Universiteit Twente

Basisonderwijs benut zelfevaluatie te weinig voor kwaliteitsverbetering

Slechts een derde van de basisscholen is in staat om met behulp van de resultaten van hun zelfonderzoek de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Dat stelt gedragswetenschapper Kim Schildkamp in haar promotie op donderdag 15 maart 2007 aan de Universiteit Twente. Schildkamp deed onderzoek naar het gebruik en de effecten van zelfevaluatie in het basisonderwijs.

Sinds de Kwaliteitswet uit 1998 is kwaliteitszorg uitdrukkelijk een plicht van de school zelf. Het zelfevaluatie-instrument ZEBO bevat een aantal vragenlijsten voor leerlingen van groep 3 tot en met 8 en voor leerkrachten en de directie. Daarin wordt gerapporteerd hoe het team en de leerlingen zowel het onderwijs als de school beoordelen en hoe dit zich verhoudt tot het gemiddelde beeld van andere scholen in Nederland. Scholen bepalen vervolgens zelf of, en in hoeverre, kwaliteitsverbetering noodzakelijk is.

Voor het onderzoek zijn sinds 2001 zeventig basisscholen gevolgd over een periode van vijf jaar. Tijdens deze jaren hebben de meeste scholen ZEBO drie keer gebruikt. Uit de drie evaluaties daarvan blijkt dat het gebruik van een zelfevaluatie-instrument niet gemakkelijk is. Hoewel er wel meer gebruik gemaakt is van de resultaten van ZEBO, is het gebruik nog steeds beperkt. In 2006 heeft 1/3 van de scholen de ZEBO-resultaten gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Dit komt overeen met de conclusie van de onderwijsinspectie in 2005 dat maar 1/3 van de scholen in staat is de resultaten van zelfevaluatie te benutten voor schoolverbetering.

Op 1/3 van de scholen heeft men ook maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Leerkrachten gaven bijvoorbeeld aan dat ze hun lessen meer probeerden aan te passen aan de verschillen tussen leerlingen. Schoolleiders hebben de ZEBO-resultaten vooral gebruikt voor het doorvoeren van veranderingen op schoolniveau, bijvoorbeeld voor het schrijven van het schoolplan, de ontwikkeling van beleid en voor het voeren van functioneringsgesprekken.

Het gebruik van ZEBO heeft (nog) geen effect gehad op de leerprestaties van leerlingen. Wel laten de resultaten effecten zien op andere belangrijke voorwaarden voor schoolverbetering. Zo is er meer overleg gekomen over het functioneren van de school en over de kwaliteit van het onderwijs. Ook werd de missie van de school vaker besproken en werd meer gesproken over de wijze waarop het onderwijs verbeterd kon worden. Andere effecten die genoemd werden waren: meer aandacht voor de professionele ontwikkeling van het team, een toename van de prestatieoriƫntatie, en betere leskwaliteit.

Noot voor de pers

Kim Schildkamp (Hengelo, 1979) voerde haar promotieonderzoek uit bij de afdeling Onderwijsorganisatie & -management van de Faculteit Gedragswetenschappen van de Universiteit Twente. Zij verdedigt haar proefschrift The Utilisation of a Self-Evaluation Instrument for Primary Education op donderdag 15 maart 2007. Haar promotor is prof.dr. Jaap Scheerens.

Contactpersoon voor de pers: drs. Berend Meijering, Bureau Communicatie UT, 053 489 4385, b.meijering@utwente.nl.

Top
Laatst gewijzigd op 12-03-2007 17:08:52 door Webmaster