Federale regering Belgie
Begrotingsoverschot 18-3-07
(2007-03-18)
Persdienst van de Eerste Minister
Begrotingscontrole bevestigt overschot van 0.3 pct
De federale regering rondde de begrotingscontrole van maart 2007 af met een bevestiging van de uitgangspunten zoals die bij de initiële begrotingsopmaak in oktober van vorig jaar werden geformuleerd: België zal 2007 afsluiten met een vorderingensaldo van 0,3 procent van het BBP en een primair saldo van 4,2 procent. Het vorderingensaldo blijft zo op het groeipad dat werd uitgezet in het kader van de opbouw van vergrijzingsreserves.
1. Economische vooruitzichten evolueren gunstig
Na de sterke groeiprestatie in 2006 (een stijging van 300 mio euro in de vennootschapsbelasting), blijven de vooruitzichten en indicatoren voor 2007 vrij gunstig: (1) het consumentenvertrouwen herstelde goed na de inzinking van eind 2006 die te wijten was aan de saneringsoperatie in de automobielnijverheid, (2) het vertrouwen van de Belgische bedrijven in de conjunctuur blijft op een hoog peil, weliswaar onder het topniveau van 2006, maar met een nieuwe significante stijging van de algemene synthetische curve in de maand februari, (3) de rentabiliteit van de Belgische bedrijven is hoog, zoals werd bevestigd in het jongste jaarverslag 2006 van de Nationale Bank , (4) de nieuwe ramingen van de RVA en de gegevens van het Federaal Planbureau wijzen op een aantrekkende arbeidsmarkt met stijgende werkgelegenheid en dalende werkloosheid.
De regering gebruikte voor de begrotingscontrole de Economische Begroting als referentie. Ondanks de vrij optimistische prognoses inzake de groei (tussen de 2,0 en 2,6 %) houdt de regering, uit voorzichtigheid, haar initieel vooropgestelde groei van 2,2% aan.
2. Fiscaliteit
De totale fiscale ontvangsten vertonen in globo een licht positief effect. Ten opzichte van de initiële begroting stijgen de inkomsten uit vennootschapsbelasting, deze uit de personenbelasting dalen. Deze laatste beweging is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de maatregelen die de regering nam in het kader van fiscale lastenverlagingen. Er is verder 45 miljoen euro in de begroting opgenomen als effect van de lastenverlaging op basis van het Interprofessioneel Akkoord. Dit bedrag was bij de opmaak van de initiële begroting niet bekend. De stijging van de roerende voorheffing met 34 miljoen euro is een meevaller, te verklaren door de stijging van de uitgekeerde dividenden. Deze hogere dividenden zijn op hun beurt het gevolg van de toegenomen rentabiliteit van de vennootschappen en de hogere vennootschapswinsten .
Algemeen kan worden vastgesteld dat de verschuiving van lasten op het macroniveau structurele vormen aanneemt. Het aandeel van de heffingen op arbeid in het Bruto Binnenlands Product is van 1999 tot 2006 gedaald met 1,4 procentpunt, van 26,7 procent tot 25,3 procent. Voor 2007 is de verwachting dat dit aandeel verder daalt tot 25,1%.
Daarnaast is er de evolutie van verschillende elementen in de ontvangsten, waardoor de transferten naar de gewesten en gemeenschappen automatisch worden verhoogd omdat deze ontvangsten als berekeningsbasis voor de transferten dienen. Deze evolutie verlaagt de federale middelen met 23 miljoen euro.
3. Milieu
Met deze begrotingscontrole wil de federale regering de verschuiving van lasten op arbeid naar andere, in het bijzonder milieuvervuilende belastinggronden, verder zetten. Het belangrijkste uitgangspunt blijft het sturen van het milieugedrag bij producenten en consumenten waarbij de milieuvriendelijke alternatieven worden gestimuleerd.
