Economische groei bedreigt woningproductie
De huidige economische groei zorgt er voor dat bouwkosten van nieuwe
koopwoningen dit jaar harder stijgen dan de verkoopprijzen. Gevolg
hiervan is dat ontwikkelaars en bouwondernemers te maken krijgen met
krimpende marges en hierdoor terughoudend zullen zijn met het starten
van nieuwe woningprojecten. Wanneer grondeigenaren als boeren en
gemeenten niet bereid zijn de grondprijzen naar beneden bij te stellen
zal de toekomstige woningproductie flink dalen.
Dit concludeert NVB, Vereniging voor ontwikkelaars & bouwondernemers
in de recente Thermometer Koopwoningen. Hieruit blijkt dat door de
economische groei de verkoopprijzen van nieuwe woningen dit jaar met
vier procent zullen stijgen. Voor een gemiddelde nieuwbouw woning zal
in dat geval 286.000 euro betaald moeten worden. Ongeveer 10.000 euro
meer dan in 2006. Belangrijk hierbij is overigens wat de
hypotheekrente de komende tijd gaat doen. Bij een daling van de rente
naar 3,5 procent kan de prijsstijging aanzienlijk hoger uitpakken.
Maar stijgt de hypotheekrente naar 6 procent of hoger, is de
verwachting dat er sprake zal zijn van een stabiele of mogelijk zelfs
dalende prijsontwikkeling.
Tegelijkertijd zorgt de economische groei ervoor dat het bouwen van
woningen fors duurder wordt. De verwachting is dat de bouwkosten dit
jaar met 8 tot 9 procent gaan stijgen. Dit wordt onder andere
veroorzaakt door de toenemende loonkosten, het duurder worden van
grondstoffen en het feit dat woningbouwprojecten qua schaal kleiner
worden waardoor de kosten per woning hoger worden. Daarnaast doet ook
de verscherpte bouwregelgeving neergelegd in de GIW/ISSO-eisen een
flinke duit in het zakje. NVB verwacht dat door al deze factoren de
kostprijs van de gemiddelde nieuwbouwwoning dit jaar met zon 17.000
euro zal stijgen. Dus aanzienlijk meer dan de verwachte stijging van
de marktwaarde van deze woningen met 10.000 euro.
Gevolg hiervan is dat ontwikkelaars en bouwondernemers door deze
krimpende marges noodgedwongen een pas op de plaats zullen moeten
maken bij het starten van nieuwe woningprojecten. En dit betekent dat
de woningproductie over niet al te lange tijd weer gaat dalen. Alleen
als grondeigenaren zoals gemeenten de zogenoemde residuele
grondwaardebepalingen hanteren en dus hun grondprijzen neerwaarts
aanpassen, kan dit tij worden gekeerd. Bij de residuele
grondwaardebepaling is de grondprijs immers het verschil tussen de
marktwaarde van een woning en de totale bouwkosten. De grondprijs
wordt dan dus lager op het moment dat de bouwkosten sneller stijgen
dan de marktwaarde. Dit betekent tegelijkertijd dat de grondeigenaren
genoegen moeten nemen met een lagere grondopbrengst. Overigens is de
grondprijs in de afgelopen jaren explosief gestegen, namelijk per
woning van 23.000 euro in 1997 naar 76.000 euro in 2006.
Uit de Thermometer Koopwoningen blijkt verder dat 2006 (nog) een
uitstekend jaar is geweest voor ontwikkelaars en bouwondernemers. Met
44.000 transacties bereikte het aantal verkochte nieuwe woningen zelfs
het hoogste niveau in de afgelopen zeven jaar.
---
NVB Bouwondernemers & Ontwikkelaars