Centraal Planbureau

Datum: 27 februari 2007
Inlichtingen verkrijgbaar bij: Maarten Cornet (tel: 070-3383 424), of Dick Morks (tel: 070 - 3383 410)

Voorzichtige aanwijzingen dat de innovatievoucher MKB'ers helpt bij verbetering productieproces

Er zijn voorzichtige aanwijzingen dat bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (MKB) door de innovatievoucher vaker een verbetering in het productieproces realiseren. Ook verstrekken MKB-bedrijven meer opdrachten aan kennisinstellingen vanwege de voucher. Het effect op andere typen innovatie - zoals productvernieuwing, productverbetering en procesvernieuwing - is onduidelijk.

Dit concludeert het Centraal Planbureau (CPB) in het vandaag verschenen CPB Document De effectiviteit van de innovatievoucher 2004 en 2005. De innovatievoucher is een tegoedbon van 7500 euro, te besteden bij kennisinstellingen als universiteiten, hogescholen en TNO. De Nederlandse overheid heeft de innovatievoucher in 2004 geïntroduceerd met als doel de interactie tussen kennisinstellingen en het MKB te bevorderen. De analyse is gebaseerd op een enquête onder deelnemers aan de innovatievoucher-pilots in 2004 en 2005.

De conclusies van het onderzoek zijn met de nodige voorzichtigheid omkleed. Een reden hiervoor is dat de helft van de bedrijven met een voucher uit 2004 heeft meegewerkt aan de enquête. De effecten die het onderzoek voor deze bedrijven vindt, kunnen daarom anders zijn dan de effecten voor de bedrijven met een voucher die niet bereikt konden worden voor de enquête.

Effect op de opdrachtverlening aan kennisinstellingen Uit het onderzoek blijkt dat het effect van de innovatievouchers uit 2005 op de opdrachtverlening aan kennisinstellingen positief is. Van elke 100 bedrijven met een voucher zouden 65 bedrijven de kennisopdracht zonder voucher niet hebben gegeven. Ongeveer 20 van de 100 bedrijven zouden ook zonder de voucher een opdracht verstrekt hebben. De resterende 15 bedrijven hebben de voucher niet gebruikt. Deze resultaten bevestigen eerder gerapporteerde uitkomsten voor de 2004-pilot (zie CPB persbericht 31 van 15 september 2005). Dit effect op de opdrachtverlening aan kennisinstellingen lijkt eenmalig te zijn. In de vier maanden waarbinnen de voucheropdracht gegeven moet worden, verstrekken bedrijven met een voucher uit 2004 meer opdrachten dan bedrijven zonder zo'n voucher. In de anderhalf jaar daarna verschillen beide groepen hierin nauwelijks.

Effect op innovatie
Leiden deze extra opdrachten tot meer innovatie? Het onderzoek geeft aanwijzingen dat MKB-bedrijven door de innovatievoucher en de daarmee gefinancierde kennisopdracht vaker een verbetering in het productieproces realiseren. Voor effecten op vernieuwingen in het productieproces en op vernieuwing of verbetering van producten of diensten zijn geen concrete aanwijzingen gevonden.

Van innovatie naar welvaart
Voor een totaalbeeld van de innovatievoucher moet de maatschappelijke waarde van de extra innovativiteit afgewogen worden tegen de maatschappelijke kosten van het beleidsinstrument. Daarvoor dient de waarde van een innovatie op geld gewaardeerd te worden. Vanwege de onzekerheid rond deze waardering was een maatschappelijke kosten-batenanalyse niet mogelijk op basis van deze studie.

Verloting biedt kans op goede evaluatie
De onderzochte innovatievoucher-pilots laten zien hoe een doordachte vormgeving een goede beleidsevaluatie mogelijk maakt. De vouchers zijn namelijk verloot onder de vele belangstellende MKB'ers. Daardoor is het effect van de voucher gelijk aan het verschil in innovatiegedrag tussen de ingelote en de uitgelote MKB'ers. Gezien de non-respons op de enquête is het van belang de uitkomsten van dit onderzoek toch voorzichtig te interpreteren.

CPB Document 140, De effectiviteit van de innovatievoucher 2004 en 2005, is te bestellen bij:

Bibliotheek Centraal Planbureau
Postbus 80510
2508 GM Den Haag
Telefax: 070-3383350
E-mail: bibliotheek@cpb.nl
Prijs: 9,- euro

De publicatie is (gratis) beschikbaar als PDF-bestand.