Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

logoocw

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018


2500 EA 's-Gravenhage

Den Haag Ons kenmerk
2 maart 2007 IB/2007/5346

Onderwerp
verslag OJC-Raad

Hierbij stuur ik u het verslag van de Europese Onderwijs, Jeugd en Cultuur Raad van 16 februari 2007 (deel onderwijs).

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Dr. Ronald H.A. Plasterk

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3

Verslag van de OJC-Raad van 16 februari 2007 ­ onderdeel onderwijs

Kernboodschappen aan de Europese Raad
Het Voorzitterschap en de Europese Commissie benadrukken het belang van onderwijs voor het bereiken van de Lissabondoelstellingen en wijzen op het belang van het meegeven van kernboodschappen vanuit het onderwijsveld aan Europese Voorjaarsraad. Over de inhoud ervan is in het voortraject reeds overeenstemming bereikt. De Kernboodschappen zijn zonder discussie vastgesteld. In deze boodschappen staat onder andere dat onderwijs en opleiding een belangrijke rol spelen in het streven naar een competitieve Europese kenniseconomie. Een goede balans tussen de economische en sociale kant van onderwijs, aansluiting tussen onderwijs, onderzoek en innovatie , aandacht voor het imago van beroepsonderwijs en "evidence based policy making" vormen belangrijke ingrediënten van de kernboodschappen.

Verder kijken dan 2010
In 2001 hebben de Ministers van Onderwijs gezamenlijk een aantal doelstellingen geformuleerd die in 2010 bereikt zouden moeten zijn, het werkprogramma Onderwijs & Training 2010. De toekomst van het programma na 2010 is een van de gezamenlijke onderwerpen op de agenda van de opeenvolgende Voorzitterschappen van Duitsland, Portugal en Slovenië. Er wordt naar gestreefd dat de contouren van de toekomstige strategie bij de start van het Sloveense Voorzitterschap bekend zijn, ondermeer omdat ook de Lissabon Strategie begin 2008 weer onder de loep wordt genomen.

In zijn inleidende woorden gaf Commissaris Figel' aan dat het onderwijsveld in de EU "van ver moest komen" maar dat er de afgelopen jaren veel is bereikt. Het werkprogramma 2010 heeft lidstaten geholpen de kwaliteit van hun eigen onderwijs systemen te verbeteren en zich meer open te stellen voor elkaar. Er is nu meer een gemeenschappelijke visie en missie. Leven Lang Leren vormt een belangrijke leidraad en het belang van informeel en non-formeel leren wordt inmiddels breed onderkend. Onderwijs staat nu meer centraal op de Europese Agenda en het is van belang deze rol komende jaren verder uit te bouwen. De Structuurfondsen zouden wel nog meer gebruikt kunnen worden om nationaal zaken te financieren. Komende jaren komt het in zijn ogen wel meer aan op het bereiken en tonen van resultaten.

Ook de lidstaten uiten breed hun waardering voor het bestaande Programma en geven aan door te willen gaan op de ingeslagen weg. Het werken met de Open Methode van Coördinatie, waarbij leren van elkaar centraal staat, en in het bijzonder het werken in de zogenaamde peer learning clusters bevalt goed. Europa wordt gezien als de aanjager van het behalen van goede resultaten. Nederland heeft aangegeven dat goede communicatie in de lidstaten essentieel is, en dat het hiervoor belangrijk is om in de toekomst de voorstellen in het nieuwe werkprogramma zo concreet mogelijk op te stellen. Ook werd door enkele lidstaten gemeld dat er meer gebruik gemaakt zou kunnen worden van de resultaten van peer learning. In een tafelronde worden kort de toekomstige uitdagingen geschetst. De lidstaten gaven aan de volgende ontwikkelingen voor de toekomst te zien:

blad 3/3


- De impact van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals demografische ontwikkelingen, migratiestromen en de vergrijzing: onderwijssystemen zullen moeten aansluiten bij de eisen en verwachtingen van de maatschappij. Zij moeten steeds de gelegenheid bieden de noodzakelijke vaardigheden te verwerven. Stelsels moeten flexibiliseren bij een flexibeler wordende arbeidsmarkt. Burgers moeten mobiel kunnen zijn, hetgeen om vaardigheden vraagt, zoals het spreken van talen. Ook wordt herhaaldelijk gewezen op de noodzaak om vroegtijdig de basis te leggen voor leven lang leren door voor- en vroegschoolse educatie.
- Sociale Inclusie/Burgerschap: de EU kenmerkt zich door een grote diversiteit en groeit toe naar een multiculturele samenleving. Het is van belang dat de onderwijssystemen zo ingericht worden dat iedereen de in dit verband noodzakelijke basisvaardigheden kan verwerven inclusief de burgerschapswaarden en dat kansgelijkheid wordt gegarandeerd. Ook de aantrekkelijkheid van de systemen voor beroepsopleidingen moet worden verhoogd. Blijvende aandacht voor voortijdig schoolverlaten is noodzakelijk.
- Opleiden (en de beschikbaarheid) van opleiders: mede door Nederland werd aandacht gevraagd voor het belang van goed opgeleid onderwijspersoneel en voor het dreigende lerarentekort dat voortvloeit uit de vergrijzing.
Ten slotte werd gesproken over het belang van de sociaal-culturele kant van onderwijs (door onder andere Nederland), van transparantie en openheid van onderwijssystemen, van excellentie in het onderwijs (in brede zin), van beleid op basis van onderzoek en van de wenselijkheid van een evaluatie- en feedback-cultuur in het onderwijs.

Diversen
De onderwijsministers van Polen en Griekenland vragen aandacht voor het thema Veiligheid op school. In Raadsconclusies uit 1997 is er aandacht besteed aan dit onderwerp maar er is bij deze delegaties behoefte aan een gericht actieplan op EU niveau omdat zij gezamenlijke actie op Europees niveau noodzakelijk achten. De Commissie geeft aan dat overwogen wordt een consultatie op dit terrein te doen.

Verder kondigt de Commissie het voornemen aan om, mogelijk onder de titel "Creatief Europa", 2009 uit te roepen tot het Jaar van Onderwijs en Cultuur. Een zo breed mogelijke ontwikkeling van het potentieel van een individu zal het centrale thema zijn, waardoor naast de economische aspecten (in de slipstream van Lissabon) ook nadrukkelijk de andere aspecten van onderwijs breed de aandacht zullen krijgen.