ABVAKABO FNV

KPN: CWI voert beleidswijziging door

Op 27 februari 2007 heeft het CWI in de Staatscourant een wijziging van de beleidsregels ten aanzien van de ontslagtaak van het CWI gepubliceerd. Deze wijziging heeft betrekking op hoofdstuk 13 van de beleidsregels Uitwisselbare functies.
De aanleiding voor een aanpassing van het uitvoeringsbeleid over het begrip `uitwisselbare functies' is dat bedrijven in hun HRM-beleid steeds meer rekening zijn gaan houden met competenties. Gedragskenmerken als functie-eis zijn belangrijker geworden, naast functie-inhoud en kennis en vaardigheden. Daarom heeft CWI het uitvoeringsbeleid omtrent de vaststelling van uitwisselbare functies geactualiseerd.

De belangrijkste wijzigingen zijn:


* Een aangepaste omschrijving van het begrip `uitwisselbare functies', waarbij competenties een plaats in de omschrijving van het begrip uitwisselbare functies hebben gekregen, naast functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden, niveau en beloning. De criteria functie-inhoud, vereiste kennis en vaardigheden, vereiste competenties, niveau en beloning dienen in onderlinge samenhang te worden beoordeeld bij de vaststelling van de uitwisselbaarheid van functies.
Een wijziging van de vereiste competenties voor een bepaalde functie is één van de bepalende criteria voor de vaststelling van de uitwisselbaarheid van functies. Een wijziging van de vereiste competenties is geen zelfstandig criterium voor de vaststelling van de uitwisselbaarheid van functies. In dat geval zou namelijk het aanmerken van de vereiste competenties als zelfstandig criterium voor de uitwisselbaarheid ertoe kunnen leiden dat functies, sec vanwege een verschil in vereiste competenties dan wel het wijzigen van (één van) de vereiste competenties, niet uitwisselbaar zijn.

* Een uitwerking van de begrippen vergelijkbaar en gelijkwaardig en overdrachtsperiode;


* Duidelijke plaats van omstandigheden bij toetsing uitwisselbare functies;


* De functiebeschrijving is uitgangspunt voor het vaststellen van de uitwisselbaarheid van functies, tenzij een functiebeschrijving ontbreekt of deze sterk afwijkt van de feitelijke situatie. In dat geval betrekt CWI bij de beoordeling de wijze waarop de functie in de praktijk wordt uitgeoefend.

In het najaar zijn een groot aantal medewerkers van Broadband Services Operations (BS OP) boventallig verklaard, nadat zij eerder een loopbaanuitspraak `bewegen' hebben ontvangen. KPN kon tot op heden geen ontslagvergunning aanvragen bij het CWI, omdat een wijziging in de competenties niet geregeld was in de beleidsregels die het CWI hanteert bij het beoordelen van een ontslagaanvraag.

Deze wijziging van de beleidsregels heeft tot gevolg dat KPN nu bij het CWI de ontslagaanvragen voor BS OP kan indienen. KPN moet echter bij het CWI kunnen aantonen dat de oude en de nieuwe functies niet uitwisselbaar zijn. Dat de oude functie zodanig ingrijpend wijzigt dat deze `in de kern' wordt geraakt. Wanneer KPN dit niet kan aantonen en functies dus als uitwisselbaar moeten worden beschouwd, dan hadden de medewerkers 1-op-1 geplaatst moeten worden en in het geval van krimp op basis van afspiegeling aangewezen moeten worden. In dat geval is het aannemelijk dat de verkeerde personen zijn aangewezen en er dus geen ontslagvergunning wordt afgegeven door het CWI.

Verloop van CWI procedure

Het ligt in de lijn van de verwachting dat KPN nu spoedig de gang naar het CWI zal maken. De procedure bij CWI is geheel schriftelijk en begint met de indiening van een goed onderbouwde ontslagaanvraag door KPN bij CWI Rotterdam. Als de ontslagaanvraag door de CWI compleet bevonden is, stuurt de CWI de ontslagaanvraag aan u door. U krijgt meestal slechts twee weken de tijd om hierop schriftelijk te reageren. Uw schriftelijke reactie (vaak opgesteld door een arbeidsrechtspecialist) wordt vervolgens ook weer aan uw werkgever toegestuurd. Vervolgens beslist de CWI of het ontslagdossier compleet is, of dat er nog een tweede ronde moet plaatsvinden. Bij een tweede ronde mogen beide partijen nogmaals schriftelijk reageren. Als het ontslagdossier compleet is wordt het door de CWI voorgelegd aan een speciale ontslagadviescommissie. Deze commissie adviseert de CWI om het ontslag goed te keuren of af te wijzen. De beslissing van de CWI wordt aan beide partijen gelijktijdig schriftelijk toegezonden.

De beslissing van de CWI

Als uw werkgever geen toestemming verleend wordt blijft de arbeidsovereenkomst tussen u en uw werkgever in stand. Krijgt uw werkgever wel toestemming, dan moet hij uw arbeidsovereenkomst vervolgens nog opzeggen. Daarbij mag uw werkgever 1 maand korting toepassen op de opzegtermijn. Er moet wel minimaal 1 maand opzegtermijn overblijven.

Kennelijk onredelijk ontslag

Wanneer de werkgever gebruik heeft gemaakt van de ontslagvergunning, kan de werknemer onder bepaalde omstandigheden via de rechter het ontslag aanvechten op basis van kennelijk onredelijk ontslag (op grond van artikel 7:681 van het Burgerlijk Wetboek). De werknemer kan op die manier herstel van de dienstbetrekking en een schadevergoeding eisen. De werknemer moet wel binnen zes maanden na het feitelijke einde van de dienstbetrekking naar de rechter stappen.

U wordt dus altijd in de gelegenheid gesteld om bezwaar te maken. Het CWI neemt nooit een beslissing alvorens u in staat bent gesteld om uw bezwaar in te dienen. U zult dan in uw verweer richting het CWI nadrukkelijk moeten aangeven waarom u van mening bent dat er sprake is van uitwisselbare functies. Hiervoor kunt u de ondersteuning van ABVAKABO FNV inroepen, het sowieso aan te bevelen om het verweer in handen te geven van ABVAKABO FNV. In dat geval moet u een kopie van alle door u ontvangen stukken van het CWI aan ons toesturen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben genformeerd. 06-03-2007, Koninklijke KPN NV | Meer over: cwi, kpn, ontslag |