Den Haag,14 maart 2007
Vragen van het lid Bouwmeester(PvdA) aan de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Jeugd en Gezin
over de stijging van het aantal zwakbegaafde verslaafden
Heeft u kennis genomen van het bericht "Meer zwakbegaafden verslaafd" waarin een toename van het aantal zwakbegaafden dat verslaafd raakt wordt gesignaleerd ?
2.
Vindt u het ook zorgelijk dat het aantal zwakbegaafden dat verslaafd raakt snel toeneemt? Loopt deze stijging parallel met de stijging onder het aantal "normaal begaafde jongeren"? Bent u van mening dat deze situatie verbetering behoeft?
3.
Kunt u aangeven hoeveel verslaafde zwakzinnige jongeren in en buiten instellingen voor licht
verstandelijk gehandicapten verblijven? Zo nee, bent u van mening dat het belangrijk is voor de
aanpak van dit probleem dat er op korte termijn duidelijkheid komt over de omvang van deze
groep kwetsbare jongeren? En, bent u bereid dit probleem nader te onderzoeken?
4.
Hoe beoordeelt u de constatering van de heer Verstegen dat de voorlichting aan deze groep verbetering behoeft? Deelt u deze constatering? Bent u van mening dat er aparte voorlichting voor zwakbegaafde jongeren moet komen? Welke rol ziet u hierbij voor u zelf?
5.
Hoe beoordeeld u de constatering dat verslavingszorg zich geen raad weet met de zwakbegaafden?
6.
Bent u van mening jongeren met een verslavingsprobleem en zwakbegaafde jongeren met
een verslavingsprobleem in het bijzonder een specialistische aanpak nodig hebben? Bent u van
mening dat de huidige, vaak op volwassen "normaal" begaafde mensen gerichte aanpak" in deze
gevallen tekort schiet? En zo ja, welke rol ziet u hierbij voor u zelf?
7.
Bent u van plan om bij toekomstig beleid op het gebied van de verslavingszorg meer rekening te
houden met de diversiteit binnen de groep van verslaafden en waarnodig apart in te gaan op de
specifieke problemen van bijvoorbeeld jongeren en zwakbegaafde jongeren?
Partij van de Arbeid