Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33 www.szw.nl 2513AA22XA

Contactpersoon Uw brief 23 januari 2007 Doorkiesnummer Ons kenmerk SV/V&G/07/9491 Datum 15 maart 2007 Onderwerp Kamervragen van de leden Blok en Van Miltenburg

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Blok en Van Miltenburg (beiden VVD) over het heffen van een AWBZ-bijdrage.

De Minister van Sociale Zaken De Staatssecretaris van Volksgezondheid, en Werkgelegenheid, Welzijn en Sport,

(mr. J.P.H. Donner) (mw. dr. J. Bussemaker)

2060705940

Vragen van de leden Blok (VVD) en Van Miltenburg (VVD) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het heffen van een AWBZ-bijdrage. (Ingezonden 23 januari 2007)


1
Bent u op de hoogte van het oordeel van de Centrale Raad van Beroep 1) waaruit blijkt dat het heffen van een AWBZ-bijdrage in strijd is met de Europese code als de zorg die een AWBZ-verzekerde nodig heeft een gevolg is van een arbeidsongeval of beroepsziekte?

Antwoord vraag 1
Ja.

Ons kenmerk SV/V&G/07/9491


2
Hoe beoordeelt u deze uitspraak? Acht u het wenselijk dat er een onderscheid zal ontstaan tussen arbeidsgerelateerde en niet-arbeidsgerelateerde aandoeningen binnen de AWBZ?

Antwoord vraag 2
De uitspraak leidt ertoe dat verzekerden die ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte, als bedoeld in Deel VI van de Code, in een AWBZ-instelling verblijven geen eigen bijdrage verschuldigd zijn. Aan de uitspraak heeft de Staatssecretaris van VWS inmiddels uitvoering gegeven door aan het College voor zorgverzekeringen te vragen de zorgkantoren te instrueren om in de situatie dat de verzekerde terecht aangeeft dat de uitspraak op hem van toepassing is, geen eigen bijdrage te heffen. Voor het overige wordt verwezen naar het antwoord op vraag 9.


3
Is het waar dat een werknemer die, als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte, is aangewezen op huishoudelijke hulp en een AWBZ eigen bijdrage moet betalen, nu met succes een bezwaar kan aantekenen tegen die eigen bijdrage?


4
Welke gevolgen heeft de uitspraak voor gemeenten die in het kader van de WMO een eigen bijdrage opleggen voor huishoudelijke hulp?

Antwoord op de vragen 3 en 4
In artikel 34 van de Europese Code inzake sociale zekerheid is geregeld waaruit de geneeskundige zorg bestaat1. Huishoudelijke hulp valt hier niet onder. De betrokkene kan niet met succes op basis van de uitspraak bezwaar aantekenen tegen de eigen bijdrage. De uitspraak heeft dan ook geen gevolgen voor gemeenten die in het kader van de WMO eigen bijdragen opleggen voor huishoudelijke hulp.


5
Onderschrijft u het oordeel van de Centrale Raad van Beroep, dat aan de Europese code een visie ten grondslag ligt dat beroepsrisico's in het algemeen niet door de werknemer behoren te worden gedragen?

Antwoord op vraag 5


1 Artikel 34 van de Europese Code inzake sociale zekerheid noemt de volgende vormen van geneeskundige zorg: a. hulp van huisartsen en specialisten aan personen die al dan niet in een ziekenhuis zijn opgenomen, met inbegrip van huisbezoeken; b. tandheelkundige zorg;
c. verpleging thuis, in een ziekenhuis of in een andere geneeskundige inrichting; d. kosten van opneming in een ziekenhuis, herstellingsoord, sanatorium of andere geneeskundige inrichtingen; e. tandheelkundige, farmaceutische en andere medische of chirurgische verstrekkingen, met inbegrip van prothesen en het onderhoud daarvan, alsmede brillen;
f. de diensten verleend door een beoefenaar van een ander beroep, hetwelk wettelijk erkend is als verwant aan het beroep van medicus, onder toezicht van een medicus of van een tandarts.


---

Ons kenmerk SV/V&G/07/9491

Deze kwestie zal worden betrokken bij het antwoord op de vraag welke maatregelen naar aanleiding van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep dienen te worden genomen. Voor een antwoord op deze vraag wordt derhalve verwezen naar het antwoord op vraag 9.


6
Betekent dit dat de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep niet beperkt is tot medische zorg, maar tot alle zorg voortvloeiend uit arbeidsongevallen of beroepsziekten?

Antwoord op vraag 6
De rechtsvraag die de Centrale Raad van Beroep in zijn uitspraak van 8 september 2006 heeft beantwoord betreft de eigen bijdrage voor geneeskundige zorg bij verblijf, die genoten wordt ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte. Genoemde uitspraak van de Centrale Raad van Beroep strekt zich uit tot de vormen van geneeskundige zorg, die zijn opgesomd in artikel 34 van de Europese Code inzake sociale zekerheid.


7
Wat zijn volgens u de mogelijke consequenties van deze uitspraak op het gebied van de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsregelingen?

Antwoord op vraag 7
Er zijn geen consequenties van deze uitspraak op het gebied van de Nederlandse arbeidsongeschiktheidsregelingen. De uitspraak van de CRvB gaat over de situatie dat er een eigen bijdrage wordt opgelegd bij ziektekosten (AWBZ zorg) die verband houden met een arbeidsongeval. De CRvB acht dit in strijd met Deel VI (uitkeringen en verstrekkingen bij arbeidsongevallen en beroepsziekten) van de Europese Code.


8
Kunt u inzicht verschaffen in de financiële consequenties als de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in brede zin wordt overgenomen?

Antwoord op vraag 8
In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt naar de oorzaak waardoor zorg genoten wordt. Er wordt dan ook niet bijgehouden wie er zorg geniet ten gevolge van een arbeidsongeval of een beroepsziekte. Daarom wordt ook niet geregistreerd welk bedrag er aan eigen bijdragen wordt betaald voor zorg ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte. In de ons omringende landen maakt men een dergelijk onderscheid wel. Daar kent men wel het risque professionnel. Op basis van ervaringen in die landen, kan slechts een ruwe schatting gemaakt worden van het met de eigen bijdragen bij zorg ten gevolge van een arbeidsongeval of beroepsziekte gemoeide bedrag. Bij de berekening van de gemiddelde kosten die Nederland aan de andere Europese Unielidstaten moet betalen, worden de kosten van zorg bij arbeidsongevallen en beroepsziekten geschat op circa 3% van de totale zorgkosten. Wat dit betekent voor de eigen bijdragen, is niet bekend.

---


[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/15/E278-ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid.html" title="Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid"]