07-03-2007
Handhaving loont
Voor vier handhavingprojecten is nagegaan wat dat in de praktijk heeft
opgeleverd. Deze projecten zijn: speelautomaten, fietsen aan het
station, de actie "geef om uw gevel" en de handhaving van het
Vuurwerkbesluit. De conclusie op hoofdlijnen is dat het uitgeoefende
toezicht zeker heeft bijgedragen aan het bereiken van het beoogde
effect.
Spel- en behendigheidautomaten
Er zijn naar schatting 40.000 probleemspelers in Nederland. Om de
gokverslaving in onze gemeente terug te dringen of tegen te gaan, is
er een vergunningstelsel in de verordening opgenomen. Het risico van
het niet uitvoeren van toezicht op het maximaal aantal toegestane
automaten is dat, bij meer mogelijkheden om te spelen, het risico van
verslaving mogelijk groter wordt. Landelijk gezien is er sprake van
een mogelijk reële daling van kansspelverslaafden. De veronderstelling
is dat mogelijk het preventiebeleid van de afgelopen 10 jaar in de
kansspelbranche zijn vruchten begint af te werpen. Een mogelijk andere
verklaring voor de afname heeft betrekking op de maatregelen die sinds
1990 op gemeentelijk niveau tot ontwikkeling zijn gekomen. Vanaf dat
moment zijn gemeenten in toenemende mate kansspelautomaten uit
laagdrempelige horeca-inrichtingen (snackbar, sportkantine enz.) gaan.
De conclusie lijkt gerechtvaardigd dat de invoering van een
vergunningverleningstelsel en het toezicht op de naleving daarop
bijdraagt aan het terugdringen van het aantal kansspelverslaafden. In
de controleronde is de noodzaak van een goede voorlichting vooraf
(preventie) gebleken en dat de meeste inrichtingen aan de
voorschriften voldeden.
Stallingverbod oostzijde NS-station
Burgemeester en wethouders hebben besloten dat aan de Stationsweg aan
beide zijden het verboden is fietsen en bromfietsen langer dan 30
minuten onbeheerd achter te laten of neer te zetten buiten de daarvoor
aangewezen locaties. Dit besluit moet ervoor zorgen dat fietsen niet
lukraak en langdurig worden achtergelaten buiten de daarvoor bestemde
stallingplaatsen, waardoor de stationsomgeving niet in ernstige mate
wordt ontsierd en geen hinder oplevert voor treinreizigers en andere
gebruikers van het station en omgeving. Het beoogde niveau is dat door
minimaal 80% van de (brom)fietsers hun rijwielen worden geplaatst in
de daarvoor bestemde ruimten en/of locaties. De inzet lijkt aan het
doel te voldoen. Beoogd is om met de regels visuele vervuiling en
hinder te voorkomen. Dat wordt bereikt. Wel houdt een aantal
fietsgebruikers zich nog steeds niet aan de regels. Dat blijkt uit de
vaststelling dat er jaarlijks tussen de 800 en 1000 fietsen worden
verwijderd. Daarnaast lijkt het erop dat het aantal stallingplaatsen
te weinig is. Mogelijk dat de voorgenomen uitbreiding van het areaal
aan de westzijde van het spoor bijdraagt tot verbetering van de
stallingmogelijkheden. In dat licht wordt ook over 2007 het effect van
het toezicht gemeten.
Toezicht reclames en gevelwijzigingen binnenstad
In 2002 is een plan van aanpak gemaakt voor het verbeteren van de
gevels (reclame-uitingen, puien, schilderwerk, zonwering en rolluiken)
van panden in de binnenstad. Onderdeel hiervan is de aanpak van
illegale reclame-uitingen. Vanaf dat moment is ook een start gemaakt
met het actief handhavend optreden tegen illegaal aangebrachte
reclame-uitingen. In januari 2003 is de nieuwe reclamenota (herziening
in januari 2006) van kracht geworden. Het aanbrengen van het aantal
reclame-uitingen per pand en de vormgeving van reclame-uitingen is
daarin sterk aan nieuwe uitgangspunten gebonden. Er is een sterke
afname te constateren van het aantal illegale reclames in de
binnenstad. De vergelijking met "buiten de binnenstad" benadrukt dat
nog eens. Er kan worden gesproken van een aansprekend resultaat. Het
grote verschil tussen de binnenstad en daarbuiten is wel dat er
specifiek voor de binnenstadreclames en gevels één inspecteur was
ingezet. Buiten de binnenstad nemen inspecteurs dergelijke gevallen
terloops mee als ze het zien. Er heeft in dit gebied dus geen gerichte
controle plaatsgevonden. In dit traject was een belangrijke rol
weggelegd voor de ondernemersvereniging Hartje Stad die in het
voortraject de ondernemers heeft weten te overtuigen van het belang
van passende reclame-uitingen. Het feit dat er een
stimuleringsbijdrage bestond voor het opruimen van "illegale" reclames
heeft ook aan het succes bijgedragen.
Handhaving Vuurwerkbesluit
Het Vuurwerkbesluit maakt onderscheid tussen inrichtingen voor de
opslag van consumenten- en professioneel vuurwerk, hanteert strikte
veiligheidsafstanden en stelt scherpe eisen aan de opslag van
vuurwerk. In onze gemeenten kennen wij geen inrichting voor het
opslaan van professioneel vuurwerk. De controle strekt zich alleen uit
tot inrichtingen op grond van de wet milieubeheer. Voorafgaand aan de
feitelijke opslag en verkoop van vuurwerk wordt, in samenwerking met
de brandweer, gecontroleerd op de regelgeving zoals die staat in het
Vuurwerkbesluit 2004. De inzet is dan gericht op het controleren van
de noodzakelijke fysieke voorzieningen (sprinklerinstallaties e.d.).
Gedurende de korte (hectische) periode dat verkoop van vuurwerk
plaatsvindt, wordt samengewerkt met de politie. Gesteld kan worden dat
de gecontroleerde vuurwerkopslaginrichtingen allemaal voldoen aan de
voorschriften. Een grote verbetering ten opzichte van een aantal jaren
geleden. In die zin is er geen sprake meer van niet-naleving. De
inspanningen die eerder zijn verricht in het kader van de handhaving
en de voorlichting die is gegeven over het nieuwe Vuurwerkbesluit
hebben dus hun vruchten afgeworpen.
Gemeente 's-Hertogenbosch