antwoorden op kamervragen over onderhoudswerkzaamheden aan spoorbaan
Budel-Weert
uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
Directie Regionale Zaken
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Hessels (CDA), Roefs
(PvdA) en Roemer (SP) over de onderhoudswerkzaamheden aan het spoorbaanvak Budel-Weert.
Ik beantwoord deze vragen mede namens de minister van Verkeer en Waterstaat.
1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State d.d. vrijdag 19 januari
2007 over de door de provincie Limburg afgegeven vergunning inzake de Natuur-beschermingswet
1998, waarin de Raad van State uitspreekt dat niet de provincie maar
de minister de bevoegde instantie is om deze vergunning af te geven?
Ja.
2
Deelt u de mening dat door deze uitspraak van de Raad van State Prorail de facto niet
meer beschikt over alle benodigde vergunningen voor het uitvoeren van de onderhouds-werkzaamheden
aan het baanvak Budel-Weert, en voor toekomstig gebruik?
De uitspraak van de Raad van State heeft betrekking op de vergunning die door de
provincie Limburg was verleend in het kader van de natuurbeschermingswet. De Raad van
State heeft dit besluit vernietigd, aangezien de provincie niet bevoegd werd geoordeeld.
Inmiddels heb ik de behandeling overgenomen en geoordeeld dat er in het kader van de
Natuurbeschermingswet geen vergunning is vereist. ProRail is sinds 10 oktober 2006 in het
bezit van een Flora- en faunawetontheffing.
3
Bent u bereid in dezen gebruik te maken van uw handhavende bevoegdheid en de
werkzaamheden met onmiddellijke ingang te laten stilleggen en de Kamer onverwijld
hierover te rapporteren?
Nee.
Ministerie van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Directie Regionale Zaken
Vestiging Zuid
Keizersgracht 5
Postadres: Postbus 6111
5600 HC Eindhoven
Telefoon: 070 - 8883280
Fax: 070 - 8883290
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA 's-GRAVENHAGE
26 januari 2007 2060706390 DRZZ. 2007/497 22 februari 2007
Kamervragen baanvak Budel-Weert.Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
22 februari 2007 DRZZ. 2007/497 2
De eventuele natuurschade door de werkzaamheden is beoordeeld in het kader van de
ontheffingaanvraag op grond van de Flora- en faunawet en de vergunningaanvraag op
grond van de Natuurbeschermingswet. Hierbij is geconcludeerd dat er geen schade wordt
toegebracht aan de beschermde natuurwaarden, indien de werkzaamheden worden
uitgevoerd in de aangevraagde winterperiode (tot 15 maart). Ik zie daarom ook geen
aanleiding om handhavend op te treden en de werkzaamheden te laten stilleggen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit