Arcadis NV

PERSBERICHT
ARCADIS NV

Arnhem, 5 maart 2007

ARCADIS MAAKT RECORDWINST BIJ STERKE OMZETGROEI

. Netto operationele winst stijgt 50%
. Bedrijfsopbrengsten groeien 23% naar E 1,2 miljard, autonome groei 10% . Marge verbetert verder naar 9,4%
. Goede prestaties over hele linie, zowel geografisch als in marktsegmenten . Voorstel dividend te verhogen naar E 1,00 per aandeel . Vooruitzichten voor 2007 onverminderd positief

ARCADIS, de internationale advies- en ingenieursonderneming, heeft uitstekende resultaten behaald in 2006. De netto operationele winst nam met 50% toe tot E 50,0 miljoen. Per aandeel is dit E 2,47 tegenover E 1,65 in 2005. Dit recordresultaat is te danken aan sterke autonome groei, voortgaande margeverbetering en een goede bijdrage vanuit acquisities. De bedrijfsopbrengsten stegen met 23% tot E 1,2 miljard. De autonome groei was met 10% bijzonder sterk. De marge liep op naar 9,4% ten opzichte van 8,2% in 2005. Over de hele linie werd goed gepresteerd. In alle marktsegmenten lag de autonome groei op of boven de doelstelling en verbeterde de marge. Geografisch droegen vooral Nederland, de Verenigde Staten en Engeland bij aan de winststijging.

Voorgesteld wordt een dividend in contanten uit te keren van E 1,00 per aandeel. Dit is ruim 40% van de netto operationele winst en ruim 50% meer dan de E 0,66 per aandeel over 2005.

Na de acquisities in 2005 lag de prioriteit in 2006 bij integratie van de overgenomen bedrijven. Toch kon in 2006 de portfolio en de positie in thuismarkten worden versterkt door zes kleinere acquisities. Daarmee voegden we ruim E 50 miljoen omzet en bijna 500 medewerkers toe. Overnames in Nederland en België versterkten de positie in de Europese milieumarkt. In België werd daarnaast een bedrijf gekocht in Wallonië, in Duitsland werd geïnvesteerd op watergebied. De management diensten werden uitgebreid door de overnames van Berkeley Consulting in Engeland en PinnacleOne in de Verenigde Staten.

Bestuursvoorzitter ir. H.L.J. Noy over de resultaten: "De strategie gericht op activiteiten met meer toegevoegde waarde en groeipotentieel, werpt vruchten af. Dankzij de inzet en het ondernemerschap van onze medewerkers profiteren we van de gunstige marktcondities. Interne samenwerking om door synergie kansen in de markt te benutten geeft ons een concurrentievoordeel. Dit bleek ook bij de recente opdracht voor hoogwaterbescherming in New Orleans. Onze sterke Amerikaanse aanwezigheid in combinatie met de Nederlandse waterexpertise was bepalend bij het winnen van dit $ 150 miljoen raamwerkcontract."

Belangrijkste cijfers

|Bedragen x E 1 miljoen, |Vierde kwartaal      |Gehele jaar          |
|tenzij anders vermeld   |                     |                     |
|                        |2006  |2005  |(     |2006  |2005  |(     |
|Bedrijfsopbrengsten     |342   |309   |11%   |1.233 |1.001 |23%   |
|Ebita                   |23,9  |21,9  |9%    |78,8  |60,4  |30%   |
|Ebita recurring         |23,9  |20,9  |14%   |78,8  |57,3  |38%   |
|Netto winst             |14,6  |12,6  |16%   |44,9  |33,4  |34%   |
|Idem, per aandeel (in E)|0,72  |0,62  |16%   |2,22  |1,65  |34%   |
|1)                      |      |      |      |      |      |      |
|Netto operationele winst|16,5  |12,6  |31%   |50,0  |33,4  |50%   |
|2)                      |      |      |      |      |      |      |
|Idem, per aandeel (in E)|0,82  |0,62  |31%   |2,47  |1,65  |50%   |
|1,2)                    |      |      |      |      |      |      |

1) In 2006 gebaseerd op 20,2 miljoen uitstaande aandelen (in 2005: 20,3 miljoen)
2) Vóór amortisatie en niet-operationele items

Vierde kwartaal
Het belangrijkste verschil met de drie eerste kwartalen was dat het eind september 2005 overgenomen BBL in het vierde kwartaal geen acquisitie-effect meer veroorzaakte. Voor het overige hebben de eerdere ontwikkelingen zich in het vierde kwartaal voortgezet. De bedrijfsopbrengsten groeiden met 11%. De bijdrage van acquisities was 4%. Hier stond een negatief valuta-effect tegenover van eveneens 4%, vooral door een daling van de Amerikaanse dollar. De autonome groei bleef op het goede niveau van 10% en kwam vooral uit Nederland, de Verenigde Staten, Engeland en Brazilië.

In het vierde kwartaal werden drie bedrijven overgenomen, BCT en Ecolas in België en PinnacleOne in de Verenigde Staten. De laatste overname past in het streven om wereldwijd diensten aan te bieden aan internationale vastgoedinvesteerders. Daartoe werd in het najaar het ARCADIS Worldwide Project Consulting initiatief gelanceerd.

De Ebita op recurring basis steeg met 14%. Acquisities droegen 4% bij; het valuta-effect was 4% negatief. De autonome stijging was 14%. In Brazilië werden de eerste carbon credits geleverd uit biogaswinning op de Bandeirantes stortplaats bij Sao Paulo. Dit droeg E 0,6 miljoen bij aan het resultaat.

De lage belastingdruk kwam mede door verlaging van het belastingpercentage in Nederland per 1-1-2007 waardoor de belastinglatentie (eenmalig) met E 1,0 miljoen werd verlaagd.

Gehele jaar
De bedrijfsopbrengsten stegen met 23%. De bijdrage van acquisities en desinvesteringen was per saldo 14%, het valuta-effect nihil. De autonome groei lag met 10% ruimschoots boven de doelstelling van 5%. Vooral Nederland, de Verenigde Staten en Brazilië en in mindere mate Frankrijk en Engeland droegen hieraan bij. De autonome omzetstijging in Nederland van meer dan 10% toont aan dat duidelijk werd geprofiteerd van het marktherstel.

De Ebita nam toe tot E 78,8 miljoen. In 2005 werd de Ebita positief beïnvloed door boekwinsten en aanpassingen van pensioenregelingen in Nederland. Exclusief deze effecten steeg de Ebita op recurring basis met 38%. De bijdrage van acquisities was 24%, het valuta-effect nihil. De autonome stijging van 14% was vooral het gevolg van winstverbetering in Nederland en voortzetting van de goede gang van zaken in de Verenigde Staten en Brazilië.

De marge (Ebita als % van bruto toegevoegde waarde) verbeterde opnieuw aanzienlijk en kwam uit op 9,4%. Dit was het gevolg van portfolio aanpassingen, acquisities hoger in de waardeketen en van efficiencyverbetering. Hiermee is een belangrijke stap gezet op weg naar de recent geïntroduceerde nieuwe margedoelstelling van 10%. De sterkste verbetering trad op bij infrastructuur: van 7,1% in 2005 naar 8,4% in 2006. In de andere segmenten verbeterde de marge ook, bij milieu naar 12,0% (2005: 11,0%) en bij gebouwen naar 7,3% (2005: 7,0%).

De financieringslasten stegen door investeringen in acquisities. Exclusief derivaten voor rente- en valutarisico's namen de financieringslasten toe tot E 4,6 miljoen (2005: E 3,6 miljoen). Hierin is een eenmalige rentebate opgenomen van E 0,5 miljoen. In 2006 is de financieringsstructuur geoptimaliseerd door invoering van groepsfinanciering. Dit heeft een positief effect op de rentelasten.

De belastingdruk daalde naar 30,2% (2005: 32,2%), mede onder invloed van eerdergenoemde verlaging van de belastinglatentie. De bijdrage van geassocieerde deelnemingen was lager door vertragingen bij nieuwe afzetcontracten voor enkele energieprojecten in Brazilië. Het belang derden liep sterk terug, ten dele door Brazilië (ARCADIS belang 50,01%) waar de winst uit eigen activiteiten sterk steeg, maar niet genoeg om de daling bij niet geconsolideerde energieprojecten op te vangen. Daarnaast werden elders belangen uitgebreid of verkocht.

Kasstroom, investeringen en balans
De kasstroom uit operationele activiteiten steeg aanzienlijk naar E 86 miljoen (2005: E 67 miljoen). Na aftrek van E 18 miljoen voor vervangingsinvesteringen resteerde een vrije kasstroom van ruim E 68 miljoen (2005: E 52 miljoen).

Er werd E 53 miljoen geïnvesteerd in acquisities, waarvan E 30 miljoen voor goodwill en E 11 miljoen voor identificeerbare immateriële activa.

Door autonome groei en acquisities steeg het balanstotaal naar E 736 miljoen (2005: E 650 miljoen). Ondanks de investeringen in acquisities daalde de netto schuldpositie van E 52 miljoen naar E 45 miljoen. De balansratio's bleven sterk. De netto schuld ten opzichte van Ebitda was 0,4 (2005: 0,6); de interest coverage ratio bleef 17.

