Den Haag, 13 maart 2007
Vragen van de leden Bouchibti (PvdA) en Teeven (VVD) aan de minister van Justitie
over de werkwijzen van Nederlandse 'loverboys' in Antwerpen.
1) Heeft U kennis genomen van de berichten in de Belgische krant de Standaard van 10 maart j.l?
2) Is er in het kader van de prioriteit mensenhandel/mensensmokkel reeds aandacht bij de Nationale recherche voor het fenomeen van de 'grensoverschrijdende loverboys'? Zo ja, tot welke maatregelen heeft dit geleid? Zo neen, waarom niet?
3) Is er in het kader van de grensoverschrijdende samenwerking tussen politiediensten sprake van gestructureerde informatie-uitwisseling tussen Nederlandse- en buitenlandse politiediensten? Zo ja, wat is het resultaat van deze informatie-uitwisseling? Zo neen, waarom niet?
4) Is er bij het Landelijk Informatiepunt Jeugdprostitutie informatie beschikbaar omtrent het ronselen van jonge meisjes voor het Antwerpse prostitutiecircuit? Zo ja, heeft die beschikbare informatie al geleid tot het instellen van een opsporingsonderzoek? Zo neen, is het noodzakelijk de regionale politiekorpsen en arrondissementsparketten te attenderen op dit fenomeen?
Met vriendelijke groet,
Chantal Linnemann
Secretaresse Voorlichting
Tweede Kamer-fractie Partij van de Arbeid
Plein 2
K 117
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Tel: 070 318 2694
Fax: 070 318 2800
c.linnemann@tweedekamer.nl
Artikel 'Loverboys sturen Nederlandse prostituees naar stad' in het Belgische dagblad de Standaard van zaterdag 10 maart 2007
Zie kamervragen van de leden Arib en Van Dijken d.d. 19 juni 2006
Partij van de Arbeid