Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 19 en 20 maart 2007

09 maart 2007 - kamerstuk

Directie Internationale Zaken

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

onderwerp bijlagen

Geachte Voorzitter,

Op maandag 19 en dinsdag 20 maart 2007 a.s. vindt in Brussel de vergadering plaats van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij.

Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.

De Raad start met de bespreking van het voorstel voor het opschorten van de interventie- mogelijkheid voor maïs en het nauw daaraan verwante voorstel voor de financiering van interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL). Vervolgens debatteert de Raad over het voorstel voor vrijwillige modulatie met als doel een politiek akkoord te bereiken. Ook houdt de Raad een beleidsdebat over het voorstel voor een gemeenschappelijke marktordening en zal de Raad naar verwachting Raads- conclusies aannemen over werkgelegenheid in plattelandsgebieden.

Tijdens de lunch zullen de ministers spreken over de ervaringen met de implementatie van de controles in de voedselketen en mogelijkheden tot verbetering hiervan. De discussie zal na de lunch worden voortgezet. Tenslotte zal de Raad geïnformeerd worden over de stand van zaken van een aantal onderwerpen en dossiers, zoals de Bodemrichtlijn en de WTO- onderhandelingen. Er staan geen visserijpunten op de agenda

Voorstel opschorten interventiemogelijkheid maïs (doc. 16922/06 ­ COM(2006)755) Voorstel financiering interventies door Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL) (doc 543307 ­ COM(2007)12) (Beleidsdebat)
De Raad zal een voorstel van de Commissie bespreken voor opschorting van de inter- ventiemogelijkheid voor maïs. In de basisverordening voor granen is een interventie- mechanisme voor een aantal graansoorten voorzien. In het geval van maïs is met name de laatste jaren in de nieuwe EU-lidstaten een aantal problemen gerezen door het ontstaan van grote interventievoorraden.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 maart 2007 IZ. 2007/530 2

Bovendien is langzamerhand duidelijk geworden dat er alleen voor de gegarandeerde interventieprijs werd geproduceerd en niet voor een reële afzet op de markt. Bij een ongewijzigd beleid zijn de begrotingsgevolgen van de huidige maïsinterventie dan ook aanzienlijk.

Ook discussieert de Raad over een gerelateerd voorstel voor wijziging van Verordening
1883/78 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de landbouw (EOGFL). Op hoofdlijnen gaat het bij deze financiering om de vergoeding van de rentekosten van voorfinanciering, de kosten voor opslag en eventuele verwerking en de waardevermindering van de producten.

Ik kan mij vinden in de voorstellen van de Commissie. Langdurige interventie, met groot- schalige opkoop en opslag als gevolg, levert immers grote financiële lasten zonder dat er uitzicht bestaat op een structurele oplossing. Ik vind het niet vanzelfsprekend dat de ene lidstaat voor renteverlies bij interventieaankopen een hogere tegemoetkoming ontvangt dan de andere lidstaat. Omdat de door de voorgestelde afschaffing van de maïsinterventie getroffen lidstaten hiermee enigszins worden tegemoet gekomen, ben ik bereid me achter het voorstel van de Commissie te scharen.

Vrijwillige modulatie (doc. 10014/06 ­ COM(2006)83) (Politiek akkoord)
In de Landbouwraad van 19 maart ligt mogelijk een compromisvoorstel voor van het Duitse EU-voorzitterschap over vrijwillige afroming van inkomenssteun ten gunste van plattelandsbeleid (vrijwillige modulatie).

Toen in juni 2003 in Luxemburg overeenstemming werd bereikt over de hervorming van het GLB, is afgesproken om vanaf 2005 elk jaar een deel van de inkomenssteun aan boeren verplicht af te romen en toe te voegen aan de beschikbare gelden voor het plattelands- beleid. Het betreft een verplichte modulatie die geldt voor alle lidstaten van de EU met gelijke modulatiepercentages, oplopend tot 5% vanaf 2007. Deze verplichte modulatie is door een besluit van de Europese Raad in december 2005 over de Financiële Perspectieven 2007-2013 aangevuld met een mogelijkheid van additionele vrijwillige modulatie. De lidstaten mogen volgens die afspraak in de periode 2007-2013 nog eens maximaal 20% extra korten op de directe betalingen aan landbouwers en deze middelen toevoegen aan hun plattelandsprogramma's.

Het Europees Parlement (EP) heeft grote bezwaren tegen de overeengekomen mogelijk- heid voor vrijwillige modulatie en de afgelopen vijftien maanden tot twee keer toe negatief geadviseerd over het Commissievoorstel waarin het besluit van de Europese Raad wordt omgezet in regelgeving. Het heeft daarbij zelfs 20% van de beschikbare middelen voor het plattelandsbeleid geblokkeerd om de bezwaren kracht bij te zetten.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 maart 2007 IZ. 2007/530 3

De mogelijkheid voor vrijwillige modulatie is door het toenmalige Britse EU-voorzitter- schap ingebracht, met name omdat het Verenigd Koninkrijk zelf vrijwillige modulatie wilde toepassen. Verder heeft alleen Portugal aangegeven gebruik te willen maken van de mogelijkheid.

Het voorzitterschap heeft zich de afgelopen tijd zeer ingespannen om een doorbraak in de impasse te bereiken. Er ligt nu een compromisvoorstel, dat er naar verwachting op gericht is om de Britse en Portugese wensen te accommoderen, zonder daarbij vrijwillige modulatie nu al breed open te stellen. Dit compromisvoorstel kan naar verwachting op zeer veel steun rekenen en sluit geheel aan bij de Nederlandse inzet tot nu toe. Het is het Duitse voorzitterschap er veel aan gelegen in de Raad van 19-20 maart a.s. een compromis te bereiken en daarmee te voorkomen dat de budgetblokkade van het EP er toe leidt dat reguliere plattelandsprogramma's niet volgens plan kunnen worden uitgevoerd.

Voorstel voor één gemeenschappelijke marktordening (doc. 16715/06 ­ COM(2006)822) (Beleidsdebat)
De Commissie heeft in de Raad van december 2006 het voorstel gepresenteerd voor een verordening voor het vormen van één gemeenschappelijke marktordening ter vervanging van de bestaande 21 afzonderlijke marktordeningen. Dit voorstel past in het streven naar vereenvoudiging van de regelgeving van het GLB. Het voorzitterschap heeft een aantal vragen geformuleerd, aan de hand waarvan de Raad zal debatteren. De bedoeling van het debat is politieke richting te geven aan het werk op expertniveau. Het Voorzitterschap stuurt er op aan een politiek besluit over dit voorstel te bereiken in de Raad van juni a.s. Onder Portugees Voorzitterschap kan dan de verordeningstekst in alle talen definitief worden vastgesteld.

Nederland is voorstander van verdere vereenvoudiging van regelgeving voor het GLB en is dan ook van mening dat het voorstel voor één gemeenschappelijke marktordening in dit kader past. In grote lijnen steun ik het Commissievoorstel. Het ziet er naar uit dat er op het gebied van competentie-afbakening tussen Raad en Commissie nadere afspraken noodzakelijk zijn.

Mededeling van de Commissie aan de Raad en het EP: Werkgelegenheid in plattelandsgebieden: de banenkloof dichten (doc. 06567/07) (Aanname van raadsconclusies)
De Landbouwraad heeft in juli 2003 de Commissie verzocht om een grondige analyse van de werkgelegenheidsvooruitzichten in de plattelandsgebieden en om een discussie op gang te brengen over de ontwikkeling van passende statistische instrumenten. De analyse van de Commissie geeft aan dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende plattelandsgebieden. De Commissie heeft een mededeling opgesteld over een aantal aspecten van werkgelegenheid in plattelandsgebieden: demografische situatie, analyse van de infrastructuur en toegang tot diensten, definitie en typologie van rurale gebieden en landprofielen.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 maart 2007 IZ. 2007/530 4

De mededeling bevat conclusies en aanbevelingen voor beleidsmakers en wordt vergezeld van een beoordeling van de Commissie met een aantal strategische en beleidskwesties die van belang zijn voor de Europese plattelandsontwikkeling.

Het voorzitterschap heeft conceptraadsconclusies opgesteld. Ik verwelkom deze conclusies. Van belang is echter dat de verschillen tussen de lidstaten en tussen regio's groot zijn. Daarom dient er voldoende ruimte te zijn voor eigen invulling door lidstaten van het beleid voor het landelijke gebied. Dit betekent dat lidstaten per plattelandsgebied in belangrijke mate zelf moeten bepalen wat de specifieke problemen en mogelijke oplossingen zijn. De Commissie zou moeten zorgen voor complementariteit en de juiste samenhang van toekomstige doelen/instrumenten. Daarbij moet er vanzelfsprekend voor worden gezorgd dat de beschikbare instrumenten elkaar aanvullen.

In zijn algemeenheid doen zich in Nederland geen grote sociaal-economische verschillen voor tussen de stedelijke gebieden en de plattelandsgebieden. Nederland heeft in december 2006 het Nederlandse plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2) bij de Commissie ter goedkeuring voorgelegd. Daarin is aangeven welke keuzes Nederland heeft gemaakt bij de invulling van het plattelandsbeleid voor wat betreft de leefkwaliteit op het platteland en de diversificatie van de plattelandseconomie en voor welke maatregelen de medefinanciering van de kant van de EU wordt ingezet. Dit plattelandsontwikkelings- programma is goed afgewogen en een discussie over een andere inzet ligt dan ook niet in de rede.

Ervaringen bij de implementatie van controles in de voedselketen en wegen voor verdere verbetering
Het voorzitterschap heeft als lunchdiscussiepunt een uitwisseling van de ervaringen met controles in de voedselketen geagendeerd. De Raad debatteert na de lunch verder over dit punt. Ter discussie zal staan het functioneren van de overheidscontroles in de lidstaten ter uitvoering van de EG-controleverordening voedsel en diervoeders (nr. 882/2004). De Food and Veterinary Office van de Commissie (de FVO) wil haar samenvattende bevindingen met de lidstaten delen en komen tot verbeteringen.

Diversen
a) Europese Bodemstrategie
(Informatie van de Commissie)
De Commissie heeft op 22 september 2006 de Europese Bodemstrategie gepresenteerd. Een eerste oriënterend politiek debat vond plaats in de Milieuraad van 20 februari 2007. Ook in de Landbouwraad van 29 januari 2007 is dit dossier kort aan de orde geweest op verzoek van Oostenrijk. Het voorzitterschap heeft het dossier geagendeerd om Commissaris Dimas (Milieu) de gelegenheid te geven een reactie te geven op de in de Raad van januari door diverse lidstaten naar voren gebrachte punten. Mijn voorganger heeft toen aangegeven voorstander te zijn van een Europees bodembeleid maar niet van een kaderrichtlijn bodem. Zowel nationaal als Europees zijn immers al diverse andere richtlijnen van kracht die in voldoende mate een goed bodemgebruik inkaderen. Gezien de diversiteit in bodemtypen en bodemgebruik is er bovendien ruimte nodig voor nationale en zelfs regionale of lokale invulling.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 maart 2007 IZ. 2007/530 5

b) Aviaire influenza
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Kyprianou zal zoals gebruikelijk de Raad informeren over de laatste ontwikkelingen op het gebied van aviaire influenza, onder meer over de in de EU-lidstaten getroffen maatregelen. De afgelopen maanden is er sprake van nieuwe uitbraken bij gehouden pluimvee en besmettingen van wilde vogels met hoogpathogene aviaire influenza van het type H5N1 in landen buiten de EU. Binnen de EU is een ganzenbedrijf in Hongarije en een kalkoenenbedrijf in het Verenigd Koninkrijk (VK) besmet geraakt met het hoogpathogene aviaire influenza. Als reactie op de uitbraak van aviaire influenza in het VK heeft Nederland korte tijd, van 3 tot en met 18 februari, de afschermplicht voor hobbymatig en commercieel pluimvee ingesteld. Per 19 februari is de afschermplicht weer ingetrokken. In Nederland is op 7 maart na advies over de vogeltrek van vereniging SOVON Vogelonderzoek Nederland de afschermplicht voor commercieel pluimvee weer ingesteld.

c) Veterinaire onderhandelingen met Rusland
De Europese Commissie zal tijdens de Raad de stand van zaken bij de veterinaire onder- handelingen met Rusland toelichten. Tevens zal de Commissie naar verwachting een mededeling doen over de voortgang van Polen bij het verkrijgen van mogelijkheden om levende dieren en dierlijke producten (vlees, melk e.d.) te exporteren naar Rusland. Ook verwacht ik dat de Commissaris informatie zal geven over de recent geuite dreiging van Rusland de grenzen binnenkort weer te sluiten voor dieren en dierlijke producten uit de gehele EU. Dit n.a.v. de vondst in 2006 van een aantal salmonellabesmettingen in zendingen vlees vanuit Duitsland, België, Frankrijk en Nederland. Rusland heeft nu geëist dat de Europese Commissie voor 31 maart 2007 monitoringsgegevens over 2006 en monitoringsplannen voor 2007 aanlevert (in het Russisch) van alle lidstaten.

d) Bio-energie Congres te Neurenberg
Het Duitse voorzitterschap heeft op 5 en 6 maart 2007 een congres georganiseerd over bio-energie. Doel was informatie-uitwisseling te bewerkstelligen tussen de EU-landen. Aan het congres hebben vertegenwoordigers uit de politiek, overheid, wetenschap en bedrijfsleven uit lidstaten deelgenomen. Ook de Commissie en het Europees Parlement hebben deelgenomen. Het voorzitterschap zal op basis van de uitkomsten van het congres een document opstellen met aanbevelingen voor de Commissie. Het voorzitterschap zal de Raad informeren over de conferentie en de uitkomsten ervan.

e) Conferentie "Prevention for Health, Nutrition and physical activity ­ a key to healthy living"
Het Duits voorzitterschap organiseerde van 25 tot en met 27 februari 2007 een conferentie met de title "Prevention for Health, Nutrition and physical activity ­ a key to healthy living". Deze conferentie, over de relatie tussen een gezonde levensstijl en voeding, moet input inleveren voor vervolgactiviteiten voor de EU. Naar verwachting zal de Commissie in 2007 een witboek over dit onderwerp vaststellen. De conferentie heeft een slotmemorandum opgeleverd met doelstellingen en te verrichten activiteiten. Deze zijn gericht op het verminderen van chronische ziekten, overgewicht en obesitas. De Commissie zal de Raad informeren over de uitkomsten van de conferentie.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 9 maart 2007 IZ. 2007/530 6

f) WTO-onderhandelingen
(Informatie van de Commissie)
Commissaris Fischer Boel zal een overzicht geven van de stand van zaken in de lopende WTO-onderhandelingen. Sinds begin februari zijn de onderhandelingen in het kader van de WTO Doha Ronde over de gehele linie formeel hervat. De onderhandelingen werden in juli 2006 voor onbepaalde tijd opgeschort. Ook op bilateraal niveau vond (en vindt nog steeds) veelvuldig overleg plaats tussen partijen. De ontmoeting op 8 januari jl. in Washington tussen President Bush en Commissievoorzitter Barroso, alsmede de boodschap van zo'n dertigtal ministers tijdens het World Economic Forum in Davos (24-28 januari jl.) hebben de onderhandelingen een nieuwe politieke impuls gegeven.

Ik verwelkom de hervatting van de onderhandelingen met als doel een substantieel resultaat komend voorjaar. Het resultaat moet naar mijn mening onder andere een substantiële bijdrage leveren aan de ontwikkelingsmogelijkheden van armere landen en leiden tot parallelle uitfasering van alle vormen van exportsteun. In de afspraken over markttoegang zal ik de Commissie vragen rekening te houden met dierenwelzijns- gevoelige producten.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg


---- --