Rechtbank 's-Gravenhage

Eerste politierechterzitting in Delft

's-Gravenhage, 26 februari 2007 - Op maandag 5 maart a.s. vindt in Delft voor het eerst een politierechterzitting plaats. Dit is een zitting van de sector strafrecht van de rechtbank in Den Haag. De zitting wordt gehouden in het oude kantongerecht aan de Korte Geer in Delft. Tegenwoordig is dit de locatie Delft van de sector kanton van de Haagse rechtbank. Op deze locatie vonden tot nu toe uitsluitend zittingen van de kantonrechter plaats.

De zitting op 5 maart a.s is de eerste van tien politierechterzittingen die dit jaar in Delft worden gehouden. Tot eind november is er elke maand één. De zittingen vinden niet op een vaste dag van de maand plaats.

De bedoeling is dat voor de politierechterzittingen in Delft verdachten worden gedagvaard die wonen in de gemeenten Delft, Pijnacker-Nootdorp, Westland en Midden-Delfland en verdacht worden van strafbare feiten die in een van deze gemeenten gepleegd zijn. Dit betekent dat deze verdachten niet naar het Paleis van Justitie in Den Haag hoeven te gaan voor de behandeling van hun zaak.

Tijdens een politierechterzitting wordt een aantal eenvoudige strafzaken door één rechter behandeld. De officier van justitie mag in deze zaken geen hogere straf eisen dan een gevangenisstraf van een jaar en de politierechter mag ook geen hogere straf opleggen. Vaak worden er in deze zaken echter werkstraffen en geldboetes geëist en opgelegd.
De politierechter doet vrijwel altijd meteen uitspraak in elke zaak. Een verdachte hoeft dus niet veertien dagen op de uitspraak te wachten, zoals bij de zwaardere strafzaken die door een meervoudige kamer van drie rechters worden behandeld.

De politierechter die de strafzaken in Delft behandelt, is een rechter van de rechtbank in Den Haag. De officier van justitie die bij deze zittingen betrokken is, is afkomstig van het parket in Den Haag.

Voor nadere informatie over dit bericht kunt u contact opnemen met de afdeling voorlichting van de rechtbank `s-Gravenhage, tel. (070) 381 1943.


Bron: Rechtbank 's-Gravenhage Datum actualiteit: 26 februari 2007