Vrije Universiteit Amsterdam

Persbericht

Symposium over agressie en emotieregulatie bij kinderen en jeugdigen

Korte lontjes en opgeblazen ego's

Onze samenleving krijgt in toenemende mate te maken met agressie en geweld onder kinderen en jeugdigen. Voor het ontwikkelen van preventie- en interventiebeleid is kennis nodig over het ontstaan en de in stand houding van dit gedrag. Het Amsterdams Centrum voor Kinderstudies organiseert op dinsdag 27 februari het symposium "Korte lontjes en opgeblazen ego's" aan de Vrije Universiteit. Hierin zal de agressie-problematiek benaderd worden vanuit een emotie-perspectief.

Het symposium zal worden geopend door prof. Brad Bushman, toonaangevend agressie-onderzoeker aan de Universiteit van Michigan. Hij zal spreken over catharsis: wat is het effect van 'onschuldige' woede-uitingen (bijvoorbeeld afreageren op een boksbal) op agressie? Vervolgens zal prof. Hedy Stegge ingaan op de relatie tussen emotie en agressie. Zij zal beargumenteren dat voor een goed begrip van agressie aandacht moet worden besteed aan de emotie schaamte en de rol van het zelfbeeld. Agressie ontstaat onder andere in situaties waarin iemand met een kwetsbaar zelfbeeld geconfronteerd wordt met falen, kritiek of sociale afwijzing.

In het middagprogramma richten de sprekers zich op implicaties voor de behandel- en opvoedingspraktijk. Drs. Sander Thomaes zal dit thema inleiden en ingaan op de socialisatie van gezonde en ongezonde zelfgevoelens bij kinderen. Wat moeten ouders, leerkrachten of - als het misloopt - behandelaars wel en juist niet doen? Prof. Wim Slot zal veelbelovende benaderingen van agressie-problematiek vanuit nieuwe wetenschappelijke inzichten belichten. Dr. Nicolle van de Wiel gaat vervolgens in op de inhoud van de behandeling 'Minder boos en opstandig' en zal daarbij aandacht besteden aan emotieregulatie en zelfbeeld.

Het symposium wordt afgesloten met de openbare verdediging van het proefschrift van Sander Thomaes getiteld "Narcissism, Shame, and Aggression in Early Adolescence: On Vulnerable Children". In een reeks experimenten toont hij aan dat kinderlijke boosheid en agressie bij jonge adolescenten vaak hun oorsprong vinden in schaamte. De mate waarin schaamte aanzet tot boosheid en agressie blijkt echter sterk te verschillen tussen kinderen. Thomaes toont aan dat juist kinderen met een overdreven positief, narcistisch zelfbeeld geneigd zijn om agressief te reageren op schaamte. De resultaten van het proefschrift suggereren dat het zeer effectief kan zijn om bepaalde agressieve kinderen een realistischer zelfbeeld te leren ontwikkelen. Bovendien moeten ze zich minder zorgen maken over het beeld dat anderen van hen hebben.