Rechter laat Rechtspositie Stempas ongemoeid
LEEUWARDEN, 20070224 -- Een inwoner van Leeuwarden, Hans Jürgens Redczus, verzette zich via een kort geding tegen de invulling die de gemeenteraad aan haar gebruik van de stempas tijdens de as. Provinciale Statenverkiezing in de gemeente Leeuwarden gaf. Volgens deze stemgerechtigde, die al vlak voor de Tweede Kamerverkiezing van 22 november als gedupeerde kiesgerechtigde bij de Rechtbank te Leeuwarden tegen fraudegevoelige en ondemocratische mankementen van de stempas klaagde is de rechtspositie van de stempas qua productie en distributie naar de ontvanger toe niet van dien aard dat de stemgerechtigde hiermee op zijn democratisch onvoorwaardelijk kiesrecht en een juiste verkiezingsuitslag kan vertrouwen.
Redczus vindt dat de gemeente burgers duidelijker moet beschermen met betrekking tot de waarde van een stempas en de consequenties bij verlies. Ook zou de gemeente instructies van het ministerie van Binnenlandse Zaken en de Kiesraad om tijdens het produceren en verspreiden van de passen adequaat te controleren ,,gemakshalve'' naast zich neer hebben gelegd. De gemeente heeft inmiddels toegezegd de informatieverstrekking over stempassen te verbeteren. Deze toezegging had de gemeente ook al tijdens het traject rond de Tweede Kamerverkiezing jl. gedaan verwijt Redczus de gemeente maar alleen door lippendiensten zijn de fraudegevoelige zaken tot nu toe niet verholpen.
Het Stemmen in een Willekeurig Stemlokaal experiment is volgens Redczus nog steeds zo lek als een mandje en hij gaf op de zitting 10 fraudegevoelige lekken aan die nog voor de as. verkiezing gedicht kunnen worden.
Samengevat verzocht Redczus de rechtbank om de gemeente te gelasten om de stempas als een soort aangetekend stuk te verzenden en dat men in het stembureau legitimatieplicht toepast zodat gevonden of via derden verkregen stempassen (geronselde en verhandelde) niet misbruikt konden worden.
Dat bestuurders die over de stempas besluiten alleen al wegens de schijn van belangenverstrengeling, immers zijn juist zij alleen degene die van de stempas aantallen profiteren, de lekkages ook nu nog niet willen dichtten schept volgens Redczus een onbetrouwbare situatie namelijk verkiezingsfraude annex democratiefraude vraagstukken waartegen iets ondernomen moet worden.
Bestuursrechter Erik de Witt achtte zich niet competent en verwees de klager indirect naar de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Ter Horst. Volgens hem is het juridisch onmogelijk om een geding aan te spannen tegen het besluit van de gemeente om de stempas anders te gebruiken. Redczus had op meer moed van de bestuursrechter gehoopt dat hij niet alleen deze zaak vanuit de bestuurstechnische perspectief benaderde zoals ook zijn voorganger vorig jaar november deed maar ook rekening ging houden met de staatsrechtelijke en grondwettelijke componenten omdat juist zijn toen al aangemerkte inconstitutionele consequenties na de vorige uitspraak al tot een uitspraak bij de Raad van State hebben geleid en die nu bij het EU Hof van Justitie in Luxemburg ter beoordeling ligt wegens aangeklaagde grondwetschennis met als gevolg dat er tijdens de verkiezingen op 22 november tussen de 300.000 en 400.000 stemgerechtigden niet konden stemmen.
Redczus heeft direct na de uitspraak in Leeuwarden alle relevante stukken aan de minister mevrouw Ter Horst gezonden als een soort getuigenisverklaring met het verzoek om de passende maatregelen inzake de controversiële rechtspositie van de stempas nog voor de as. verkiezingen op 7 maart 2007 te nemen.
Ingezonden persbericht