Het "Evangelie van Filippus": gesprekken rond een gnostisch initiatieritueel
Datum: 8 maart 2007
In het zuiden van Egypte, bij het plaatsje Nag Hammadi, werden ze door
een Egyptische boer bij toeval in 1945 gevonden: gnostische
geschriften en evangeliën uit de eerste vier eeuwen van onze
jaartelling. Sinds de jaren 1950 worden de Nag Hammadi-teksten
vertaald en onderzocht door wetenschappers over de gehele wereld. Bas
van Os vertaalde en analyseerde één van deze geschriften, het
"Evangelie van Filippus". Het werk moet ergens rond het jaar 200 na
Christus zijn ontstaan, ruim honderd jaar na de evangeliën van het
Nieuwe Testament.
De gnostiek was een vroegchristelijke stroming. Gnostici hadden een
ander godsbeeld dan andere christenen: ze meenden dat er een hogere
God was dan de antropomorfe Schepper-God van het Oude Testament. Iets
van die hoogste God was gevangen geraakt in de schepping, namelijk als
een goddelijke vonk in de mensen. Dit goddelijke zelf kon door kennis
(gnosis) weer bevrijd worden en terugkeren tot zijn goddelijke
oorsprong. De Amerikaanse auteur Dan Brown baseerde zijn roman "De Da
Vinci Code" (2003) op het idee dat de kerk dit spiritueel geheim
eeuwenlang verborgen heeft gehouden.
Van Os begon zijn onderzoek in reactie op conclusies van Martha Lee
Turner. Het "Evangelie van Filippus" zou volgens Turner bestaan uit
een verzameling losse teksten, die weinig thematische of logische
samenhang vertonen. Volgens Van Os valt het evangelie wel degelijk als
een thematische eenheid te begrijpen, namelijk als aantekeningen voor
een twaalftal gesprekken met mensen die een gnostisch initiatieritueel
ondergingen. De inhoud van de gesprekken wijst erop dat de dopelingen
vooral "gewone" christenen waren. Uiterlijk bestond het
initiatieritueel uit doop, zalving en eucharistie. In mystieke zin
ging het om de vereniging met het goddelijke in de "Bruidskamer".
Jezus Christus zou zijn afgedaald uit de sfeer van de allerhoogste God
om, door middel van gnosis en rituelen, de mensen te bevrijden uit de
schepping en weer te verenigen met hun goddelijke oorsprong. De
verbintenis tussen Jezus en Maria staat daarbij symbool voor de
vereniging van het goddelijke met de ziel in de "Bruidskamer".
Bas van Os (Ermelo, 1967) studeerde Technische bedrijfskunde aan de
Technische Universiteit van Eindhoven. Hij is parttime werkzaam als
strategisch adviseur voor overheid en bedrijfsleven. Daarnaast is hij
werkzaam als onderzoeker op het gebied van het Vroege Christendom.
Naar verwachting zal zijn proefschrift in enigszins gewijzigde vorm
verschijnen bij uitgeverij Brill in de serie "Nag Hammadi and
Manichaean Studies", onder de titel "Baptism in the Bridal Chamber".
/GB
Datum en tijd
8 maart 2007, 13.15 uur
Promovendus
L.K. van Os
Proefschrift
Baptism in the bridal chamber: The gospel of Philip as a Valentinian
Baptismal Instruction
Promotor
prof.dr. G.P. Luttikhuizen
Faculteit
godgeleerdheid en godsdienstwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Informatie
L.K. van Os, tel. (033)433 2060 (werk), e-mail: bas@transpose.nl
Rijksuniversiteit Groningen