Feitelijke vragen bestuursovereenkomsten ILG
01 maart 2007 - kamerstuk
Directie Platteland
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
februari 2007
8
DP. 2007/160 februari 2007
27
onderwerp bijlagen
Feitelijke vragen bestuurs- 1
overeenkomsten ILG
Geachte Voorzitter,
Hierbij treft u aan de beantwoorde vragen die u per brief op 8 februari 2007 aan
mij hebt gesteld.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Platteland
Willem Witsenplein 6
Postadres: Postbus 20401
2500 EK 's-Gravenhage
Telefoon: 070 - 3786868
Fax: 070 - 3786100
Lijst van vragen over bestuursovereenkomsten ILG
Kamerstuknummer 29576, nr. 30
Vragen aan minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Commissie Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
1
Wat is de zekerheid dat met de decentralisatie wel de rijksdoelen gehaald zullen worden?
Wordt met het integraal budget en het zogenaamde "ontschotten" ook echt meer samenhang
verkregen of worden de schotten tussen de departementen vervangen door die tussen de
provincies? Wordt hiermee ook echt het doel tot vermindering van regelgeving en bureaucratie
bereikt of is het niet slechts een vervanging van de ene bureaucratie door de andere?
Tussen Rijk en provincies zijn resultaatsafspraken gemaakt over de te behalen rijksdoelen en
de daarbij horende rijksbijdrage. Na afloop van de uitvoeringsperiode zullen de provincies zich
richting het Rijk verantwoorden over de bereikte doelen. Gedurende de uitvoering zal de
voortgang worden gemonitord. Hierover zal de Kamer jaarlijks worden geïnformeerd.
De afspraken zijn met de provincies apart gemaakt. De provincie heeft daarmee betere
mogelijkheden in handen om met gebieden afspraken te maken over een integraal budget
en dit ontschot in te zetten. Doordat de provincie met één regeling werkt, die in de plaats is
gekomen van diverse rijks- en provinciale regelingen, is de hoeveelheid regelgeving
verminderd. De subsidieaanvrager heeft nu te maken met één loket en één regeling.
2
Hoe controleert het Rijk of de rijksdoelen gehaald worden, nu het behalen van rijksdoelen
afhankelijk wordt van cofinanciering door provincies, gemeentes en derden? Hoe behoudt u de
controle op de planning en realisatie van de EHS, mede gezien de twijfel die de Algemene
Rekenkamer hierover heeft uitgesproken?
Provincies rapporteren jaarlijks over de voortgang in de prestaties. Na drie jaar vindt een
tussentijdse evaluatie plaats, waarna bijstelling van de bestuursovereenkomsten mogelijk is.
Na zeven jaar wordt beoordeeld of de doelen zijn behaald. Dit gaat gepaard met een visitatie
door rijksvertegenwoordigers. Deze afspraken gelden uiteraard ook voor de EHS. In mijn
reactie op het rapport van de Algemene Rekenkamer (Kamerstukken II, 30825, nr. 1) heb ik
aangegeven dat het ILG - met zijn harde prestatieafspraken, de hierboven vermelde
rapportage- en verantwoordingsafspraken en een duidelijke taak- en verantwoordelijkheids-
verdeling - goede mogelijkheden biedt voor een adequate controle op de realisatie van de
EHS. Over elke stap zal de Kamer worden geïnformeerd.
3
Klopt het dat met het aantal hectares dat met de 12 provincies in totaal is afgesproken in de
ILG-overeenkomsten maar 50% van de doelstelling van verwerving Ecologische Hoofdstructuur
(EHS) t/m 2015 wordt behaald, en derhalve in de resterende twee jaar, 2016 en 2017 nog 50%
van de doelstelling rest?
Nee, dat klopt niet. Met de provincies zijn in de ILG-overeenkomsten afspraken gemaakt om in
de periode 2007 t/m 2013 met de beschikbare middelen in totaal 19.927 ha grond ten behoeve
van de EHS (inclusief robuuste verbindingen en natte natuur) te verwerven. Daarnaast worden
in deze 7 jaar buiten ILG-verband ook nog EHS-hectares verworven namelijk ten behoeve van
NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) en Maaswerken. Voor de "reguliere" droge EHS
behoeft na 2013 nog ruim 3.900 ha te worden verworven. De aankoop van gronden na 2013
voor de robuuste verbindingen betreft nog zo'n 9.000 ha. Maar dit vindt plaats in de periode
2013-2018, dus 5 jaar.
feitelijke vragen 29576, nr. 30 1/5
4
Klopt het dat met de reeds verworven EHS-hectares ook landbouwdoelen kunnen worden
belegd? Wat betekent dit voor de eerder in deze hectares geïnvesteerde gelden? Worden deze
in mindering gebracht op het budget voor landbouwdoelen om vervolgens weer bij de EHS-
doelen te worden geplust?
