CBS

Industriemonitor
Dinsdag 13 maart 2007 14:00

Industriebeeld: goede start industrie in 2007

In januari 2007 heeft de Nederlandse industrie 10 procent meer omgezet dan in januari 2006. Al bijna drie jaar is de omzet elke maand hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. De gemiddelde dagproductie was bijna 5 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Het producentenvertrouwen in de industrie is in februari 2007 uitgekomen op 7,8. Dit is 1,4 punt hoger dan in januari 2007. Het vertrouwen van de ondernemers nam vanaf de zomer van 2005 sterk toe. In oktober 2006 werd met een waarde van 9,0 het hoogste niveau ooit bereikt, maar ook in de maanden daarna bleef het sentiment onder de ondernemers positief.

Het volume van de bruto toegevoegde waarde is in de industrie in het vierde kwartaal van 2006 met 3,9 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder.

Productiegroei en producentenvertrouwen

Opnieuw omzetgroei

De hogere omzet kan bijna geheel worden toegeschreven aan een grotere afzet. De licht gestegen afzetprijzen speelden nauwelijks een rol.

In alle branches van de industrie werd meer omgezet. De sterkste omzetgroei werd gemeten in de hout- en bouwmaterialenindustrie, waar de omzet bijna 25 procent hoger was. Dankzij het zachte weer in januari konden bouwactiviteiten volop doorgaan en werd een flink hogere volumegroei gerealiseerd. Ook de metaalindustrie deed het goed met 18 procent meer omzet.

De totale industrie zette in het binnenland 9 procent meer om. Op de buitenlandse markt was de omzettoename 10 procent. Al bijna een jaar groeit de export meer dan de omzet op de binnenlandse markt.

Meer productie

De gemiddelde dagproductie in de Nederlandse industrie was in januari 2007 bijna 5 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder.

Alle branches leverden in januari meer productie. In de hout- en bouwmaterialenindustrie was de toename met 9 procent het grootst. Het zachte weer in januari heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Ook de metaalindustrie deed het zeer goed met een toename van bijna 9 procent.

Orderpositie naar recordhoogte

Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: de verwachte productie in de komende drie maanden, het oordeel van de ondernemers over de voorraden gereed product en het oordeel over de orderpositie. Het oordeel over de voorraad gereed product bleef in februari ongewijzigd. Over de toekomstige productie waren de ondernemers in februari juist iets positiever dan in januari, net als over de orderpositie. In de investeringsgoederenindustrie zijn de verwachtingen over de toekomstige productie het meest optimistisch.

De orderontvangsten zijn volgens een meerderheid van de ondernemers verder toegenomen. De index orderpositie (orderportefeuille uitgedrukt in maanden werk) steeg naar 108,7. Daarmee bevindt deze indicator zich op het hoogste punt sinds het najaar van 1992. De verbeteringen weerspiegelen zich in het oordeel over de orderpositie, dat in februari licht verbeterde.

De ondernemers in de industrie bleven eveneens positief ten aanzien van de werkgelegenheid. Het aantal ondernemers dat uitging van een stijging van de personeelsomvang was in februari licht in de meerderheid. De stemming over de werkgelegenheid is het laatste halfjaar aanzienlijk beter dan in de periode 2001-2005. Vooral ondernemers in de investeringsgoederenindustrie denken meer personeel aan te nemen.

Industrie groeit verder in vierde kwartaal

In het vierde kwartaal van 2006 was het volume van de bruto toegevoegde waarde (basisprijzen) van de industrie 3,9 procent groter dan dat van het overeenkomstige kwartaal van 2005. Mede dankzij de groeispurt van de industrie in het vierde kwartaal was over geheel 2006 het volume van de bruto toegevoegde waarde 2,1 procent groter dan dat van 2005.

De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2006 met 2,7 procent gegroeid ten opzichte van een jaar eerder. In heel 2006 groeide de Nederlandse economie met 2,9 procent. Net als in 2005 leverde de uitvoer de belangrijkste bijdrage aan de economische groei. Het waren echter vooral de consumptie van huishoudens en de investeringen die een versnelling brachten in de economische groei.