Marketingkosten van beleggingsfondsen zijn niet transparant
Met een vermogen van 18 biljoen dollar onder beheer vormen
beleggingsfondsen wellicht het grootste onderdeel van de financiële
industrie wereldwijd. In zijn proefschrift New Insights into Mutual
Funds: Performance and Family Strategies onderzoekt Joop Huij de
prestaties van beleggingsfondsen in de Verenigde Staten. Rendementen
van deze beleggingsfondsen blijken niet te voorspellen, maar de
gedragingen van investeerders wel. Ook is de besteding van
marketingkosten van beleggingsfondsen voor de investeerders niet
transparant genoeg. Huij promoveert donderdag 8 maart 2007 aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam.
Huij onderzoekt in hoeverre rendementen van beleggingsfondsen uit het
verleden een voorspellende waarde hebben voor hun toekomstige
prestaties. De promovendus vindt dat beleggingsfondsen op de langere
termijn alleen hogere rendementen kunnen behalen door meer risico te
nemen. Hij vindt geen bewijs dat fondsbeheerders in staat zijn om
systematisch de meest winstgevende effecten te selecteren of het
gunstigste tijdtip te kiezen om effecten te kopen of verkopen. Wanneer
gecorrigeerd wordt voor risico, is alleen op de korte termijn enige
voorspelbaarheid waarneembaar in de rendementen van de fondsen.
Hoewel rendementen uit het verleden weinig voorspellende waarde hebben
voor prestaties in de toekomst, reageren investeerders sterk op de
historische prestaties van beleggingsfondsen. Bovendien is deze
reactie sterker voor fondsen die veel aan marketing uitgeven. De
promovendus rapporteert dat marketingactiviteiten ook een positieve
invloed hebben op geldstromen naar andere fondsen binnen dezelfde
fondsgroep. Beleggingsfondsen, die zelf weinig aan marketing uitgeven
maar onderdeel zijn van een fondsgroep die als geheel wel veel aan
marketing uitgeeft, ontvangen aanzienlijk grotere geldstromen dan
vergelijkbare fondsen die geen onderdeel zijn van een dergelijke
groep.
Een mogelijke verklaring voor deze observatie is dat marketing van
bepaalde fondsen de fondsgroep als geheel zichtbaarder maakt. Deze
verklaring veronderstelt echter dat de marketingkosten die fondsen bij
investeerders in rekening brengen, één-op-één gerelateerd zijn aan de
aandacht die de fondsen krijgen in de media en verkoopkanalen. Het is
waarschijnlijker dat beleggingsfondsen met lage marketinguitgaven
gesubsidieerd worden, en dat fondsgroepen de kosten van
marketingactiviteiten van deze fondsen bij andere fondsen in rekening
brengen. Investeerders zouden zich ervan bewust moeten zijn dat
marketingkosten voor andere doeleinden aangewend kunnen worden dan
waarvoor ze eigenlijk bedoeld zijn, aldus de promovendus.
Het onderzoek van Huij is verricht in het Erasmus Research Institute
of Management (ERIM), de gezamenlijke door de KNAW erkende
onderzoeksschool van RSM Erasmus University en de Faculteit der
Economische Wetenschappen. Aan ERIM zijn ruim 250 onderzoekers
verbonden. ERIM organiseert tevens het Erasmus Doctoral Programme in
Business and Management voor de opleiding van jonge, veelbelovende
wetenschappers.
Promotor: Prof.dr. M. Verbeek
Erasmus Universiteit Rotterdam