SER in ontwerpadvies:
Laat steden initiatief nemen in het grotestedenbeleid
15 maart 2007 -
Door de hardnekkige problemen in een beperkt aantal wijken blijft er
behoefte aan grotestedenbeleid. Het rijk moet haar middelen echter wel
anders inzetten. Enerzijds door te concentreren op wijken die
aantoonbaar de grootste problemen hebben, anderzijds door financiën te
decentraliseren naar steden die hun problemen zelf op kunnen lossen.
Steden moeten in het grotestedenbeleid zelf hun prioriteiten stellen
en op basis hiervan overeenkomsten afsluiten met het rijk waarin
prestatie van de stad en tegenprestatie van het rijk aan elkaar worden
gekoppeld.
Dat staat in een ontwerpadvies dat de SER op vrijdag 20 april zal
vaststellen. Op dit moment ligt het ontwerpadvies ter bespreking voor
bij de achterbannen van de organisaties in de SER.
Nieuwe aanpak grotestedenbeleid
Volgens het ontwerpadvies moet het grotestedenbeleid zich concentreren
op het aanpakken van hardnekkige en complexe knelpunten in bepaalde
wijken en op het benutten van kansen die de krachten van de
afzonderlijke steden te boven gaan en waarvoor dus een bijzondere
bijdrage van het rijk nodig is. Als steden redelijkerwijs in staat
zijn zelf zonder bijzondere betrokkenheid van het rijk hun stedelijke
problematiek aan te pakken, moeten zij daartoe ook zelf over de
financiële middelen beschikken.
Waar een bijzondere bijdrage van het rijk nodig is, moeten steden zelf
hun prioriteiten stellen. Rijk en stad moeten vervolgens een
partnerschap gaan vormen, op basis van een wilsovereenkomst (charter)
waarin de prestatie van de stad en de tegenprestatie van het rijk in
een transactie aan elkaar worden gekoppeld.
Samenwerking is ook nodig binnen de steden zelf. Een actievere inbreng
van woningcorporaties, bedrijfsleven en onderwijs- en
kennisinstellingen is nodig om de hardnekkige en meervoudige problemen
in achterstandswijken aan te pakken. De gemeenten moeten meer dan
voorheen bij het opknappen van de wijken zowel de woningen zelf als de
sociale problematiek in onderlinge samenhang aanpakken. Het
vooruitkomen van bewoners moet hierbij vertrekpunt zijn. Dat vraagt om
een directe en persoonlijke benadering van bewoners en om het inzetten
van woningverbetering voor de aanpak van sociale problemen.
Woningcorporaties kunnen hierbij een sleutelrol vervullen.
Lissabon-strategie
Het advies is een reactie op een adviesaanvraag van de minister voor
Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties over de rol van de
grote steden in de Lissabon-strategie. Met de Lissabon-strategie
willen de landen van Europa zich omvormen tot dynamische
kenniseconomieën. Daarmee wordt de basis gelegd voor toekomstige
welvaart. De grote steden hebben een belangrijke rol in de
Lissabon-strategie. Zij moeten zo goed mogelijk invulling geven aan
het ideaal van de complete en vitale stad. Dat is een stad die
bewoners, bedrijven en instellingen een hoogwaardige woon- en
werkomgeving biedt, met goede voorzieningen en recreatiemogelijkheden.
De Lissabon-agenda plaatst de steden en het grotestedenbeleid echter
niet in een wezenlijk ander daglicht.
Sociaal-Economische Raad