Speech van de minister-president, mr. dr. Jan Peter Balkenende, bijeenkomst
ter gelegenheid van het afscheid van drs. Gerrit Zalm, Den Haag, 19 maart
2007
Beste Gerrit, lieve Lydia, dames en heren,
Een minister van Financiën heeft het niet gemakkelijk.
Wie een indringend beeld wil krijgen van zijn gekwelde bestaan, kan te rade
gaan bij de memoires van Jelle Zijlstra. Zijlstra bekleedde dit ambt
gedurende een jaar of vijf in de jaren vijftig en zestig.
Een minister van Financiën is "een eenzame held die van alle kanten wordt
belaagd", aldus Zijlstra. De ene na de andere minister staat handenwringend
op de stoep met dringende wensen. Ze beroepen zich op onweerstaanbare druk
vanuit de Kamer. Of op dreigende nationale rampen. Het is allen tegen
één, en die ene is steeds weer de ongelukkige bewindsman van Financiën.
Gerrit, voor wie jou de afgelopen twaalf jaar heeft gevolgd, is één ding
duidelijk: je hebt in deze benarde omstandigheden altijd een uitstekend
humeur weten te bewaren. Nou ja vooruit. bijna altijd.
Zoals je zelf zei: "Ik ben een lachebek. Maar ik trek er een grijs pak bij
aan om het vertrouwen van de kapitaalmarkt hoog te houden".
Toen je pas begon als minister zei je: "Ik wil de geschiedenis ingaan als
de meest anonieme minister van Financiën". Nou Gerrit, dat is niet echt
gelukt.
Niet alleen bekleedde je dit ambt langer dan wie ook in de 200 jaar dat het
ambt bestaat. Je drukte er ook erg je eigen stempel op. Je had een
bijzondere uitstraling. Duidelijk. Toegankelijk. Zonder poeha. En met
zichtbaar plezier. Jij was waarschijnlijk de enige minister die zijn
loodgieterstas beschouwde als een zak van Sinterklaas.
We hebben intensief met elkaar opgetrokken sinds mei 2003, als minister-
president en vice minister-president in twee kabinetten.
In die jaren heb ik je leren kennen als een oplossingsgerichte collega. Een
goede vervanger - bijvoorbeeld toen ik in 2004 enkele weken uit de running
was. Een man van 'afspraak is afspraak'. Maar ook een man die in
voorkomende gevallen flexibiliteit toonde, en ruimte wist te vinden binnen
de strakke kaders.
Ik weet hoe je heimelijk plezier had om je bijnaam in Europa: 'Il duro'.
Het kwam nogal eens tot stevige discussies in de Ecofin over de aan te
houden koers, bijvoorbeeld met de Fransen. "Maar", bezwoor je iedereen, "we
bleven nooit lang boos op elkaar. Al was het maar omdat ik in mijn
ambtsperiode twaalf Franse ministers van Financiën heb meegemaakt".
Als ervaren flipperaar deinsde je niet terug voor een partijtje 'hard ball'
in Europa.
Hoewel ik je tijdens Europese Raden ook regelmatig met een boekje in een
hoekje aantrof. Je houdt ervan je horizon te verruimen. Bijvoorbeeld met
een boek over Intelligent Design.
Meer dan 150 Ministerraden hebben we samen in de Trêveszaal doorgebracht.
In de pauzes van de Ministerraad viel het rookverbod je niet altijd
gemakkelijk. Ik zag dat maar als een bewijs van je betrokkenheid bij de
schatkist, die mede dankzij de door jou persoonlijk afgedragen
tabaksaccijns goed gevuld bleef.
De grondslag van je beleid was de Zalmnorm: de scheiding tussen inkomsten
en uitgaven.
Dat betekent: intensiveringen en uitgaventegenvallers opvangen door elders
te besparen. Maar ook: in beginsel geen lastenverzwaringen en extra
bezuinigingen als de inkomsten achterblijven bij de verwachtingen.
Je credo was: behoedzaamheid en rust.
Oftewel: rust, reinheid en regelmaat als leidende beginselen van het
begrotingsbeleid.
Onder jouw ministerschap werd de daling van de overheidsuitgaven die al
onder Lubbers was ingezet, doorgezet. De collectieve uitgaven verminderden
met 10 procent van het BBP. Het financieringstekort werd zo goed als
weggewerkt.
Het siert je dat er hier vandaag op je afscheidsfeest ook mensen zijn
uitgenodigd die kritische noten te kraken hebben. Bas Jacobs heeft eerder
vanmiddag iets over zijn bevindingen verteld en concludeert dat in die
twaalf jaar niet alle doelstellingen voluit zijn behaald.
Dan zeg ik: ook Erben Wennemars blijft wel eens achter bij de hooggespannen
verwachtingen. Maar dat doet aan zijn grote schaatstalent en zijn statuur
niets af.
Niet voor niets koos de Financial Times je tot de op een na beste minister
van Financiën van de Eurozone. Alleen de Ier Brian Cowen zou het nog iets
beter doen. Maar die bekleedt zijn post pas drie jaar. Dus die komt pas
kijken.
