ChristenUnie
ChristenUnie.nl
Nieuws
Bijdrage spoeddebat over positie mw. K. Arib
Bijdrage spoeddebat over positie mw. K. Arib
donderdag 08 maart 2007 17:09
De heer Slob (ChristenUnie):
Mevrouw de voorzitter. Ook ik voel mij wat ongemakkelijk bij dit
debat. Dat komt omdat wij praten over personen. Ik vind het een goede
gewoonte dat wij daar in deze Kamer terughoudend in zijn. Daarbij komt
dat in de aanloop tot dit debat al heel harde woorden zijn gesproken,
ook in de richting van deze collega. Ik heb al in een interruptie
aangegeven dat die collega in volle rechte lid van deze Kamer is.
Bovendien is dit gebeurd op het moment waarop de fractie van deze
collega nog bezig was met een onderzoek naar de nevenfunctie van deze
persoon. Dat gebeurde conform de wijze die in deze Kamer is
afgesproken, en wel wat er moet gebeuren als er twijfel is over de
integriteit van personen en de functies die zij vervullen in relatie
tot hun taak als parlementariër. Ook ik refereer graag naar de brief
van onze voormalige minister van Binnenlandse Zaken, de heer Remkes,
van 5 september 2006. Ik meen dat de heer Pechtold er ook naar
verwezen heeft.
Ik stel met betrekking tot mevrouw Arib vast dat de commissie voor het
onderzoek van de geloofsbrieven haar geloofsbrieven heeft onderzocht
en goedgekeurd. Ik herhaal dat zij dus in volle rechte lid is van het
parlement. Ik constateer dat ook de heer Wilders dat met mij heeft
vastgesteld.
Ik constateer tevens dat de Partij van de Arbeid, conform onze
afspraken over wat er zou moeten gebeuren als er twijfel is over
Kamerleden, zelf ook onderzoek heeft verricht. Daarvan heeft die
partij vandaag melding gedaan in deze Kamer. Wij stellen dat zeer op
prijs. Ook wij vonden dat een overtuigende bijdrage. In dat opzicht
zouden wij de discussie nu kunnen sluiten.
Ik maak nog twee algemene opmerkingen. Allereerst wil ik toch
waarschuwen voor de verruwing van het publieke debat en dat in deze
Kamer, zoals dat vandaag en verleden week is gehouden. Mijn analyse is
dat er sprake is van een vermenging tussen aan de ene kant wat de wet
ons voorschrijft en aan de andere kant de opvattingen van mensen over
wat wenselijk is, als het om de wet gaat. Die opvattingen mag men
uiteraard hebben. Daarnaast doel ik op de koppeling aan concrete
situaties waar personen bij betrokken zijn. Als dat alles door elkaar
gaat lopen, ontstaat er toch een gevaarlijk debat dat alle kanten kan
uitschieten. Dit geldt zeker wanneer de concrete situatie van personen
het debat gaat domineren. Ik hoop dat iedere fractie haar
verantwoordelijkheid neemt in dezen, dus als het gaat om de wijze
waarop dit soort debatten gevoerd worden. Mijn fractie zal daaraan
haar bijdrage leveren. Deze debatten moeten dan ook ordentelijk
gevoerd worden. In dat opzicht hebben wij een voorbeeldfunctie.
Laat er geen enkele twijfel bestaan over het feit dat mijn fractie
vindt dat er over ieder onderwerp in de Kamer zou moeten kunnen worden
gesproken, mits het uiteraard de verantwoordelijkheid van de overheid
raakt. Wij willen helemaal niets onder het vloerkleed stoppen. Daar
hebben wij ook geen enkele behoefte aan. Nogmaals, wij willen het
debat wel op een ordentelijke wijze voeren. Er mag dan dus over alles
gesproken worden, ook over de verenigbaarheid van functies. Artikel 3
van ons Reglement van Orde geeft de procedure daarvoor aan. Mocht een
dergelijk onderwerp in algemene zin, dus niet gekoppeld aan personen,
in deze Kamer aan de orde komen, zal mijn fractie bij dat debat
aanwezig zijn en daaraan deelnemen.
Bij ons bestaat ook geen enkele twijfel aan de integriteit van mevrouw
Arib. Ik hecht eraan om mijn bijdrage hiermee af te sluiten.