Rijnstraat 8
Postbus 16191
2500 BD Den Haag
www.vrom.nl
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen
Datum Kenmerk
2007010206-LHE
Geachte Voorzitter,
In de brief van 13 maart 2006 (Kamerstukken 2005-2006, 30300 XI, nr. 97) heeft mijn ambtsvoorganger u
bericht over de toezeggingen die zij had gedaan in het AO van 8 februari 2006 over de onrechtmatige
bewoning van recreatiewoningen.
Vervolgacties VROM-Inspectie
Eén van de toezeggingen betreft de door de VROM-Inspectie te ondernemen vervolgacties. In het AO
heeft de toenmalige Minister van VROM toegezegd dat zij actie zal ondernemen richting gemeenten die
achterblijven bij het vaststellen en kenbaar maken van beleid inzake de bewoning van recreatiewoningen.
In de eerste plaats ging de VROM-Inspectie haar onderzoek, waarvan u de tussentijdse resultaten
(Kamerstukken 2005-2006, 30300 XI, nr. 88) reeds had ontvangen, afmaken. Op basis van de
onderzoeksresultaten en afhankelijk van de specifieke situatie van de betreffende gemeenten heeft de
Inspectie vervolgens de haar ter beschikking staande middelen, waaronder (bestuurlijk) overleg, ingezet
om te bewerkstelligen dat gemeenten die achterblijven bij het vaststellen en kenbaar maken van beleid
daartoe alsnog overgaan. De (kleine) groep gemeenten die als `achterblijver' moet worden aangemerkt
heeft daarbij prioriteit gekregen.
Mijn ambtsvoorganger heeft toegezegd u in het najaar van 2006 te informeren over de resultaten van deze
acties. De doorlooptijd van de uitvoering van de acties is langer dan vooraf werd voorzien, waardoor het
niet haalbaar bleek u hierover in het najaar van 2006 te informeren. In deze brief geef ik alsnog uitvoering
aan deze toezegging. Ik zal daarbij, zoals afgesproken, inzichtelijk maken welke gemeenten ondanks de
gerichte inspanningen nog geen beleid hebben vastgesteld en kenbaar gemaakt.
Samenvatting resultaten
Alle gemeenten waar recreatiewoningen en/of -verblijven staan, hebben nu aan het onderzoek
meegewerkt. De resultaten op basis van een respons van 65%, zoals beschreven in het tussentijdse
rapport dat u begin dit jaar is toegestuurd (1 februari 2006; Kamerstukken 2005-2006, 30300 XI, nr. 88),
blijken goed overeen te komen met de resultaten bij een respons van 100%. In deze brief zal ik mij daarom
beperken tot de belangrijkste gegevens en meest opmerkelijke verschillen. De volledige
onderzoeksresultaten zijn in te zien op www.vrom.nl/recreatiewoningen.
Aantal recreatiewoningen
Uiteindelijk hebben de gegevens in het onderzoek betrekking op 353 gemeenten (100%). In 290 van de
aangeschreven gemeenten staan recreatiewoningen.
Aantal recreatiewoningen
Aantal gemeenten Aantal recreatiewoningen
Recreatiewoningen 290 94.939
Onrechtmatig bewoond 226 16.438
Uit het onderzoek blijkt dat in deze 290 gemeenten 94.939 recreatiewoningen staan, waarvan er 16.438
(17%) onrechtmatig worden bewoond. Dit percentage ligt iets lager dan de 19% uit het tussentijdse rapport
van 1 februari 2006.
Beleidskeuze
In onderstaande tabel zijn de gegevens over de beleidskeuzes van de gemeenten opgenomen.
Gemeentelijk beleid
Aantal gemeenten Aantal Aantal onrechtmatig
recreatiewoningen bewoonde
recreatiewoningen
Totaal 290 94.939 16.438
Beleidskeuze gemaakt?
Ja 287 94.015 16.169
Nee 3 924 269
Beleid formeel vastgesteld?
Ja 276 88.529 15.200
Nee 11 5.486 969
Beleid kenbaar gemaakt?
Ja 272 87.382 14.273
Nee 4 1.147 927
Het aantal gemeenten dat zegt een beleidskeuze te hebben gemaakt is sinds begin 2006 gestegen van
83% naar 99%. De door de Inspectie uitgevoerde acties hebben het beoogde resultaat gehad. Inmiddels
heeft ook 86% van de gemeenten dit beleid kenbaar gemaakt. In de bijlage bij deze brief is weergegeven
welke gemeenten nog geen beleidskeuze hebben gemaakt, deze nog niet hebben vastgesteld of
bekendgemaakt. Tevens is de situatie per gemeente beknopt toegelicht. In totaal betreft het achttien
gemeenten. De VROM-Inspectie volgt de voortgang die deze gemeenten maken.