Een belangrijk punt op je staat van verdiensten, is je strijd tegen de
administratieve lasten. Voor het eerst formuleerde een kabinet een hard
doel. Een kwart minder administratieve lasten. En dat doel werd ook
gehaald. Ik weet dat je je daarvoor heel sterk hebt gemaakt, en de
collega's behoorlijk achter de broek hebt gezeten.
De Nederlandse aanpak maakte school. In de Europese Unie. In Groot-
Brittannië. In Duitsland. Angela Merkel spreekt van het Nederlandse
'Standard-Kosten-Modell'.
In Nederland gaan we door op de ingeslagen weg; wederom met een harde
doelstelling: opnieuw 25 procent eraf.
"Overheidsbeleid, niet in de laatste plaats op het terrein van economie en
financiën, moet vaste punten hebben waarop de deelnemers aan het economisch
verkeer kunnen rekenen, vaste bakens waarop zij hun koers kunnen uitzetten.
Het kwaliteitskenmerk van regeringsbeleid hoort te zijn: Bestendigheid."
Ook dit zijn woorden van Jelle Zijlstra. En ze zijn Gerrit Zalm uit het
hart gegrepen.
Nu weet ik dat er bij sommigen onder u zorgen zijn over de bestendigheid
van het financiële beleid van het huidige kabinet. Sommigen vragen zich af:
'Is de erfenis van Zalm bij deze lieden wel in goede handen?'
Dames en heren, ik kan u gelukkig gerust stellen.
Het coalitieakkoord is financieel uit solide hout gesneden.
We houden vast de Zalmnorm: scheiding van inkomsten en uitgaven en het
voeren van een trendmatig begrotingsbeleid. En we gaan de begrotingsregels
zelfs nog iets aanscherpen.
Ten eerste gaan we meevallers bij de rente voortaan gebruiken voor
aflossing van de staatsschuld. In de afgelopen periode gebeurde dat niet.
Ik weet dat onder anderen Bas Jacobs voor deze aanpassing heeft gepleit,
dus die wordt op zijn wenken bediend.
Ten tweede verlagen we de signaalwaarde van het EMU-saldo. Dat betekent dat
we bij onverhoopte tegenvallende ontwikkelingen eerder zullen ingrijpen.
De geschiedenis leert dat het soms snel kan gaan, en dan is slagvaardig
ingrijpen geboden.
Er is het nodige te doen geweest over de trendmatige groei waar het kabinet
van uit gaat. We kiezen voor een reëel percentage van 2, in plaats van een
behoedzaam percentage van 1 ¾. Dat is een bewuste keus. Een keus die de
bestuurlijke rust niet ondermijnt, maar juist ten goede komt.
Want is het wel zo rustig als er door zeer behoedzame groeiramingen steeds
meevallers zijn? Meevallers branden in de zakken. De verleiding ze uit te
geven is groot. Voortdurende meevallers vertekenen de werkelijkheid. Ze
maken ons minder alert. Er gaan verkeerde signalen van uit. Een terugval in
de conjunctuur, zoals aan het begin van deze eeuw, komt minder snel op de
radarschermen.
Een reële groeiraming kent deze bezwaren niet en geeft ook een scherper
zicht op andere belangrijke parameters, zoals de ontwikkeling van de
arbeidsmarkt.
Met het voorgenomen beleid sturen we aan op een staatsschuld die daalt van
50 procent nu naar circa 40 procent aan het eind van de kabinetsperiode.
Dat lijkt me een toekomstgerichte benadering, die voortbouwt op wat in
vorige jaren onder Wim Kok en Gerrit Zalm tot stand is gebracht.
Gerrit, ik heb bewondering voor de manier waarop je zoveel jaar de publieke
zaak hebt gediend. Je was een bijzondere collega. Een man van paradoxen.
Hamerend op strakke kaders. Maar daarbinnen wel flexibel.
Hard als het moest. Maar ook gevoelig, met het hart op de juiste plaats.
Benaderbaar en joviaal. Maar duidelijk de baas op je departement.
Gespannen. Maar altijd authentiek en open.
Een solist. Maar ook een teamspeler die investeerde in onderlinge
verhoudingen.
Behoedzaam. tenzij ze je in de buurt lieten komen van een flipperkast.
Serieus, maar met humor. Zoals toen je enigszins spijtig zei: "mijn
voorganger kon zo'n prachtige bezorgde indruk maken. Ik kan dat minder
goed."
Je bent terecht trots op je prestaties. Daarover heb je wel eens gezegd:
"Politiek is eigenlijk heel simpel: je vertelt gewoon de waarheid en dan
gaat het goed".
-Of zei je nu: "Als we het nou eens met de waarheid proberen.?"
Ja, dames en heren, en dat voor een man die niet in tegeltjeswijsheden zegt
te geloven.
Een zalm zwemt tegen de stroom in. Hij zwemt zelfs tegen een waterval
omhoog als het moet. Maar hij kan ook met de stroom meegaan. Alles op zijn
tijd en volgens innerlijke en uiterlijke noodzaak.
Gerrit, ik wil je van harte bedanken voor al die jaren van keihard werken.
Voor je vrolijkheid en de sfeer die je om je heen wist te verspreiden. Voor
je collegialiteit. Voor je passie. Onze schatkist was bij jou in goede
handen.
Ministerie van Algemene Zaken