persberichten 2007
12 maart 2007
Europees landbouwbeleid moet hoog op de agenda
De Raad voor het Landelijk Gebied adviseert de nieuwe minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit snel een brede discussie over de
toekomst van het Europees landbouwbeleid te stimuleren. De discussie
moet uitmonden in een visie op de toekomst van de landbouw en het
landbouwbeleid die door de maatschappij breed gedragen wordt. De raad
adviseert in de tussentijd geen grote wijzigingen in de Nederlandse
invulling van het Europees landbouwbeleid door te voeren.
Pas op de plaats
De Nederlandse landbouw ontvangt jaarlijks zo'n 850 miljoen euro aan
Brusselse bedrijfstoeslagen, vooral ter compensatie van prijsdalingen
uit het verleden. Het systeem geldt in principe tot 2013. Lidstaten
mogen kiezen of ze boeren een vaste toeslag per hectare (een zgn. flat
rate) betalen, een toeslag gebaseerd op inkomenssteun in het verleden
(een historische referentie) of een mengvorm van deze twee. De
Nederlandse regering koos in 2004 voor een historische referentie. De
raad adviseert het huidige systeem van historische referenties
voorlopig te handhaven.
De raad vindt dat een tussentijdse overstap naar een flat rate systeem
grote nadelen heeft. Allereerst concludeert de raad dat de stap naar
een meer maatschappelijk gefundeerd systeem, ofwel een relatie met
betalingen voor collectieve goederen, niet zichtbaar wordt gezet. Hier
en daar geldt zelfs het tegendeel. Zo gaan melkveebedrijven er in
sommige Nationale Landschappen als Achterhoek en Zuid West Friesland
meer dan 100 euro per hectare achteruit bij een systeem van flat rate.
Bij een snelle invoering van een flat rate systeem zouden bovendien
veel bedrijven in financiële problemen kunnen komen. Ook zou een
tussentijdse overstap naar een ander systeem tot andermaal hoge
uitvoeringskosten leiden, nadat al hoge kosten gemaakt zijn voor de
invoering van het huidige systeem. Wel adviseert de raad op korte
termijn mogelijkheden voor vereenvoudiging van het systeem te
onderzoeken. Voor een werkelijke koppeling aan collectieve goederen is
een meer uitgekiend systeem nodig.
Gedragen toekomstvisie nodig
Voor de toekomst is er behoefte aan een systeem dat helder is en
maatschappelijk breed gedragen. In het Regeerakkoord geeft het nieuwe
kabinet aan dat het zich er voor zal inzetten om het huidige
landbouwbeleid in de toekomst meer te koppelen aan het realiseren van
maatschappelijke waarden zoals voedselveiligheid en voedselzekerheid,
het in stand houden van het landschap en de zorg voor milieu en
dierenwelzijn. Daarmee is het huidige systeem van historische
referentie op termijn niet meer te verdedigen en kan hooguit als
overgangsmaatregel dienen.
In 2008 wil de Europese Commissie de gemaakte afspraken uit 2003
evalueren. Daarnaast zal in 2009 Europa besluiten nemen over de
financiering van Europa op de lange termijn. Daarbij zal het
ongetwijfeld ook over de landbouwuitgaven gaan. Zo'n 40% van de
Europese begroting wordt immers aan het Europees gemeenschappelijk
landbouwbeleid besteed. Voor een goede Nederlandse inbreng in deze
Europese discussies is een heldere toekomstvisie nodig. Die ontbreekt
vooralsnog. In 2005 gaf toenmalig minister Veerman al aan dat hij in
2007 een discussie wil starten over het Europees landbouwbeleid. De
raad constateert dat discussies over de toekomst van het Europees
landbouwbeleid tot nu toe slechts in een beperkte kring van ingewijden
worden gevoerd. De maatschappelijke belangen die op het spel staan
vragen om grotere betrokkenheid. De raad adviseert de minister van LNV
op korte termijn een discussie over het Europees landbouwbeleid te
stimuleren en daarbij juist die groepen te betrekken die zich niet
vanzelf roeren. De komende tijd zal de raad zelf actief dit debat
stimuleren.
Meer informatie
Bij de projectleider van het advies dhr. G. van der Bijl, tel.: 033 42
17 823, e-mail: b.h.van.leeuwen@minlnv.nl, of de algemeen secretaris
mevr. H. de Wilde, tel.: 033 42 17 820, e- maill:
h.de.wilde@minlnv.nl.
Raad voor het Landelijk Gebied