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 2/7
Er zijn overigens 84 gemeenten (12.514 recreatiewoningen, 1.493 permanent bewoond) die geen
aanleiding zien om specifiek beleid (anders dan de voorschriften en de gebruiksbepalingen in vigerende
bestemmingsplannen) te formuleren. Voor deze gemeenten geldt over het algemeen dat deze keuze
voortvloeit uit het geringe aantal recreatiewoningen of het feit dat onrechtmatige bewoning in de gemeente
niet voorkomt. In feite betekent dit dat deze gemeenten ervoor kiezen hun bestemmingsplannen te
handhaven. Zoals mijn ambtsvoorganger in haar brief van 1 februari 2006 heeft aangegeven, is dit
begrijpelijk. Omdat in deze gemeenten geen beleidswijziging heeft plaatsgevonden, hebben deze
gemeenten de betrokken bewoners veelal niet actief geïnformeerd over hun standpunt. Om toch
inzichtelijk te maken welke gemeenten het betreft, heeft de VROM-Inspectie ervoor gekozen in de
uitgebreide onderzoeksresultaten op www.vrom.nl/recreatiewoningen een overzicht van deze gemeenten
op te nemen.
Uitvoering gemeentelijk beleid
Het aantal recreatiewoningen (11.501), waarvoor gemeenten zeggen dat uitvoeringsactiviteiten worden
voorbereid, lopen of afgerond zijn, bedraagt nu 71% (februari 2006: 61%) van alle onrechtmatig bewoonde
woningen (16.438). Een vergelijking tussen de huidige gegevens en de gegevens van begin 2006 over
afgifte van persoonsgebonden beschikkingen leert verder dat het percentage persoonsgebonden
beschikkingen dat in behandeling is lager ligt (68% toen, 58% nu). Het percentage afgegeven
beschikkingen ligt hoger (30% toen, 39% nu). In het algemeen kan worden gesteld dat de uitvoering van
het gemeentelijke beleid er gunstiger voorstaat dan begin 2006.
Tenslotte valt het percentage gemeenten dat gebruik maakt van het instrument handhaving op. Dit is
hoger dan begin 2006 (83%, vs. 70%). Een verklaring voor dit verschil is op basis van de beschikbare
gegevens niet te geven. Nog steeds echter is handhaving voor een veel kleiner aantal gemeenten (37%,
eerdere rapport: 28%) het enige instrument dat zij inzetten. In deze gemeenten staat ca. 18% van alle
onrechtmatig bewoonde recreatiewoningen. Gemeenten maken nog altijd in de volle breedte gebruik van
het geboden instrumentarium en kiezen tevens voor combinaties van legaliseren, afgeven van
persoonsgebonden beschikkingen en handhaven.
Conclusies
Al met al concludeer ik dat vrijwel alle gemeenten uitwerking hebben gegeven aan het rijksbeleid
betreffende onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen. De in de beleidsbrief van 11 november 2003
bedoelde duidelijkheid voor de betrokken burgers, is daarmee grotendeels bereikt, in die zin dat 99% van
de gemeenten beleid heeft vastgesteld en 86% dit ook kenbaar heeft gemaakt. Een belangrijke stap in het
tegengaan van onrechtmatige bewoning is gezet.
Ondanks de gepleegde inspanningen komt onrechtmatige bewoning echter nog altijd voor. Daarom is het
van groot belang dat gemeenten hun beleid consequent uitvoeren. Juist op dit punt bleven veel gemeenten
in het verleden in gebreke. De inwerkingtreding van het gewijzigde Besluit op de ruimtelijke ordening 1985
(BRO) zal voor deze gemeenten consequenties hebben. De wijziging zorgt voor een versterking van de
rechtsmogelijkheden voor bepaalde1 bewoners van recreatiewoningen in gemeenten die niet beschikten
over gevoerd handhavingsbeleid ten aanzien van het onrechtmatig bewonen van recreatiewoningen. De
Raad van State heeft over het wijzigingsvoorstel inmiddels positief advies uitgebracht. Het besluit zal
binnenkort worden gepubliceerd in het Staatsblad, van welke plaatsing u direct schriftelijk op de hoogte zal
worden gesteld. Maximaal drie maanden na plaatsing zal de wijziging van het BRO in werking treden.
1 Namelijk voor bewoners die vóór of op 31-10-2003 hun recreatiewoning permanent bewoonden en dit sindsdien onafgebroken hebben gedaan.