Een deel van de verworven EHS-hectares bestaat uit ruilgrond. Dit zijn gronden die deels
nog moeten worden ingericht en daarna worden overgedragen aan de eindbeheerders.
Voor een ander deel zijn het gronden die niet op de goede plek liggen en in een later stadium
moeten worden uitgeruild. De verkregen gronden worden dan ingericht voor de EHS en de
vervreemde gronden worden veelal voor landbouwdoelen gebruikt. In sommige gevallen blijkt
uitruil niet mogelijk. Deze gronden worden dan verkocht aan bijvoorbeeld agrariërs. Met de
verkoopopbrengst worden weer EHS-hectares gekocht. Het beschikbare geld wordt dus
besteed aan grond, die uiteindelijk uitsluitend ten behoeve van de EHS wordt ingezet.
5
Kunt u per provincie elk jaar rapporteren hoeveel ha ruilgrond zijn verkocht en/of omgezet
naar andere doelen, en waartoe de opbrengsten zijn ingezet?
Het is mogelijk dat elk jaar wordt gerapporteerd hoeveel ruilgronden per provincie zijn
verkocht. Vanaf 2007 voert het Bureau Beheer Landbouwgronden BBL deze administratie in
opdracht van de provincies. Het is nog niet mogelijk jaarlijks per provincie aan te geven
hoeveel grond voor andere doelen dan EHS is ingezet en waarvoor de opbrengsten zijn
gebruikt. Over de gehele periode zullen uiteindelijk de gronden en de opbrengsten van
verkochte gronden in zijn geheel voor de EHS worden aangewend.
6
Klopt het dat op diverse plekken in de contracten niet van resultaats- maar van inspannings-
plichtingen sprake is? Kunt u daar een totaaloverzicht van geven? Zo neen, waarom niet?
7
Klopt het dat ook voor EHS-doelen gewag wordt gemaakt van inspanningsverplichtingen? Hoe
verhoudt dit zich tot de uitspraken van het Kabinet in debatten en in de oplegbrief genoemde
beperking van inspanningsverplichtingen alleen tot doelen gerelateerd aan de nationale
landschappen?
Antwoord op de vragen 6 en 7:
Zoals u in de aanbiedingsbrief kunt lezen zijn bijna alle doelstellingen als resultaatsverplich-
tingen vastgelegd. Hierop zijn slechts twee uitzonderingen: de al in de brief genoemde
Nationale Landschappen en de afspraken over het beheer van de EHS, omdat daarin sprake is
van vrijwillige deelname van de beheerders.
8
Klopt het dat er geen voorwaarden zijn gesteld op het gebied van het afronden van EHS-
begrenzingen, noch ten aanzien van aanwijzing van robuuste verbindingen voor het
ontvangen van ILG-budgetten? Bent u bereid bij eventuele heropening van de onderhande-
lingen over de contracten, bijvoorbeeld als meer geld beschikbaar zou komen voor de EHS,
deze eisen wel mee te nemen?
De bestuursovereenkomsten bevatten geen nieuwe afspraken over de begrenzing van de EHS
(inclusief robuuste verbindingen). De bestaande afspraken hierover (verankerd in de Nota
Ruimte en onder andere bevestigd in de toelichting bij de bestuursovereenkomsten) zijn wel
van kracht.
feitelijke vragen 29576, nr. 30 2/5
Dat betekent dat provincies de EHS (inclusief de robuuste verbindingen) voor 2008 moeten
hebben begrensd. Zoals u weet werken Rijk en provincies op dit moment aan het
verduidelijken en expliciteren van de `spelregels' voor de begrenzing en planologische
bescherming van de EHS (Kamerstukken II, 29435, nr. 171).
De bestaande voorwaarden, eventueel gewijzigd als gevolg van voornoemde actie, blijven
gelden.
