Openbaar Ministerie

Niets mis met onderzoek in 'Purmerendse kindermoordzaak'

Haarlem, 27 februari 2007

Niets mis met politieonderzoek in de Purmerendse kindermoordzaak

In krantenartikelen in het Haarlems Dagblad en het Noord Hollands Dagblad editie Waterland van 27 februari 2007 wordt de indruk gewekt dat de politie en overigens ook het Pieter Baan Centrum (PBC) slecht werk zouden hebben geleverd in de Purmerendse kindermoordzaak.

In de artikelen is te lezen dat de rechtbank de politie zou hebben opgedragen om nieuw onderzoek te doen. Dit is onjuist.

De rechtbank heeft de politie niet gevraagd om nieuw onderzoek te verrichten. Wel heeft de rechtbank een verzoek van de raadsvrouw toegewezen om vijf getuigen andermaal door de rechter-commissaris (RC) te laten horen. De officier van justitie heeft zich hiertegen niet verzet. Voor de lezer is het goed om te weten dat -zeker in dit soort schrijnende moordzaken- aanvullende verzoeken om getuige(n) te horen volstrekt gebruikelijk zijn.

De raadsvrouw heeft daarnaast nog enkele verzoeken om aanvullend onderzoek gedaan, waaronder een aanvullend persoonlijkheids-onderzoek. Dit vermoedelijk naar aanleiding van het advies van het PBC tot oplegging van tbs met dwangverpleging. De verdachte ziet dit wellicht anders en heeft het wettelijke recht om een tegenonderzoek, een second opinion, aan te vragen. Maar als een verzoek daartoe wordt toegewezen, hoeft dit nog geenszins te betekenen dat het PBC "zijn huiswerk moet overdoen".

Verder stelt de raadsvrouw dat de politie zich aan 'tunnelvisie' zou hebben schuldig gemaakt. Interessant is dat de raadsvrouw zich vervolgens zelf lijkt vast te bijten in een door haar met naam genoemde andere persoon, die volgens de raadsvrouw de werkelijke moordenaar zou zijn.

Het openbaar ministerie wil op dit moment nog niet inhoudelijk op de zaak ingaan. Dat doen we pas later: bij de inhoudelijke behandeling van de zaak bij de rechtbank.

Maar één ding wil ik nu wel al kwijt en dat is dat het OM van mening is dat de politie in deze zaak op correcte en zorgvuldige wijze heeft gewerkt en dat tijdens de pro forma behandeling van 26 februari jl. niemand anders dan de raadsvrouw het tegendeel heeft beweerd.

De persofficier van justitie,

Mr. M. van der Heijden

Voor nadere vragen over dit bericht kunt u bellen met de persofficier van justitie. Deze is bereikbaar onder telefoonnummer 06 â 481 33 113.