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 3/7
De Inspectie ondersteunt in het algemeen gemeenten waar mogelijk (compliance assistance). Dat zal de
Inspectie waar het de onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen betreft ook het komende jaar blijven
doen. Zo werkt de Inspectie samen met de VNG aan een handreiking voor gemeenten, waarin antwoord
wordt gegeven op veel gestelde vragen en voorbeelden en tips worden aangereikt die gemeenten kunnen
helpen bij de uitvoering van hun beleid. Het Ministerie van VROM ondersteunt daarnaast een onderzoek
naar de mogelijkheden van en problemen bij het omzetten van een recreatiebestemming in een
woonbestemming. De resultaten van dit onderzoek kunnen gebruikt worden door gemeenten die hebben
aangegeven te willen legaliseren.
De VROM-Inspectie zal ook in 2007 aandacht aan de problematiek blijven geven. Op basis van het
onderzoek van de afgelopen jaren weet de Inspectie in welke gemeenten de problematiek van
onrechtmatige bewoning het meest pregnant is. Vooral naar deze gemeenten, en naar de gemeenten die
in de bijlage van deze brief zijn genoemd, zal de aandacht van de Inspectie uitgaan.
Ik ga ervan uit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
dr. P. Winsemius
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 4/7
Bijlage Overzicht gemeenten
In deze tabellen is een overzicht opgenomen van alle gemeenten die op 1 december 2006 onvoldoende
duidelijkheid hebben geboden over hun recreatiewoningenbeleid.
recreati Aantal o Bele
Bele Bele
vastgestel
bew gema gema
Aantal id best id ken
ewo idske
oon nrec
nin akt? akt?
d htmatig uze uurl
d? ba
gen
Gemeenten in ijk ar
Gelderland
Overijssel Toelichting
Bronckhorst (Gld.) 422 70 ja nee nee Naast bestemmingsplanbeleid (handhaven) heeft de gemeente
specifiek beleid in ontwikkeling. De ontwerpnota ligt tot eind
december 2006 ter inzage. Daarna stellen B&W het vast en
wordt het gepubliceerd.
Dinkelland (Ov.) 16 5 ja nee nee Naast bestemmingsplanbeleid (handhaven) heeft de gemeente
specifiek beleid in ontwikkeling. Dit beleid is door het College
van B&W geaccordeerd en het heeft ter visie gelegen. In het
tweede kwartaal van 2007 zal het beleid door de Raad worden
vastgesteld.
Enschede (Ov.) 107 107 ja nee nee Naast bestemmingsplanbeleid (handhaven) heeft de gemeente
specifiek beleid in ontwikkeling. Dit beleid ligt tot januari 2007
ter inzage. Daarna zal het bestuurlijk worden vastgesteld en
kenbaar gemaakt.
Oost Gelre (Gld.) 254 19 nee nee nee Naast bestemmingsplanbeleid (handhaven) heeft de gemeente
aangegeven specifiek beleid te willen ontwikkelen. Daarmee
heeft de gemeente nog geen concrete aanvang gemaakt.
recre Aantal onrechtmatig Beleid bestuurlijk
Beleidskeuze Beleid ke
va
atiewoni bewoon
Aantal gemaa st gemaa
ges
kt? te kt? nba
Gemeenten in d ld
Fryslân ngen ? ar
Groningen
Drenthe Toelichting
Heerenveen (Frl.) 40 4 ja ja nee Geen toelichting ontvangen.
Meppel (Dr.) 58 43 ja ja nee Geen toelichting ontvangen.
recre Aantal onrechtmatig Beleid bestuurlijk
Beleidskeuze Beleid ke
va
atiewoni bewoon
Aantal gemaa st gemaa
ges
kt? te kt? nba
Gemeenten in ngen d ld?
Noord-Holland ar
Utrecht
Flevoland Toelichting
Soest (Utr.) 116 88 ja nee nee De beleidskeuze (handhaving) is opgenomen in het ontwerp-
bestemmingsplan `Recreatieterreinen 2007'. Dit ontwerpplan
heeft ter inzage gelegen en zal in 2007 door de gemeenteraad
worden vastgesteld.
Bergen (NH) 3500 500 ja nee nee De VI heeft met de gemeente afgesproken dat de gemeente
eind 2006 beleid vast zal stellen.
Rhenen (Utr.) 26 14 ja nee nee De gemeente is voornemens om eind 2006 beleid vast te
stellen.