9
Klopt het dat indien bestaande natuur wordt aangekocht de EHS-doelstelling van een provincie
wordt verlaagd? Welke invloed heeft dit op de totaaldoelstelling van 750.000 ha natuur die in
2018 gerealiseerd zou moeten zijn?
De EHS-taakstelling in de ILG-overeenkomsten voor de grondaankopen zijn gebaseerd op de
budgetten voor EHS nieuwe natuur. In enkele gevallen zullen terreinbeherende organisaties
echter verzoeken om aankoopsubsidies voor bestaande natuur. Hiervoor is landelijk maximaal
35 mln. in 7 jaar beschikbaar. Dit wordt gefinancierd uit het budget voor nieuwe natuur.
De uitgaven voor bestaande natuur worden dan proportioneel in mindering gebracht op de
budgetten voor nieuwe natuur.
10
Hebben andere provincies, net als Zuid-Holland, aangegeven te moeten herprioriteren in de
realisatie van de EHS vanwege tekort aan budget? Welke natuurgebieden zullen nu niet
worden gerealiseerd?
Mij is niet bekend dat de provincie Zuid-Holland moet herprioriteren in de realisatie van de
EHS vanwege een tekort aan budget, noch dat andere provincies dat zouden moeten doen.
Het is dan ook niet juist dat natuurgebieden niet zullen worden gerealiseerd. De doelstelling
om de EHS in 2018 te realiseren blijft volop overeind. Voor de jaren 2007-2013 zijn hierover
afspraken verankerd in de ILG-bestuursovereenkomsten.
11
Welke provincies zouden eigen middelen in willen zetten om het tempo van de realisatie van
de EHS er in te houden? Welk bedrag wordt door de provincies bijgelegd? Bent u van plan deze
provincies extra tegemoet te komen door bijvoorbeeld cofinanciering van hun eigen bijdrage,
indien er extra geld beschikbaar komt?
De gezamenlijke provincies dragen in de ILG-periode ruim 69 mln. bij uit hun autonome
middelen. Daarnaast zullen er provincies zijn die de grondverwerving voor de EHS willen
versnellen. Dit kan plaatsvinden door de grondverwerving voor de EHS in de eerste jaren van
het ILG voorrang te geven boven de realisatie van andere doelen, die dan in de tweede helft
van de ILG-periode worden gerealiseerd. Dit is mogelijk omdat het ILG uitgaat van ontschotte
budgetten. Daarnaast kunnen provincies de grondverwerving voor de EHS versnellen door
middel van voorfinanciering. Dit betekent dat in de volgende ILG-periode het Rijk de voor-
geschoten gelden aan de betreffende provincies terugbetaalt. Welke provincies zouden willen
versnellen is niet bekend. Of versnelling mogelijk is hangt op dat moment onder andere af van
de beschikbare grond in de betreffende provincie. Ik overweeg geen extra tegemoetkoming
door cofinanciering van de eigen bijdrage van de provincies. Het aandeel van de provincies
voor dit onderdeel ( 69 mln.) ten opzichte van het aandeel rijksmiddelen ( 565 mln.) geeft
mij geen aanleiding daartoe.
feitelijke vragen 29576, nr. 30 3/5
12
Klopt het dat de provincie Zuid-Holland in plaats van te investeren in natuur in de Venen nu
kiest voor het geven van voorrang aan het realiseren van weilandnatuur? In hoeverre zou deze
natuur niet ook of beter via agrarisch natuurbeheer bereikt kunnen worden? Hoe voorkomt u
dat de provincies massaal hun EHS-budget in zullen zetten voor "lichtgroene" natuur?
In Zuid-Holland zijn de doelen voor de natuur in de Venen niet gewijzigd, er is geen sprake van
een wijziging richting weilandnatuur. De provincies zullen de afgesproken natuurdoelen
realiseren.
13
Zijn er sancties verbonden aan het niet realiseren van resultaatsverplichtingen? Zo ja welke?
Artikel 10 van de Wet Inrichting Landelijk Gebied handelt over de mogelijkheid van sancties.
Het Rijk houdt de mogelijkheid om het investeringsbudget bij te stellen als gevolg van het
door eigen schuld niet halen van de afgesproken resultaten.
14
Hoe en door wie worden de jaarlijkse realisatiecijfers van de provincies geverifieerd? Kunt u de
Algemene Rekenkamer hierin betrekken?
De jaarlijkse realisatiecijfers worden door de provincie gebruikt voor de rapportage aan het
Rijk en tegelijk de rapportage aan het provinciaal bestuur. In de bestuursovereenkomst is
vastgelegd op welke wijze de accountantscontrole zal worden uitgevoerd.
In deze procedure is geen rol van de Algemene Rekenkamer voorzien, maar de jaarrappor-
tages zullen aan de Algemene Rekenkamer ter beschikking worden gesteld.
15
Wanneer wordt de voor de bestrijding van de verdroging bestuurlijk vast te stellen TOP-lijst
vastgesteld en wat gebeurd met gebieden die niet op die TOP-lijst terecht komen maar wel met
verdrogingproblematiek te maken hebben?
De provinciale TOP-lijsten zijn ambtelijk afgestemd. Formele vaststelling zal eind februari of
begin maart plaatsvinden door middel van een instemmingsbrief van de minister van LNV
mede namens VROM en V&W aan GS van de provincies. In sommige provincies is daarna nog
een provinciale bevestiging nodig.
In de bestuursovereenkomsten van het ILG is afgesproken, dat de rijksgelden alleen worden
ingezet in de gebieden op de TOP-lijst. Dit is in lijn met het advies van de Taskforce
Verdroging, om de inzet te concentreren op een beperkt aantal gebieden, om daar de
slagingskans te vergroten en optimale duidelijkheid te geven aan de omgeving. Omdat de
beschikbare middelen in ILG-kader (inclusief middelen van provincies en derden) momenteel
zelfs nog niet geheel toereikend zijn voor de ambities voor deze TOP-gebieden, is het zeer
onwaarschijnlijk dat er in de ILG-periode door provincies en uitvoerende partijen inzet wordt
gepleegd voor verdrogingsbestrijding in gebieden buiten deze TOP-lijst.
Overigens blijven voor deze overige gebieden de normale EHS-beschermingsregels gelden en
mag er op grond van de KRW geen verdere achteruitgang van de grondwatercondities voor
grondwaterafhankelijke terrestrische natuur optreden (stand-still).
feitelijke vragen 29576, nr. 30 4/5
16
Wat zijn de garanties dat de nieuwe systematiek voor natuurbeheer, waarvoor de provincies
een inspanningsverplichting hebben, bijdraagt aan de rijksdoelen en dat ook daadwerkelijk
resultaten worden geboekt?
Zie vraag en antwoord 2.
17
Hoe komt het dat van het budget van ca. 3,7 miljard euro slechts 105 miljoen euro uit Europese
middelen wordt gefinancierd?
De 105 miljoen euro waaraan gerelateerd wordt, is het bedrag dat uit het Europese budget
voor plattelandsontwikkeling besteed zal worden aan de SAN (Subsidieregeling Agrarisch
Natuurbeheer). Het budget dat voor Nederland beschikbaar is gesteld voor het plattelands-
beleid in de periode 2007-2013 is in totaal 486 miljoen euro. Naast de 105 miljoen euro voor de
SAN, worden hieruit nog middelen ingezet voor onder andere landinrichting, probleem-
gebiedenvergoeding en verdrogingbestrijding. Hiervoor dient het ILG-budget ook als nationale
cofinanciering. Iets minder dan de helft van het EU-budget van 486 miljoen is daarmee direct
gekoppeld aan ILG-middelen voor plattelandsbeleid. Daarnaast is een groot deel van de
overige EU-middelen voor plattelandsbeleid gekoppeld aan nationale cofinanciering uit de
eigen middelen van de provincies via de Provinciale Meerjarenprogramma's.
18
Is het mogelijk om meer Europese middelen in te zetten? Bent u bereid in te zetten op de
realisatie van meer Europese middelen?
Het voor Nederland beschikbare EU-budget voor plattelandsbeleid is vastgesteld op
486 miljoen. Over de verdeling van dit budget zijn bestuurlijke afspraken gemaakt met alle
betrokken partijen. Als er meer EU-middelen aan ILG worden gekoppeld dan nu is
afgesproken, heeft dat tot gevolg dat elders in rijks- en provinciale begrotingen meer
nationale financiering nodig is. Ik zie dan ook geen mogelijkheden om meer Europese
middelen voor ILG in te zetten.
feitelijke vragen 29576, nr. 30 5/5
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit