om voor hoger
opgeleide vluchtelingen afwijkend reïntegratiebeleid te hanteren.
Tevens worden nu de mogelijkheden verkend om een project in de vorm
van een pilot te starten voor deze specifieke doelgroep. Hierbij
zullen de instellingen, zoals UAF, Emplooi en Banenoffensief, maar ook
Bureau Nieuwkomers en Stichting Vluchtelingenwerk worden betrokken.
Hilversum, 13 maart 2007
burgemeester en wethouders van Hilversum
de secretaris de burgemeester
J.H. van der Vegt E.C. Bakker
Gemeente Hilversum