Ontwikkelingen per marktsegment
De hierna genoemde cijfers hebben betrekking op de bedrijfsopbrengsten en gelden, tenzij anders vermeld, voor heel 2006 in vergelijking met 2005.

. Infrastructuur
De omzet steeg 7%. Acquisities en desinvesteringen zorgden per saldo voor 3% daling. Het valuta-effect was 1%. De autonome groei was met 9% aanzienlijk hoger dan de afgelopen jaren. In Nederland verbeterde de markt sterk door een betere economie, meer uitbesteding door de overheid en toename van PPS initiatieven. Ook in de Verenigde Staten was de groei fors, vooral in transportation en de watermarkt. Wel geeft afkoeling van de huizenmarkt druk op activiteiten voor land development. In Brazilië bleef de markt gunstig waardoor de activiteiten opnieuw aanzienlijk toenamen.

. Milieu
Met bijna 50% was de groei in milieu veruit het sterkst. Dit was voor 43% het gevolg van acquisities. Het valuta-effect was 2% negatief. De autonome groei van 8% kwam voor een belangrijk deel uit de Verenigde Staten. Hier werd voor $ 94 miljoen aan nieuwe GRiP® opdrachten verworven, waardoor de werkvoorraad in GRiP® opliep naar ruim $ 290 miljoen. Mede door synergie met BBL steeg de omzet bij multinationale klanten autonoom met 15%. In Europa namen vooral de activiteiten in Nederland en Engeland toe.

. Gebouwen
De omzetstijging was 27%, waarvan 11% door acquisities en desinvesteringen. De autonome groei van 16% werd beïnvloed door het facility management contract met DSM/Sabic met veel toelevering van derden. Exclusief dit contract was de autonome groei 9%. Aantrekkende investeringen in vastgoed zorgden voor meer vraag naar projectmanagement in Engeland, Nederland en Duitsland. Ook in België en Frankrijk namen de activiteiten toe. Door de afbouw van detailed engineering in Duitsland daalde daar de omzet, maar zal de marge verbeteren.

Vooruitzichten
Het aantrekken van de Europese economie geeft meer ruimte voor investeringen van overheden en bedrijven. Het aantal PPS initiatieven neemt internationaal toe waardoor met privaat geld knelpunten in infrastructuur versneld kunnen worden aangepakt. In Nederland is meer vraag naar integrale gebiedsontwikkeling, terwijl in België en Frankrijk grote investeringen op stapel staan. Vanwege de beschikbare Europese fondsen, blijft de markt in Centraal Europa aantrekkelijk. Ook in Brazilië zijn de marktverwachtingen gunstig. Het begin 2007 in Amerika verworven raamcontract voor New Orleans levert veel werk op.

De toegenomen belangstelling voor milieu en klimaatverandering is positief voor de milieumarkt. De werkvoorraad in GRiP® is omvangrijk en de interesse voor deze aanpak in combinatie met herontwikkeling groeit, ook in Europa. De trend bij multinationals om zaken te doen met internationale dienstverleners biedt veel kansen voor uitbreiding en diversificatie van diensten bij bedrijven. In gebouwen komt de groei van projectmanagement en kostenadviezen. Het recent gelanceerde Worldwide Project Consulting initiatief (WwPC), is positief ontvangen in de markt.

Bestuursvoorzitter Noy concludeert: "De vooruitzichten voor ARCADIS zijn onverminderd positief. De marktomstandigheden zijn gunstig en bieden volop kansen om vanuit onze solide thuismarktposities door synergie verdere groei te realiseren. De focus blijft op activiteiten met meer toegevoegde waarde en op een sterke klantgerichte benadering. Acquisities staan hoog op de agenda. Onder voorbehoud van onvoorziene omstandigheden verwachten wij voor 2007 een voortgaande groei van omzet en winst."

ARCADIS is een internationale onderneming die projectmanagement, adviezen en ingenieursdiensten levert voor het verbeteren van bereikbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid. Infrastructuur - Milieu - Gebouwen. ARCADIS ontwikkelt, ontwerpt, implementeert, onderhoudt en exploiteert projecten. Voor bedrijven en overheden. Met meer dan 11.000 mensen en ruim E 1,2 miljard omzet. Multinationaal aanwezig met een dicht netwerk van kantoren en kennis en ervaring van internationaal niveau. Gericht op meerwaarde voor klanten. Verantwoordelijk en betrokken, denken en doen. Resultaat telt.



Arcadis NV