College van Beroep voor het bedrijfsleven
Vrije bewijsleer in bestuursrecht
In het bestuursprocesrecht geldt als uitgangspunt de vrije bewijsleer,
wat betekent dat de bestuursrechter beschikt over een aanzienlijke
mate van vrijheid bij de waardering van hetgeen als bewijs is
aangedragen. Niet vereist is dat het bewijs voldoet aan de in het
strafrecht geldende criteria. In dit geval is voldoende dat de
bestuursrechter op grond van alle gegevens op zichzelf en in
onderlinge samenhang bezien de gestelde arbeid en daarmee verworven
inkomsten voldoende vindt vaststaan. Daarbij gaat het er met name om
of appellant gedurende de in geding zijnde periode samen met zijn zoon
reclamewerkzaamheden heeft verricht voor een bedrag van f 2.000,=,
later f 2.150,= netto per week inclusief onkostenvergoeding. Op grond
van de verklaringen en de gedingstukken acht de Raad dit voldoende
vaststaan. Het arrest van het Gerechtshof te âs-Hertogenbosch leidt
niet tot een ander oordeel, aangezien de daarin vervatte vrijspraak is
gemotiveerd met de overweging dat appellant niet op basis van een op
zijn naam afgesloten arbeidscontract werkzaamheden heeft verricht. Dit
sluit niet uit - en de Raad heeft aangegeven dat dit op basis van de
gedingstukken en de afgelegde verklaringen vaststaat - dat niettemin
tegen betaling arbeid is verricht.
LJ Nummer:
AZ4396
Bron: Centrale Raad van Beroep
Datum actualiteit: 5 maart 2007
[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/05/E201-college-van-beroep-voor-het-bedrijfsleven.html" title="College van Beroep voor het bedrijfsleven"]