Ministerie van Defensie

Anwoorden op vragen dragen helm van militairen in Afganistan

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Plein 2
2511 CR Den Haag

Datum 28 februari 2007
Ons kenmerk D2007005862
Onderwerp Antwoorden op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Lempens

In bijlage bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van het lid Lempens over het dragen van een helm door Nederlandse militairen in Afghanistan (Ingezonden 26 januari 2007, kenmerk 2060706480).

DE MINISTER VAN DEFENSIE

Pagina 1/3

Ministerie van Defensie

Vragen van het lid Lempens (SP) aan de minister van Defensie over het dragen van een helm door Nederlandse soldaten naar aanleiding van een aanslag op een patrouille van de Task Force Uruzgan. (Ingezonden 26 januari 2007)

1 Kent u het bericht `Soldaten willen helm'? 1)

Ja

2 Is het waar dat de verwondingen hadden kunnen worden voorkomen met een helm of met andere beschermende middelen? Zo ja, welke? Overweegt u in het vervolg dit soort middelen te gebruiken? Zo neen, waarom niet?

De bedoelde verwondingen hadden zeer waarschijnlijk niet voorkomen kunnen worden. Het dragen van beschermende kleding en uitrusting biedt slechts beperkt bescherming tegen een Improvised Explosive Device (IED). Om de kans op een IED-aanslag te beperken zijn de Nederlandse eenheden getraind in tactieken om IED's vroegtijdig te herkennen en te bestrijden. Tevens wordt door Nederland op internationaal niveau samengewerkt bij de verdere ontwikkeling van maatregelen tegen IEDŽs.

3 Heeft u, mede naar aanleiding van dit incident, het beleid ten aanzien van het niet dragen van een helm, de zogenaamde "Dutch Approach", heroverwogen? Zo ja, wat zijn uw overwegingen om het beleid al dan niet te wijzigen? Zo neen, waarom niet?

Voor het winnen van het vertrouwen van de lokale bevolking is een zo open mogelijke wijze van optreden van groot belang. In dat licht kan het aan te bevelen zijn om bij het uitvoeren van patrouilles geen helm te dragen. Het is echter aan de lokale commandant om, op basis van de dreigingssituatie, te bepalen of er met of zonder helm opgetreden kan worden.

4 Is de evacuatie en de verzorging van de gewonden verlopen volgens de procedures? Is het waar dat de gewonden aanvankelijk, zoals de pers meldde, al eerder in Nederland verpleegd zouden worden? Zo ja, waarom is dat niet gebeurd?

De evacuatie van de gewonden is volgens de procedures verlopen. Het streven is gewonden naar Nederland te vervoeren indien verdere behandeling noodzakelijk is. Na aankomst van de gewonden in Kandahar bleek de toestand van twee van de gewonden zodanig dat zij niet direct door de lucht naar Europa konden worden vervoerd. Pas na enige dagen verpleging in het hospitaal te Kandahar was hun toestand voldoende verbeterd voor repatriëring naar Nederland.

5 Is het waar dat u beperkingen heeft gesteld aan de vrijheid van spreken en informeren van de (betrokken) militairen? Zo ja, op welke wijze en waarom? Indien dat zo is, deelt u de mening dat dit contra-productief kan zijn voor de motivatie van betrokkenen? Indien neen, waarom niet?

Pagina 2/3

Ministerie van Defensie

Direct na het incident is, als onderdeel van de standaardprocedure, bepaald dat alleen via een beveiligde lijn met het ministerie van Defensie gesproken wordt. Nadat de familieleden van de gewonde militairen waren ingelicht is deze maatregel weer opgeheven. Het doel van deze maatregel is het voorkomen van een geruchtenstroom voordat de familieleden van betrokkenen ingelicht zijn.

1) De Telegraaf, 20 januari jl.

Pagina 3/3

Ministerie van Defensie

Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88


---- --

[shariff url="http://opennieuwsbank.nl/bericht/2007/03/01/E063-ministerie-van-defensie.html" title="Ministerie van Defensie"]