CD&V
Persmededeling van CD&V
22 februari 2007
ABORTUS IN VLAANDEREN: NOOD AAN MEER AANDACHT VOOR JONGE MEISJES EN ALLOCHTONE VROUWEN
In 2005 ondergingen 17.314 Belgische vrouwen een abortus volgens het rapport van de Nationale Evaluatiecommissie voor zwangerschapsonderbreking. Ten opzichte van 2004 is er sprake van een stijging van het aantal geregistreerde ingrepen met 750 of 4,5%.
Of het aantal abortussen in ons land daadwerkelijk stijgt kan niet met absolute zekerheid gezegd worden. Een stijging van het abortuscijfer betekent niet dat het aantal effectief uitgevoerde ingrepen stijgt. Een hoger abortuscijfer is eveneens toe te schrijven aan een betere registratie, een grotere kennis over het uitvoeren van zwangerschapsonderbrekingen, de gestegen kwaliteit of betere bekendheid van de hulpverlening en de terugbetaling van de ingreep door het RIZIV sedert 2002.
Markante cijfers & feiten
* Vlaanderen: eindigen 1 op 10 zwangerschappen in een abortus
* Wallonië: 1 op 8
* Brussel: 1 op 5
80% van de vrouwen die kiezen voor een abortus is tussen de 20 en de 44 jaar oud. De gemiddelde leeftijd is 27 jaar. In 2003 waren 2.162 abortuscliënten jonger dan 20 jaar. Het betreft hier 1 op 60 of 13,86%. Voor de leeftijdsgroep 20 tot 24 jaar werden er 4.012 zwangerschappen voortijdig afgebroken. In de groep 20 tot 40 jarigen vormen zij dan ook de grootste groep.
De belangrijkste oorzaak van een ongewenste zwangerschap is foutief of geen gebruik van anticonceptie. Bijna de helft van de vrouwen die een abortus ondergingen in 2005 gaf aan in de maand voorafgaand aan de ingreep geen enkele vorm van anticonceptie te hebben gebruikt. Bij 15 tot 19 jarigen lag dit percentage zelfs hoger.
Twee opvallende trends die bijkomende aandacht vragen.
1. Allochtone vrouwen en meisjes zijn oververtegenwoordigd.
Het aandeel van allochtone vrouwen ligt bijzonder hoog. Gegevens uit een licentiaatsverhandeling van 2004 leren ons dat in de periode van 15 september 2003 tot 15 februari 2004 40% van alle vrouwen die een abortus ondergingen in Belgische abortuscentra van allochtone afkomst waren. Het grootste deel van deze vrouwen is van de eerste generatie allochtoon en woonden minder dan 5 jaar in ons land. Een substantieel aantal onder hen gaven aan in precaire omstandigheden te verkeren. De groep van allochtone vrouwen is bijzonder kwetsbaar, omdat zij vaak laag opgeleid zijn, een lagere sociale en economische status hebben, vaak niet terecht kunnen bij hun partner of omgeving omwille van het taboe dat er heerst rond seksualiteit. Dit vraagt dan ook een bijzondere aanpak.
2. Psychologische nazorg is essentieel, maar is nu veel te beperkt.
In de rapporten van de Nationale Evaluatiecommissie, maar ook in andere studies wordt er weinig of geen melding gemaakt van de psychosociale en psychologische nazorg. Over de beleving en verwerking van abortus zijn weinig gegevens voorhanden en al zeker geen Belgische of Vlaamse cijfers
Nederland kent een langere traditie van abortus. Onderzoek daar toont aan dat het risico op psychologische problemen ten gevolge van een abortus afhankelijk is van tal van factoren zoals een lage sociaal - economische status, leeftijd, laag opleidingsniveau, emotionele problemen in de voorgeschiedenis, weinig of geen steun van de partner, vermijdende verwerkingsstijl, enz. De kans op negatieve gevolgen na een abortus neemt toe naarmate de leeftijd jonger is op het tijdstip van de ingreep. Gelet op bovenstaande cijfers maakt dit dat jongeren en allochtonen een verhoogd risico lopen.
Conclusie
De cijfers blijven stijgen. Zoals eerder reeds aangegeven wil dit NIET noodzakelijk zeggen dat aantal ingrepen ook stijgt. Verontrustend is wél de beperkte kennis over anticonceptie. Preventie van ongewenste zwangerschap en abortus is een Vlaamse bevoegdheid. Er is nood aan meer efficiëntere voorlichting. Hierbij moeten we rekening houden met de specificiteit van de verschillende kwetsbare groepen zoals allochtone vrouwen.
Abortus is op zichzelf geen gezondheidsprobleem, maar kan wel aanleiding geven tot geestelijke gezondheidsproblemen. Dit is eveneens een Vlaamse bevoegdheid. Over de beleving en verwerking van abortus is er nood aan bijkomend onderzoek. Dit ondanks het feit dat de abortuscentra goed scoren wat betreft psycho - sociale opvang. Het is belangrijk dat in de preventie van ongewenste zwangerschappen en abortus dit aspect niet vergeten wordt en zelfs extra aandacht krijgt, in het bijzonder bij de doelgroepen van de jongeren tot 24 jaar en allochtonen.
Vlaams volksvertegenwoordiger Vera Jans: "Een abortus is een zeer ingrijpende ervaring, met verstrekkende psychologische gevolgen. De groep vrouwen, die ongewenst zwanger worden, moet verkleinen. Ik wil mij meer en vooral beter informeren over deze problematiek in het algemeen en voor allochtonen en de psychologische nazorg in het bijzonder. Daarom plan ik een werkbezoek aan het Bourgognecentrum te Hasselt. Ik zal mijn bevindingen mee nemen naar Brussel en deze problematiek aankaarten in de commissie welzijn van het Vlaams Parlement en bij partijgenote en minister Inge Vervotte."
CD&V
Wetstraat 89
1040 Brussel
Tel : 02.238.38.11
Fax : 02.230.43.60
www.cdenv.be
E-mail : inform@cdenv.be