AZG: Bangladesh moet Rohingya vluchtelingen alternatief bieden
12.03.2007 / 09:26 / Rubriek: Buitenland / Organisatie: Artsen zonder grenzen
Artsen zonder grenzen
PERSBERICHT
AzG: Bangladesh moet Rohingya vluchtelingen alternatief bieden
Groot aantal mensen verdreven uit vluchtelingenkamp
Amsterdam, 12 maart 2007 - Sinds 7 maart eist de overheid van Bangladesh dat een groot
aantal vluchtelingenfamilies haar onderkomen verlaat. De Rohingya's, moslims uit Myanmar
(Birma), kunnen echter nergens naartoe. Volgens de overheid maakt hun eis deel uit van
een nationale campagne om de weerszijden van wegen te schonen van illegale behuizingen.
Artsen zonder Grenzen, die sinds mei 2006 medische hulp biedt aan de vluchtelingen in het
kamp, vindt dat de overheid de vluchtelingen een alternatief moet bieden.
'Het is onduidelijk wat er zal gebeuren met de mensen die het kamp verlaten,'zegt Frido
Herinckx, landencoördinator Artsen zonder Grenzen in Bangladesh,'de overheid van
Bangladesh moet dit probleem, dat al 15 jaar bestaat, aanpakken door samen te werken met
internationale organisaties. Gewoon mensen wegsturen is geen oplossing. Er moeten
alternatieven komen. Deze mensen moeten ergens heen. Niemand zou zo mogen leven.'
Meer dan zesduizend Rohingya's zochten hun toevlucht tot 'Kamp Tal', een stuk land van 800
meter bij 30 meter in het zuidoostelijke puntje van Bangladesh, vlakbij het stadje Teknaf.
De Rohingya's zijn gevlucht uit Myanmar, omdat ze naar eigen zeggen daar al vele jaren
ernstig worden misbruikt: gedwongen arbeid, in beslagname van hun land en beperking in
bewegingsvrijheid. Dit leidt tot erbarmelijke levensomstandigheden. Ze hebben geen
staatsburgerschap in Myanmar, en Bangladesh kent hen geen vluchtelingenstatus
toe.'Teruggaan is als verdrinken in de zee,' zegt een vrouw uit kamp Tal. 'Het leven was
zwaar, als we één keer te eten hadden, hadden we daarna zeven dagen niet te
eten.'
De Rohingya vluchtelingen wonen in een overvol, geïmproviseerd kamp, volgepakt met
hutjes van hout en plastic zeil; voedsel en drinkwater zijn schaars. De meeste van hen
zijn al vijftien jaar op de vlucht en zijn al eerder verdreven. Nu moeten ze weer
vertrekken. De overheid eist dat het deel van het kamp naast de hoofdweg ontruimd wordt.
Daarnaast dwingt de overheid ook andere families die niet op hun inwonerslijst staan, te
vertrekken.
Artsen zonder Grenzen zette in mei 2006 een kliniek en voedingscentrum op bij het kamp om
de Rohingya's hulp te bieden. Onze medewerkers geven per dag meer dan 100 consulten en
behandelen meer dan 40 ondervoede kinderen. De patiënten komen zowel uit het kamp
als uit het omliggende gebied. Het gebied komt regelmatig onder water te staan. De
vluchtelingen lijden onder meer aan diarree, luchtwegontstekingen en ondervoeding.