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 5/7
recre Aantal onrechtmatig Beleid bestuurlijk
Beleidskeuze Beleid ke
va
atiewoni bewoon
Aantal gemaa st gemaa
ges
kt? te kt? nba
d ld
Gemeenten in ngen ? ar
Noord-Brabant
Limburg Toelichting
Eersel (N-Br.) 100 6 ja nee nee Gemeente neemt een handhavingparagraaf op in het integraal
herziene bestemmingsplan buitengebied. Plan komt in 2007 in
PPC en naar verwachting wordt het bestemmingsplan in 2008
vastgesteld.
Oirschot (N-Br.) 325 250 nee nee nee De gemeente heeft begin 2006 gekozen voor het afgeven van
persoonsgebonden beschikkingen. Dit beleid is niet
vastgesteld. In september heeft de raad besloten legalisatie te
gaan onderzoeken. In de gemeenteraadsvergadering van 19
december zal het resultaat van dit onderzoek worden
besproken. Bewoners zijn hierover geïnformeerd.
Simpelveld (Lb.) 239 10 ja nee nee In januari 2007 zal de definitieve beleidsnota door de Raad
worden vastgesteld. Het ontwerp heeft reeds ter inzage
gelegen.
Bergeijk (N-Br.) 865 865 ja ja nee De gemeente heeft gekozen voor handhaving. De gemeente
weet nog niet precies in hoeveel woningen onrechtmatig wordt
gewoond. Na de inventarisatie zal het beleid aan de bewoners
kenbaar worden gemaakt.
Margraten (Lb.) 184 15 ja ja nee Beleid maakt onderdeel uit van het algemene gemeentelijke
handhavingsbeleid. De gemeente ziet daarom geen aanleiding
om daarover specifiek ten behoeve van recreatiewoningen nog
iets bekend te maken.
recre Aantal onrechtmatig Beleid bestuurlijk
Beleidskeuze Beleid ke
va
atiewoni bewoon
Aantal gemaa st gemaa
ges
kt? te kt? nba
d ld
Gemeenten in ngen ? ar
Zuid-Holland
Zeeland Toelichting
Noordwijk (ZH) 778 90 ja nee nee Het college heeft in beginsel gekozen voor handhaving. Dit
beginselbesluit is vastgesteld en gepubliceerd. De gemeente
heeft in de zomer van 2006 een inventarisatie uitgevoerd en
zal voor het einde van 2006 definitief beleid vaststellen.
Vlissingen (Zl.) 105 2 ja nee nee Bestuurlijke besluitvorming over beleidskeuze zal voor het
einde van 2006 plaatsvinden.
Brielle (ZH) 77 77 ja nee nee Gemeente zal voor locatie Meeuwenoord een
bestemmingsplan maken, waarin recreatiewoningen een
woonbestemming krijgen.
Reeuwijk (ZH) 345 ? nee nee nee Gemeente heeft nog geen beleidskeuze gemaakt, anders dan
handhaving de in het bestemmingsplan opgenomen
bepalingen. Gemeente wil legaliseren, maar alleen op
voorwaarde dat de (voormalige recreatie-)woningen niet
bouwvergunningvrij kunnen worden uitgebreid. Daarvoor is
nog geen passende oplossing gevonden. Op 4 januari 2007
zal hierover overleg tussen de VI en de verantwoordelijke
wethouder plaatsvinden.
Toevoeging
De sluitingsdatum voor het verwerken van gemeentelijke informatie is gesteld op 1 december 2006. Na die
datum is door de onderstaande gemeenten nog nieuwe informatie aangeleverd. Deze informatie is niet
meer verwerkt in het rapport, maar wordt voor de volledigheid hieronder vermeldt.
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 6/7
Enschede
Is niet in de voorgenomen planning geslaagd. Tot 12 januari 2007 heeft het beleidsvoornemen ter inzage
gelegen. Een 20-tal reacties is hierop ontvangen. Planning is vooralsnog in maart / april tot vaststelling van
de beleidsnota over te gaan.
Bronckhorst
De ontwerpbeleidsnota heeft van 16 november t/m 27 december 2006 ter visie gelegen voor inspraak. Er
zijn twee reacties naar voren gebracht. Momenteel wordt er gewerkt aan een respons op de inspraak en
wordt de laatste hand gelegd aan het uitvoeringsplan en het werkprogramma. In februari 2007 worden
deze stukken ter vaststelling aan het college voorgelegd. Daarna volgt openbare bekendmaking en
inwerkingtreding van het geharmoniseerde beleid.
Oirschot
De gemeente heeft op 19 december 2006 besloten om niet te legaliseren, maar persoonsgebonden
beschikkingen af te geven. Peildatum is 6 februari 2006 (datum waarop het principebesluit door de raad is
genomen).
Ministerie van VROM 2007010206-LHE Pagina 7/7
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer