Datum
27-2-2007
Onderwerp
Spectaculaire opgraving in Limmen
De provincie Noord-Holland heeft opgravingen laten uitvoeren op het
terrein De Krocht in Limmen. De archeologen troffen opvallend veel
middeleeuwse grondsporen en vondsten aan. Door de opgravingen is nu
voor het eerst een veelomvattend beeld ontstaan van een middeleeuwse
plattelandsnederzetting in Kennemerland.
Op dinsdag 20 februari heeft Menno Dijkstra (projectleider opgravingen
en verbonden aan de Universiteit van Amsterdam) de resultaten van de
opgravingen voor het eerst gepresenteerd. Het onderzoek heeft in 2003
en 2004 plaatsgevonden. De resultaten zijn opgenomen in een rapport
dat onlangs is verschenen.
Smithan?
Aan het licht kwam een middeleeuwse plattelandsnederzetting langs een
verdwenen weg. Was dit wellicht het dorp van een edelsmid, waar de
tiende-eeuwse plaatsnaam Smithan naar verwijst?
Uit duizenden grondsporen konden zon 80 gebouwen en 70 waterputten
gereconstrueerd worden. Bijzondere vondsten zijn een graf van een 21
tot 24-jarige man uit de 8e eeuw, aanwijzingen voor de activiteiten
van een edelsmid in de 9e eeuw en een grote opslagschuur uit de 10e
eeuw.
De boerenerven met de huizen, schuren en waterputten lagen tussen
circa 800 en 1250 aan een verdwenen landweg. De erven werden in de
loop van de eeuwen telkens een stukje verplaatst. Uiteindelijk is na
de Middeleeuwen op het terrein nog één boerderij overgebleven, de
huidige stolphoeve De Westert.
Leven van de bewoners
De opgraving gaf ook een kijkje in het bestaan van de bewoners. Er was
sprake van relatief grote landbouwbedrijven, waar men melkrunderen
hield en gewassen als rogge, gerst en tarwe verbouwde. Voor de aanvoer
van een deel van de benodigde producten, zoals maalstenen, wijn,
aardewerk en ijzer was men afhankelijk van aanvoer van buitenaf.
Centrale functie voor de omgeving
Het lijkt erop dat de nederzetting in de 10e eeuw een centrale functie
voor de omgeving vervulde, in de vorm van een groot landbouwbedrijf
(een hof) van de Hollandse graaf Dirk II of van de abdij van Egmond.
Uit de 10e eeuw dateert namelijk een uniek gebouw in de vorm van een
grote tweeschepige schuur.
Rond 1000 verandert het verkavelingspatroon op De Krocht, mogelijk
door een reorganisatie van grootgrondbezit. De erven liggen vanaf dan
in west-oostelijke richting, wat nu nog zo is.
Tegen het einde van de 12e eeuw is de weg verdwenen. De bewoning
concentreert zich langs de aloude doorgaande route aan de oostzijde
van De Krocht. Na circa 1250 is de bewoning verschoven tot buiten de
opgravingsgrens.
Kortom, wat de bewoning op de strandwallen betreft, heeft de opgraving
duidelijk gemaakt dat de ontwikkeling van de nederzettingsstructuur
dynamischer is verlopen dan gedacht werd. Bewoningsgebieden lagen niet
vanaf het begin op dezelfde plaats, maar verschoven in de tijd onder
invloed van bijvoorbeeld vernatting en bezitswijzigingen binnen het
grootgrondbezit.
Waarom een opgraving op De Krocht?
De provincie Noord-Holland vond de opgraving nodig, omdat al in 1995
was vastgesteld dat op het terrein De Krocht te Limmen (gemeente
Castricum) het archeologische bodemarchief ernstig te lijden had onder
het agrarische gebruik. De uitvoering van het veldonderzoek vond
plaats in twee campagnes in de maanden april juni van 2003 en 2004.
De opgraving is het eerste grootschalige onderzoek van een agrarische
middeleeuwse nederzetting op de strandwal Limmen-Alkmaar ten noorden
van het voormalige Oer-IJ. Het onderzoek heeft zowel lokaal als
regionaal een opzet geleverd die een indruk geeft van mogelijke
bewoning op de strandwallen.
Het volledige rapport is de downloaden op www.aacprojectenbureau.nl.
Provincie Noord-Holland