De eerste beslissing betreft de invoering van een heffing op wegwerpverpakkingen zoals plastiekzakken, huishoudfolie of wegwerpeetgerief, waarvan geweten is dat ze zeer vervuilend zijn en dat er milieuvriendelijke alternatieven bestaan. De opbrengst is geraamd op 67 miljoen euro, rekening houdend met de verbruikte hoeveelheden en eenheidsprijzen.
Bovendien besloot de regering om de fiscale aftrek bij aankoop van een nieuwe bedrijfswagen te moduleren in functie van de CO2-uitstoot. Op die mannier worden ondernemingen gestimuleerd om wagens met een lage CO2-uitstoot aan te kopen. De verwachte inkomst bedraagt 64 miljoen euro voor 2007.
Er werd bovendien er een pakket van maatregelen goedgekeurd om anomalieën en misbruiken aan te pakken. De instrumenten in de strijd tegen fiscale fraude zullen verder uitgebreid worden. De opbrengst wordt geraamd op 65 miljoen euro. Daarenboven heeft het onderzoek naar de wedkantoren 30 mio euro opgeleverd.
4. De primaire uitgaven
De primaire uitgaven van de federale overheid dalen licht. Geconsolideerd beheerst de regering het niveau van de uitgaven . Dit betekent dat de uitgaven verbonden aan de versnelde overschrijding van de spilindex en aan enkele nieuwe maatregelen volledig opgevangen worden binnen het budget zoals het initieel begroot werd.
5. rentelasten en schuldevolutie
De vermindering van de schuldgraad zit op schema met een daling van 87,5 procent van het BBP in 2006 tot 83,9 procent in 2007. Onder impact van de stijgende rentevoeten nemen de interestlasten toe met 131 miljoen euro. Voor de raming van de interestlasten baseert de regering zich op de foreward rates.
6. Gunstige evolutie van de niet fiscale ontvangsten en de overgangscorrecties
Zowel de niet-fiscale ontvangsten als de overgangscorrecties evolueren daarentegen gunstig ten opzichte van de initiële begroting.
7. sociale zekerheid
De budgettaire situatie voor de sociale zekerheid is gunstig. De financiële evolutie is zowel gunstig in het stelsel van de werknemers als in dat van de zelfstandigen. Deze evolutie wordt in belangrijke mate mogelijk gemaakt door de beperkte groei van de uitgaven in de gezondheidszorg. Dit lage uitgavenritme van vorig jaar heeft tevens een gunstig effect op 2007. Het startniveau van de uitgaven ligt lager dan verwacht.
Bij de initiële begrotingsopmaak besloot de regering reeds in 2007 een zilverzorgfonds te creëren binnen de Sociale Zekerheid om, parallel met de opbouw van reserves voor de pensioenen in het Zilverfonds, reserves aan te leggen voor de gezondheidszorg. De toegewezen middelen voor dit zilverzorgfonds werden initieel voor 2007 op 309 miljoen euro begroot. In geval van hogere marges in de gezondheidszorg zullen deze ook worden toegewezen aan het zilverzorgfonds. Globaal stijgt het positieve saldo van de Sociale Zekerheid van 522,9 miljoen euro initieel tot 566,2 miljoen euro.
In het stelsel van de werknemers wordt verder een daling vastgesteld van de uitgaven voor werkloosheid. De werkloosheidsuitgaven zouden, volgens de RVA 138 miljoen lager uitvallen dan initieel begroot (ondanks een hogere indexeringskost). Daartegenover staat wel een lichte stijging van de uitkeringen voor loopbaanonderbreking- en kredieten en voor brugpensioenen. Deze zijn, net zoals aanpassingen van de uitkeringen in de andere takken van de Sociale Zekerheid, in grote mate het gevolg van de verwachte vroegere overschrijding van de spilindex. De kostprijs wordt geraamd op 50 miljoen euro.
Globaal worden de uitgavenevoluties in de sociale zekerheid van de werknemers positief ingeschat. Verwacht wordt dat het globale uitgavenniveau ten opzichte van de initiële verwachtingen 180 miljoen euro lager zal liggen, waarvan 168 miljoen euro in het stelsel van de werknemers en de rest bij de zelfstandigen.