02.03.2007 / 10:25 / Rubriek: Buitenland / Organisatie: Artsen zonder grenzen
Artsen zonder grenzen
AzG: Onveiligheid in Tsjaad geen reden om niet in actie te komen
Amsterdam, 2 maart 2007 - Sinds begin vorig jaar wordt er hevig gevochten in het zuidoosten van Tsjaad. In totaal zijn er 100 duizend Tsjadiërs van huis en haard verdreven. Artsen zonder Grenzen werkt sinds december 2005 in het oosten van het land. Op veel plaatsen is Artsen zonder Grenzen de enige hulporganisatie die in het conflictgebied actief is. De hulporganisatie geeft medische hulp, drinkwater en noodhulpgoederen aan meer dan 60 duizend mensen die hun dorpen ontvlucht zijn. Maar meer hulp is nodig, zegt Artsen zonder Grenzen. Daarom spoort het andere hulporganisaties aan in actie te komen.
Een aantal hulporganisaties stelt dat de onveilige situatie hen ervan weerhoudt om hulp te bieden. 'De veiligheidssituatie in Oost-Tsjaad is inderdaad zeer instabiel,' zegt Martin Braaksma, landencoördinator van Artsen zonder Grenzen in Tsjaad. 'Maar wanneer je die afweegt tegen de grote humanitaire noden vinden wij dat wij ons werk hier kunnen en moeten voortzetten.'
Duizenden gevluchte Tsjadiërs in de Dar Sila-regio, in het zuidoosten van Tsjaad, hebben een tekort aan voedsel, schoon water en hygiënische voorzieningen. Hoewel er wel hulporganisaties aanwezig zijn in de stad Goz-Beïda, zijn er duizenden mensen in de afgelegen gebieden buiten de stad die dringend hulp nodig hebben en nu alleen van Artsen zonder Grenzen hulp krijgen. In Kerfi, 40 km ten zuiden van Goz-Beïda, geven medewerkers van Artsen zonder Grenzen met een mobiele hulppost medische zorg aan de gevluchte mensen. Elin Jones, verpleegkundige van Artsen zonder Grenzen: 'Mensen leven daar in geïmproviseerde onderkomens van stro. Zij hebben dringend eten, dekens, plastic zeil en zeep nodig.'
'De noden zijn groot, duidelijk en urgent, daarom is het nodig dat meer hulpverleningsinstanties snel reageren,' zegt Braaksma. 'We begrijpen niet waarom de respons van anderen zo traag is.' Het regenseizoen begint in mei, wat betekent dat het nog moeilijker zal worden om voedselvoorraden over de weg te vervoeren. Daarom moet hulp snel op gang komen.
De voornaamste gezondheidsproblemen zijn luchtwegontstekingen, diarree en ooginfecties - aandoeningen die ontstaan door slechte leefomstandigheden. 'Het feit dat er vele patiënten lijden aan diarree geeft aan dat er niet genoeg schoon water is,' zegt Ellin. 'We zien ook veel ondervoede kinderen. We zijn bezorgd dat mensen geen kracht meer hebben om te overleven en dat ze snel achteruit zullen gaan na maanden in erbarmelijke omstandigheden te leven.'
Artsen zonder Grenzen werkt al sinds 1981 in Tsjaad. In het oosten van Tsjaad bieden 90 internationale medewerkers en 700 Tsjadische medewerkers medische hulp aan 60 duizend gevluchte Tsjadiërs en aan 80 duizend vluchtelingen uit conflictgebied Darfur. Iedere week behandelen de teams 1.600 patiënten in de gezondheidscentra en mobiele hulpposten op 15 locaties. Daarnaast zorgen zij voor 200.000 liter schoon drinkwater voor ongeveer 23.000 mensen per dag en hebben zij dekens, plastic zeilen, emmers en zeep uitgedeeld aan meer dan 50.000 gevluchte Tsjadiërs.