European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/07/15

Brussel, 23 februari 2007

6452/07 (Presse 33)

(OR. en)

Verklaring van het voorzitterschap, namens de Europese Unie, over de vijfde verjaardag van de ontvoering van Ingrid Betancourt in Colombia

De vijfde verjaardag van de ontvoering, op 23 februari 2002, van Ingrid Betancourt en haar campagneleider confronteert de internationale gemeenschap eens te meer met de tragedie die de gijzelaars in Colombia dagelijks doormaken. Sommigen hunner worden al negen jaar vastgehouden.

De Europese Unie veroordeelt gijzelnemingen eens te meer in de krachtigst mogelijke termen, ongeacht waar zij zich voordoen. Zij roept de illegale groepen in Colombia op alle gijzelaars onverwijld vrij te laten en voortaan af te zien van ontvoeringen en gijzelnemingen.

De Unie heeft reeds gewezen op de noodzaak van een humanitair akkoord en herhaalt dat dringend gestreefd moet worden naar een dialoog die uitmondt in de sluiting van een dergelijk akkoord. Zij wijst met nadruk op de gunstige mogelijkheden die het voorstel van Spanje, Frankrijk en Zwitserland in dit verband biedt.

De kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië*, en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en Servië, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede Oekraïne en de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.